Besluit van de Minister van Economische Zaken van 18 juni 2009, nr. WJZ/9106237, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 20041 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de hoofden van dienst:

    • 1°. de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen,

    • 2°. de directeur-generaal van Economische Politiek,

    • 3°. de directeur-generaal van Energie en Telecom,

    • 4°. de directeur-generaal van Ondernemen en Innovatie,

    • 5°. de directeur van de Auditdienst,

    • 6°. de directeur Bedrijfsvoering,

    • 7°. de directeur Communicatie,

    • 8°. de directeur Financieel-Economische Zaken,

    • 9°. de directeur Wetgeving en Juridische Zaken,

    • 10°. de Consumentenautoriteit,

    • 11°. de directeur van PIANOo,

    • 12°. de directeur van het Centraal Planbureau,

    • 13°. de inspecteur-generaal der mijnen,

    • 14°. de algemeen directeur Dienst Uitvoering,

    • 15°. de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom;.

B

Artikel 6, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. de P&O-aangelegenheden van het Bureau Bestuursraad;.

2. Onderdeel g, aanhef en subonderdeel 1°., subonderdeel 6°. en subonderdeel 7°., komen te luiden:

  • g. besluiten ten aanzien van ambtenaren voor wie salarisschaal 15 of hoger van bijlage B van het BBRA geldt, respectievelijk kandidaten voor functies waarvoor die salarisschalen gelden, inhoudende:

    • 1°. het aanstellen in vaste of tijdelijke dienst en het beëindigen van vaste of tijdelijke aanstellingen;.

    • 6°. het opleggen van disciplinaire straffen op grond van artikel 81 van het ARAR;.

    • 7°. het schorsen van een ambtenaar op basis van artikel 91 van het ARAR;.

C

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Aan de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen wordt mandaat en machtiging verleend inzake de benoeming en het ontslag van leden van het Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

D

In artikel 11, tweede lid, wordt de zinsnede ‘genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 10°, 12°, 14°, 15° en 17°,’ vervangen door: genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 10°, 14°, en 15°,.

E

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

Aan de algemeen directeur Dienst Uitvoering en aan de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van niet op personeelsaangelegenheden betrekking hebbende bezwaar- en beroepschriften, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep, tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door hem of door hem aangewezen ambtenaren.

F

In artikel 19, eerste en derde lid, wordt de zinsnede ‘het hoofd van het bureau secretaris-generaal’ telkens vervangen door: het hoofd en plaatsvervangend hoofd van Bureau Bestuursraad.

G

In artikel 25 wordt de zinsnede ‘het hoofd van het bureau secretaris-generaal’ vervangen door: het hoofd van Bureau Bestuursraad.

H

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf I, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de algemene leiding, waaronder het Bureau Bestuursraad;.

2. Paragraaf I, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Onder het Ministerie van Economische Zaken ressorteren de volgende buitendiensten:

    • a. het Centraal Planbureau (CPB);

    • b. het Staatstoezicht op de Mijnen;

    • c. Dienst Uitvoering;

    • d. Agentschap Telecom.

3. In het derde tot en met vijfde lid van paragraaf II, wordt de zinsnede ‘bureau secretaris-generaal’ telkens vervangen door: Bureau Bestuursraad.

4. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van paragraaf II, vijfde lid, onderdeel i, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. het bieden van ondersteuning aan de leden van de Bestuursraad voor hun portefeuilletaken en aangelegenheden die het gehele Ministerie van Economische Zaken betreffen.

5. Paragraaf V, onderdeel A, derde lid, subonderdeel e, komt te luiden:

e. het Bureau DG..

6. Paragraaf V, onderdeel A, derde lid, subonderdeel f, vervalt.

7. Onder vervallen van onderdeel G in paragraaf V, komt onderdeel F te luiden:

  • F. Het Bureau DG

    • 1. Het Bureau DG staat onder leiding van een hoofd.

    • 2. Het Bureau DG heeft tot taak het ondersteunen en het adviseren van de directeur-generaal en het management bij de besturing van het directoraat-generaal op het gebied van politiek bestuurlijke aangelegenheden en de interne en externe communicatie.

8. Paragraaf XVII en XIX vervallen.

9. Paragraaf XXI komt te luiden:

  • XXI. Dienst Uitvoering

    • 1. Dienst Uitvoering staat onder leiding van een algemeen directeur.

    • 2. Dienst Uitvoering heeft tot taak:

      • a. het uitvoeren van de in de Rijksoctrooiwet 1995 genoemde taken;

      • b. het als nationaal voorportaal samenwerken met het Europees Octrooi Bureau ter bevordering van de kennisbescherming;

      • c. het verzamelen, het analyseren en het voor derden toegankelijk maken van alle relevante octrooi-informatie;

      • d. het ontsluiten en het klantvriendelijk beschikbaar stellen van informatie over industriële eigendomsrechten;

      • e. het aan derden aanbieden van zoeksystemen in de octrooiliteratuur;

      • f. het leveren van bijdragen voor de beleidsvoorbereiding van het kernministerie op het gebied van industriële eigendom;

      • g. het in samenwerking met het kernministerie deelnemen aan internationaal overleg over onderwerpen van industriële eigendom;

      • h. het geven van voorlichting over beschermingsvormen voor innovatieve ontwikkelingen;

      • i. het ondersteunen van ondernemers en publieke organisaties bij het internationaal ondernemen en samenwerken;

      • j. het stimuleren van internationale activiteiten met informatie over buitenlandse markten, met projectmatige en financiële ondersteuning en door het leggen van contacten met zakenpartners in het buitenland;

      • k. het geven van informatie over kansrijke sectoren in het buitenland, over buitenlandse markten en wet- en regelgeving;

      • l. het uitvoeren van regelingen en programma’s ter financiële ondersteuning van sectoren en ondernemingen en het inbrengen van expertise bij het opstellen van plannen;

      • m. het leggen van contacten met interessante zakenpartners en relevante publieke organisaties in de markt of sector die de ondernemer wil betreden, via promotionele activiteiten;

      • n. het uitdragen en het versterken van de economische beeldvorming van Nederland in het buitenland;

      • o. de promotie van Nederland als vestigingslocatie voor buitenlandse investeerders;

      • p. de assistentie van buitenlandse bedrijven bij het nemen van hun vestigingsbesluit;

      • q. de coördinatie van de acquisitie-inspanningen op nationaal, regionaal en lokaal niveau;

      • r. de beleidssignalering, binnen en buiten het Ministerie van Economische Zaken, ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat in internationaal perspectief;

      • s. het informeren van Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden over innovaties, technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in het innovatiebeleid;

      • t. het bevorderen van internationale contacten op het gebied van innovatie(beleid) en technisch-wetenschappelijke samenwerking;

      • u. het stimuleren van duurzame ontwikkeling en innovatie door een brug te slaan tussen markt en overheid;

      • v. het uitvoeren van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie, energie en klimaat, milieu en leefomgeving.

    • 3. Dienst Uitvoering bestaat uit:

      • a. divisie Internationaal, die de naam EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken voert;

      • b. divisie OCNL, die de naam Octrooicentrum Nederland voert;

      • c. divisies Energie & Klimaat, Innovatie en Milieu & Leefomgeving, die tezamen de naam SenterNovem voeren.

ARTIKEL II

De volgende op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004 berustende besluiten blijven na inwerkingtreding van dit besluit in stand:

  • a. Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EVD 2005;

  • b. Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Octrooicentrum Nederland;

  • c. Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging agentschap SenterNovem 2008, met dien verstande dat onder sectordirecteur telkens wordt verstaan: de directeur Innovatie die tevens de functienaam divisiedirecteur Innovatie voert, de directeur Energie & Klimaat, die tevens de functienaam divisiedirecteur Energie & Klimaat voert en de directeur Milieu en Leefomgeving die tevens de functienaam divisiedirecteur Milieu & Leefomgeving voert.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 juni 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/204, 2500 EC ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

Met ingang van 1 juli 2009 worden de agentschappen EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem van het Ministerie van Economische Zaken samengevoegd in een nieuw dienstonderdeel Dienst Uitvoering. Dit nieuwe dienstonderdeel zal naar verwachting met ingang van 1 januari 2010 status van baten-lastendienst in de zin van de Comptabiliteitswet 2001 (agentschapstatus) verkrijgen. Aangezien met ingang van 1 juli 2009 de agentschappen EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem als zelfstandige dienstonderdelen ophouden te bestaan, is wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004 thans al noodzakelijk. De algemeen directeur Dienst Uitvoering wordt als hoofd van dienst in onderhavig besluit opgenomen.

De drie agentschappen zullen tot de instelling van het nieuwe agentschap blijven bestaan maar ze zullen niet meer als zelfstandige dienstonderdelen binnen het Ministerie van Economische Zaken opereren. De eindverantwoordelijkheid voor deze drie agentschappen zal immers met ingang van 1 juli 2009 bij de algemeen directeur Dienst Uitvoering liggen.

Vooruitlopend op de inrichting van de organisatie van het nieuwe agentschap is de topstructuur van de nieuwe organisatie reeds vastgesteld. De topstructuur van het nieuwe agentschap zal bestaan uit het hoofd van dienst, de divisiedirecteur Energie & Klimaat, de divisiedirecteur Innovatie, de divisiedirecteur Internationaal, de divisiedirecteur Milieu & Leefomgeving, de divisiedirecteur OCNL en de directeur bedrijfsvoering. De betrokken functionarissen zullen tot de instelling van het nieuwe agentschap naast de nieuwe functienamen tevens de oude functienamen behouden die ze tot dat moment (extern) zullen blijven gebruiken.

In artikel II wordt voorzien dat de mandaatbesluiten van de voormalig zelfstandige agentschappen EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem blijven bestaan zodat deze organisaties hun functioneren conform de huidige bevoegdheidstoedeling kunnen continueren.

De algemeen directeur Dienst Uitvoering zal voorts op grond van artikel 20 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004 een ondermandaatbesluit vaststellen waarin hij aan de voormalige hoofden van dienst, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging zal verlenen op hun werkterrein. Daarmee zal de bevoegdheidstoedeling van de algemeen directeur Dienst Uitvoering aan die functionarissen geregeld worden.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004 enkele andere organisatorische wijzigingen door te voeren.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.


XNoot
1

Stcrt. 2004, 166; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 december 2008 (Stcrt. 2497).

Naar boven