De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor
Jeugd en Gezin, de Staatssecretaris van Financiën, de Minister voor Wonen,
Wijken en Integratie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap,
Gelet op de artikelen 9, derde
lid,89, derde lid,en 90, tweede en derde lid, van de Wet investeren in
jongeren, 49, derde en vijfde lid, en 95, eerste lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen, 29b, negende en tiende lid, van de Ziektewet, 3, eerste
lid, onderdeel k, en 10 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit
directeur-generaal Participatie en Inkomenswaarborg 2009, 47, tweede lid,
onderdeel c, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, 3, eerste lid, en 5
van de Kaderwet SZW-subsidies, 5.2a van het Besluit SUWI, 4 van de Wet overige
OCW-subsidies, 25, 26, 27b, 28, 29, 32a en 33 van de Wet op de loonbelasting
1964, 7 en 12 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, 2.6 van de Wet
Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 1, derde
lid, van de Wet tarieven in burgerlijke zaken;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING STATISTIEK WWB, IOAW, IOAZ EN
WWIK
De Regeling statistiek WWB, IOAW, IOAZ en WWIK
wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f wordt na ‘WWB’ ingevoegd: , inkomensvoorziening
op grond van de WIJ.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door
een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- g. WIJ:
Wet investeren in jongeren.
B
In artikel 1a wordt ‘mede op artikel’ vervangen door: mede op de
artikelen 90, derde lid, van de WIJ en.
C
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt na ‘WWB,’ ingevoegd: de
WIJ,.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
D
In artikel 3 wordt na ‘WWB,’ ingevoegd: de WIJ,.
E
In artikel 5, eerste lid, wordt na ‘WWB’ ingevoegd: of artikel
5, eerste lid, van de WIJ.
F
In artikel 10 wordt na ‘WWB,’ ingevoegd: WIJ,.
G
Met ingang van 1 januari 2010 komt artikel 5, eerste lid, te
luiden:
1. De minister ontvangt van het college uiterlijk vier weken
na afloop van de eerste helft van een kalenderjaar en na afloop van de tweede
helft van een kalenderjaar overeenkomstig het in bijlage 6 bij deze regeling
opgenomen model, gegevens met betrekking tot personen aan wie in het
betreffende halfjaar een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld
in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de WWB of een werkleeraanbod als
bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ is aangeboden, dan wel met
betrekking tot personen die van voornoemde voorziening feitelijk gebruik hebben
gemaakt, door tussenkomst van een door de minister aan te wijzen externe
bewerker. Van de aanwijzing van de bewerker wordt mededeling gedaan in de
Staatscourant.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING WWB
De Regeling WWB wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- g. WIJ:
Wet investeren in jongeren.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘artikel 77, tweede lid, van de wet’
vervangen door: de artikelen 77, tweede lid, van de wet en 89, tweede lid, van
de WIJ.
2. In het derde lid wordt na ‘artikel 69, eerste lid,’ ingevoegd:
aanhef,.
3. Aan het vijfde lid wordt toegevoegd: of van de WIJ.
C
In artikel 5, eerste en tweede lid, wordt na ‘eerste lid,’
ingevoegd: aanhef,.
D
In artikel 10 wordt na ‘algemene bijstand’ ingevoegd: of de
inkomensvoorziening op grond van de WIJ.
E
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, onder 1°, wordt na ‘de wet’
ingevoegd: of de WIJ.
2. Aan het zevende lid wordt toegevoegd: of de WIJ.
F
Aan artikel 17 wordt toegevoegd: en WIJ.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING INDICATIESTELLING NO RISK POLIS EN
PREMIEKORTING UWV
De Regeling indicatiestelling no risk polis en
premiekorting UWV wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van de laatste definitie door een puntkomma, een definitie toegevoegd,
luidende:
- WIJ:
Wet investeren in jongeren.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan onderdeel a, onder 2°, wordt toegevoegd: of gedurende een
dergelijke periode om redenen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de WIJ
geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ heeft
ontvangen dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die
redenen.
b. Aan onderdeel b, onder 2°, wordt na ‘artikel 9, eerste lid,
van de WWB’ ingevoegd: of in het feit dat betrokkene gedurende een dergelijke
periode om redenen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de WIJ geen
werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ heeft ontvangen
dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die redenen.
2. Het tweede, derde en vierde lid komen te luiden:
2. De persoon op wie de indicatiestelling betrekking heeft
wordt geacht te voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, indien
hij gedurende ten minste twee jaar:
a. in verband met ziekte of gebrek op grond van artikel 9,
tweede lid, van de WWB onafgebroken is ontheven van de verplichting, bedoeld in
artikel 9, eerste lid, van de WWB, of
b. om redenen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van
de WIJ geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ
heeft ontvangen dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die
redenen.
3. Indien de onderbreking van de termijn, bedoeld in het
eerste lid, onderdeel a, aanhef,
a. verband houdt met het verrichten van arbeid en langer
dan drie maanden duurt en geen verband houdt met:
1°. ziekte of gebrek, waarvoor op grond van artikel 9,
tweede lid, van de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in
artikel 9, eerste lid, van de WWB, of
2°. redenen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van
de WIJ waardoor geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van
de WIJ is gedaan dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die
redenen, of
b. geen verband houdt met het verrichten van arbeid of
met:
1°. ziekte of gebrek, waarvoor op grond van artikel 9,
tweede lid, van de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in
artikel 9, eerste lid, van de WWB, of
2°. redenen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van
de WIJ waardoor geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van
de WIJ is gedaan dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die
redenen,
worden de termijnen van registratie bij het UWV voor en
na de onderbreking samengeteld ten behoeve van de vaststelling van de termijn,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, aanhef.
4. Indien de onderbreking van de termijn, bedoeld in het
eerste lid, onderdeel b, aanhef,
worden de termijnen waarin een college van burgemeester en
wethouders verantwoordelijk was voor de ondersteuning bij arbeidsinschakeling
van de betrokken persoon voor en na de onderbreking samengeteld ten behoeve van
de vaststelling van de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,
aanhef.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ESF 2007–2013
De Subsidieregeling ESF 2007–2013 wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt in de definitie van
‘niet-uitkeringsonvanger’ na ‘de Wet werk en bijstand,’ ingevoegd: de Wet
investeren in jongeren,.
B
In artikel 2.1.1, onderdeel b, wordt na ‘aanvullende
WWB-uitkering’ ingevoegd: een aanvullende WIJ-uitkering,.
C
Aan artikel 3.6, onderdeel e, wordt toegevoegd: of de Wet
investeren in jongeren.
ARTIKEL V. WIJZIGING VAN HET ORGANISATIE-, MANDAAT- EN VOLMACHTBESLUIT
INKOMENSVERZEKERINGEN EN -VOORZIENINGEN 2009
In artikel 3, onderdeel c, van het Organisatie-,
mandaat- en volmachtbesluit Inkomensverzekeringen en -voorzieningen 2009 wordt
‘Wet Werk en Bijstand’ vervangen door: Wet werk en bijstand en de Wet
investeren in jongeren.
ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN DE REGELING SUWI
De bijlage II van de Regeling SUWI wordt
vervangen door de bijlage II bij deze regeling.
ARTIKEL VII. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN
WOONRUIMTE
Aan artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de
Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt toegevoegd: of krachtens de
Wet investeren in jongeren gegeven beschikking tot vaststelling van een
inkomensvoorziening.
ARTIKEL VIII. WIJZIGING VAN DE REGELING LOONKOSTENSUBSIDIE ONDERSTEUNEND
PERSONEEL BASISSCHOLEN
In artikel 1 van de Regeling loonkostensubsidie
ondersteunend personeel basisscholen wordt in de onderdelen g en h na ‘Wet werk
en bijstand’ ingevoegd: of artikel 5, eerste lid, tweede gedachtestreepje, van
de Wet investeren in jongeren.
ARTIKEL IX. WIJZIGING VAN DE REGELING WFSV
In bijlage 1 van de Regeling Wfsv wordt in sector
67 na ‘Wet werk en bijstand’ toegevoegd: of artikel 5, eerste lid, van de Wet
investeren in jongeren.
ARTIKEL X. WIJZIGING VAN DE EXPERIMENTELE REGELING SUBSIDIEVERSTREKKING
ARBEIDSGEHANDICAPTEN
In artikel 2, eerste lid, van de Experimentele
regeling subsidieverstrekking arbeidsgehandicapten wordt na ‘Wet werk en
bijstand’ ingevoegd: of artikel 5, eerste lid, tweede gedachtestreepje, van de
Wet investeren in jongeren.
ARTIKEL XI. AANPASSING BEDRAGEN WIJ
In de Wet investeren in jongeren wordt:
1. in artikel 26, onderdeel a, ‘€ 220,01’ gewijzigd in :
€ 223,74;
2. in artikel 26, onderdeel b, ‘€ 636,69’ gewijzigd in :
€ 647,54;
3. in artikel 27, onderdeel a, ‘€ 474,68’ gewijzigd in:
€ 482,75;
4. in artikel 27, onderdeel b, ‘€ 891,36’ gewijzigd in:
€ 906,55;
5. in artikel 28, eerste lid, onderdeel a, ‘€ 440,02’ gewijzigd in:
€ 447,48;
6. in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, ‘€ 856,70’ gewijzigd in:
€ 871,28;
7. in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, ‘€ 220,01’ gewijzigd in:
€ 223,74;
8. in artikel 28, eerste lid, onderdeel d, ‘€ 1 273,37’ gewijzigd
in: € 1 295,07;
9. in artikel 28, eerste lid, onderdeel e, ‘€ 636,69’ gewijzigd in:
€ 647,54;
10. in artikel 28, tweede lid, onderdeel a, ‘€ 694,69’ gewijzigd in:
€ 706,49;
11. in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, ‘€ 1 111,37’ gewijzigd
in: € 1 130,29;
12. in artikel 28, tweede lid, onderdeel c, ‘€ 474,68’ gewijzigd in:
€ 482,75;
13. in artikel 28, tweede lid, onderdeel d, ‘€ 1 273,37’ gewijzigd:
€ 1 295,07;
14. in artikel 28, tweede lid, onderdeel e, ‘€ 891,36’ gewijzigd in:
€ 906,55;
15. in artikel 29, eerste lid, onderdeel a, ‘€ 283,55’ gewijzigd in:
€ 288,37;
16. in artikel 29, eerste lid, onderdeel b, ‘€ 441,04’ gewijzigd in:
€ 448,53;
17. in artikel 29, tweede lid, onderdeel a, ‘€ 54,00’ gewijzigd in:
€ 43,00;
18. in artikel 29, tweede lid, onderdeel b, ‘€ 77,00’ gewijzigd in:
€ 80,00;
19. in artikel 30, tweede lid, ‘€ 254,67’ gewijzigd in:
€ 259,01;
20. in artikel 36, eerste lid, ‘4,7 procent’ gewijzigd in: 5
procent.
ARTIKEL XII. WIJZIGING VAN DE REGELING LOONBELASTING- EN PREMIETABELLEN
1990
De Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990
wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2,onderdeel i,wordt ‘ingevolge de Wet werk en
bijstand’ vervangen door: ingevolge de Wet werk en bijstand of de Wet
investeren in jongeren.
B
In artikel 5, derde lid,wordt ‘ingevolge de Wet werk en
bijstand’ vervangen door: ingevolge de Wet werk en bijstand of de Wet
investeren in jongeren.
ARTIKEL XIII. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING LOONBELASTING
2001
De Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 wordt
als volgt gewijzigd:
A
In artikel 77 wordt ‘ingevolge de Wet werk en bijstand’
vervangen door: ingevolge de Wet werk en bijstand of de Wet investeren in
jongeren.
B
In artikel 88 wordt ‘ingevolge de Wet werk en bijstand’
vervangen door: ingevolge de Wet werk en bijstand of de Wet investeren in
jongeren.
ARTIKEL XIV. WIJZIGING VAN DE REGELING TARIEVEN IN BURGERLIJKE
ZAKEN
Artikel 1, onderdeel g, van de Regeling tarieven
in burgerlijke zaken komt als volgt te luiden:
ARTIKEL XV. INWERKINGTREDING
Indien artikel 13 van het bij koninklijke boodschap van 18 november
2008 ingediende voorstel van wet tot bevordering duurzame arbeidsinschakeling
jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren) (Kamerstukken 31775) nadat
het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze regeling op hetzelfde
tijdstip in werking.
TOELICHTING
Algemeen
Deze ministeriële regeling strekt tot aanpassing van
verschillende ministeriële regelingen aan de Wet investeren in jongeren
(hierna: WIJ). De wijzigingen in deze ministeriële regeling zijn technisch van
aard en dienen er voornamelijk toe:
In het artikelsgewijze deel van de toelichting worden slechts die
technische wijzigingen behandeld die, in aanvulling op het bovenstaande, nog
enige nadere toelichting behoeven.
Tevens worden in deze regeling de bedragen, normen en percentages
van de WIJ gewijzigd.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel C
Aan artikel 2 van de Regeling statistiek WWB, IOAW, IOAZ en WWIK
is een lid toegevoegd. In dat lid is geregeld dat gemeenten statistische
informatie over de WIJ over 2009 ten behoeve van de informatievoorziening aan
Onze Minister kunnen registreren zonder dit te onderscheiden van de Wet werk en
bijstand (WWB). Over het jaar 2010 zal de registratie van gegevens over de WIJ
onderscheiden van de WWB moeten plaatsvinden.
Artikel I, onderdelen E en G
Op grond van het eerste lid van artikel 5 van de Regeling
statistiek WWB, IOAW, IOAZ en WWIK ontvangt de minister periodiek gegevens met
betrekking tot personen aan wie voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling
als bedoeld in de WWB zijn aangeboden. In onderdeel E wordt geregeld, dat de
minister vanaf de invoering van de WIJ langs dezelfde weg periodiek gegevens
ontvangt met betrekking tot personen aan wie voorzieningen gericht op
arbeidsinschakeling als bedoeld in de WIJ zijn aangeboden. Het is wenselijk dat
vanaf 1 januari 2010 de minister ook gegevens ontvangt met betrekking tot
personen aan wie algemeen geaccepteerde arbeid is aangeboden. Dit is in
onderdeel G geregeld.
Artikel II, onderdeel B
Het college van burgemeester en wethouders dient zowel op grond
van de WWB als op grond van de WIJ een beeld van de uitvoering over te leggen.
Er is uit praktische overwegingen gekozen voor het geïntegreerd overleggen van
het beeld van de uitvoering van WWB en WIJ in één fysiek document. Dit sluit
ook aan bij het gegeven dat de WWB en de WIJ worden bekostigd via hetzelfde
budget, namelijk de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de
WWB.
De bepalingen met betrekking tot de tijdigheid van indiening
van het beeld van de uitvoering en de financiële consequentie indien een
gemeente niet aan de eisen van tijdigheid voldoet, gelden dan ook onverkort
voor de WIJ.
Artikel III, onderdeel B
In artikel 4 van de Regeling indicatiestelling no risk polis en
premiekorting UWV is geregeld aan welke voorwaarden moet worden voldaan voordat
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een indicatiestelling
verstrekt waardoor de no risk polis en de premiekosten ‘in beeld’ komen. Het
gaat daarbij om mensen die onder de re-integratie verantwoordelijkheid van de
gemeenten vallen. Deze voorwaarden zien onder andere op mensen die voor een
bepaalde periode zijn ontheven van de plicht tot arbeidsinschakeling op grond
van de WWB. Hieraan zijn nu de mensen toegevoegd die onder de WIJ vallen en
gedurende een bepaalde periode geen werkleeraanbod hebben ontvangen om redenen
van lichamelijke, geestelijke of sociale aard. Ook mensen wiens werkleeraanbod
om die redenen is herzien of ingetrokken en die gedurende een bepaalde periode
geen werkleeraanbod meer hebben gehad vallen daaronder. Wellicht ten overvloede
wordt opgemerkt dat termijnen en periodes die in artikel 4 genoemd worden
doorlopen als iemand vanuit de WIJ in de WWB terecht komt.
Artikel XI
In artikel 43, vijfde lid, van de WIJ is bepaald dat na
inwerkingtreding van de WIJ de bedragen, normen en percentages die in artikel
43 genoemd worden, eenmaal kunnen worden aangepast. Daar wordt in dit artikel
gebruik van gemaakt. Tevens zijn in deze aanpassingen van de normen, bedragen
en het percentage, de herzieningen op grond van artikel 43, eerste tot en met
derde lid, verwerkt. Deze herzieningen vloeien voort uit de wijziging van het
wettelijk minimumloon met ingang van 1 juli 2009. In verband hiermee zal het
netto minimumloon, bedoeld in artikel 9 van WIJ, eveneens veranderen. Als
gevolg hiervan wijzigen tevens de aan het netto minimumloon gekoppelde normen
voor de inkomensvoorziening.
Het bedrag van de verhoging bedoeld in artikel 29, tweede lid,
onderdeel a wordt per 1 juli 2009 lager vastgesteld. Dit wordt veroorzaakt
doordat de normpremie, die op grond van artikel 2, derde lid, van de Wet op de
zorgtoeslag per 1 januari jl. is vastgesteld, ook is verlaagd. Hierdoor stijgt
de zorgtoeslag, waardoor de ten laste blijvende premie daalt. Per saldo is er
geen inkomensachteruitgang voor deze groep mensen.
Artikel XIV
De Regeling tarieven in burgerlijke zaken is aangepast aan de
WIJ. Met de invoering van de WIJ vallen jongeren tot 27 jaar niet langer onder
de WWB, maar kunnen zij een inkomensvoorziening van de gemeente ontvangen op
grond van de WIJ. In hoofdstuk 7 van deze wet is bepaald dat, als de
inkomensvoorziening door de gemeente ten onrechte of tot een te hoog bedrag is
verleend, of anderszins onverschuldigd is betaald, het college van burgemeester
en wethouders de kosten kan terugvorderen. Daarnaast heeft het college van
burgemeester en wethouders de bevoegdheid om de kosten van de
inkomensvoorziening op de jongere te verhalen. In dat geval blijft, op grond
van artikel 57 van de WIJ, paragraaf 6.5 van de WWB van toepassing. Het
gewijzigde artikel 1, sub g, van de Regeling tarieven in burgerlijke zaken
regelt dat de gemeente voorts geen vast recht verschuldigd is in burgerlijke
zaken op grond van hoofdstuk 7 van de WIJ.
De Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma.