Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 juni 2009, nr. WJZ/9109214, tot wijziging van de Subsidieregeling sterktes in innovatie en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4, 5, derde en vierde lid, 17, eerste en derde lid, 18, 25 en 44 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 4.1 wordt op alfabetische volgorde ingevoegd:

  • EuroNanoMed-samenwerkingsverband: een internationaal samenwerkingsverband dat een LSH-project uitvoert en:

    • a. dat bestaat uit minimaal drie deelnemers waarbij één deelnemer in Nederland is gevestigd als MKB-ondernemer en de andere deelnemers afkomstig zijn uit landen die deelnemen aan het EuroNanoMed netwerk;

    • b. waarin de inbreng van de deelnemers uit één land of van een deelnemer afzonderlijk niet hoger is dan 70 procent van de subsidiabele kosten van het LSH-project;.

B

Aan hoofdstuk 4 wordt na paragraaf 3 een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 4. Subsidie aan EuroNanoMed-samenwerkingsverbanden

Artikel 4.20

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een deelnemer in een EuroNanoMed-samenwerkingsverband dat een LSH-project uitvoert.

Artikel 4.21

De penvoerder is een MKB-ondernemer.

Artikel 4.22
  • 1. In afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedraagt de subsidie:

    • a. 50 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek;

    • b. 35 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek en worden gemaakt door een ondernemer;

    • c. 25 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op experimentele ontwikkeling.

  • 2. De percentages, genoemd in het eerste lid, onderdelen b en c, worden verhoogd met 10 procentpunten indien subsidie wordt verstrekt aan een MKB-ondernemer.

  • 3. Het in artikel 5, vierde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedoelde bedrag is € 750.000.

Artikel 4.23

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van rangschikking van de aanvragen.

Artikel 4.24

De in artikel 4.6 bedoelde adviescommissie heeft tevens tot taak de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen 22 en 23, onderdelen e tot en met h, van het Kaderbesluit EZ-subsidies en in artikel 4.26, en de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 4.27.

Artikel 4.25

De termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel c, van het Kaderbesluit EZ-subsidies is drie jaar.

Artikel 4.26

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. niet ten minste 35 procent van de op grond van dit hoofdstuk subsidiabele kosten ten laste komen van deelnemende MKB-ondernemers;

  • b. het EuroNanoMed-samenwerkingsverband na indiening van de aanvraag niet meer voldoet aan artikel 4.1 of de financiering van het totale project onvoldoende blijkt;

  • c. van het LSH-project onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn.

Artikel 4.27
  • 1. De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist, hoger naarmate:

    • a. meer wordt bijgedragen aan technologische of wetenschappelijke vernieuwing of aan wezenlijk nieuwe toepassingen van een bestaande technologie;

    • b. het economische en sociale perspectief van het LSH-project groter is;

    • c. de internationale samenwerking binnen het project doelmatiger en doeltreffender is;

    • d. de beschikbaarheid van de benodigde menskracht, de financiële draagkracht en faciliteiten zoals laboratoria en gespecialiseerde apparatuur meer is aangetoond.

  • 2. Voor de rangschikking wegen de in het eerste lid vermelde criteria even zwaar.

Artikel 4.28
  • 1. De subsidie-ontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van het door hem uitgevoerde LSH-project, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem mag worden verlangd.

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt gewijzigd als volgt:

In de tabel in artikel 1 wordt na punt 3.5, ingevoegd:

3.5a

Subsidieregeling sterktes in innovatie (LSH-projecten)

4.20

01-07 t/m 01-09

1.000.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 juni 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Algemeen

1. Doel en focus

Met behulp van deze nieuwe paragraaf 4 in hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt de groeiende groep Nederlandse bedrijven die actief is op het gebied van de nanomedicines in staat gesteld om samen te werken met Europese bedrijven, kennisinstellingen en medische centra. Dit sluit goed aan op de ambitie van het innovatieprogramma Life Sciences & Health om de rol van Nederland in het translationeel onderzoek verder te verstevigen en zo meer medicijnen ‘van het lab naar de patiënt’ te brengen. Met deze nieuwe paragraaf 4 worden alleen de Nederlandse deelnemers aan het internationale project gesubsidieerd. De nieuwe paragraaf 4 is volgens de systematiek van de meeste paragrafen van de Subsidieregeling sterktes in innovatie opgebouwd en de uitvoering ervan is in lijn met die van andere innovatieprogramma’s.

2. EuroNanoMed-samenwerkingsverbanden

De criteria waaraan de aanvraag en de projecten moeten voldoen komen grotendeels overeen met de internationale EuroNanoMed-criteria (zie www.euronanomed.net). De nieuwe paragraaf kent aanvullende criteria voor de in Nederland gevestigde deelnemers (zie www.senternovem.nl/euronanomed en http://www.lifescienceshealth.com/actionline_two.html). Hoewel de criteria in de verschillende deelnemende landen op elkaar zijn afgestemd, zijn tussen deze landen bepaalde verschillen aanwezig die met specifieke nationale uitgangspunten te maken hebben. Dit is onder meer voor Nederland het geval met betrekking tot het aandachtsgebied (in Nederland alleen de gebieden binnen LSH), de vorm van financiële ondersteuning (in Nederland subsidie) en het projecttype (in Nederland experimentele ontwikkeling en industrieel onderzoek). Het is de verantwoordelijkheid van de partners in het samenwerkingsproject om ervoor te zorgen dat de activiteiten passen binnen de internationale EuroNanoMed-criteria en de nationale geldende voorwaarden. Met de nieuwe paragraaf 4 wordt het ‘Nederlandse deel’ gesubsidieerd van een EuroNanoMed-samenwerkingsverband dat een LSH-project uitvoert.

3. Administratieve lasten

De EuroNanoMed-projecten vallen onder de Subsidieregeling sterktes in innovatie. In die regeling is ervoor gekozen om de administratieve lasten zo laag mogelijk te maken. De administratieve lasten voor het aanvragen van subsidie bestaan uit het invullen van het aanvraagformulier en het opstellen van een projectplan, volgens een vaste structuur. Dit faciliteert de aanvrager en voorkomt dat achteraf nog informatie moet worden nagestuurd. Door middel van advies vooraf door de uitvoerder van de regeling en goede communicatie over precieze doelstellingen en gevraagde activiteiten wordt zoveel mogelijk voorkomen dat indieners voor niets aanvragen indienen. Voor tussentijdse rapportages wordt aangesloten bij de door de aanvrager zelf aangegeven mijlpalen, hierbij geldt een maximum van 1 rapportage per jaar conform de intentie van het Kaderbesluit EZ-subsidies. Voor de accountantsverklaring zijn uniforme formulieren opgesteld. Bij het ontwerpen van de aanvraag- en vaststellingsformulieren is zo veel mogelijk aangesloten bij reeds bestaande formulieren.

De totale administratieve lasten voor het oriënteren op, het verkrijgen en verantwoorden van subsidie komen voor de EuroNanoMed-projecten neer op 4.97 procent van het beschikbare subsidiebedrag van € 1 mln. In totaal wordt ingeschat dat 8 EuroNanoMed-projecten zullen worden ingediend. Van deze projecten zullen naar verwachting 3 projecten kunnen worden gehonoreerd met het beschikbare budget. Deze aspecten meegenomen worden de totale administratieve lasten geraamd op € 49.688 of 4.97 procent van het beschikbare subsidiebedrag. Voor de vergelijkbare tender van EuroTransBio begin 2009 bedroeg de administratieve last 4.91%. Dit lagere percentage heeft onder meer te maken met het feit dat het hier een hoger subsidieplafond betreft (€ 3 mln. voor EuroTransBio in plaats van € 1 mln. Voor EuroNanoMed). Omdat de EuroNanoMed tender dit jaar voor de eerste keer wordt georganiseerd is voor een relatief laag subsidieplafond gekozen. Bij een goede belangstelling vanuit de sector kan er in de toekomst voor gekozen worden om het subsidieplafond te verhogen zodat de administratieve lasten in toekomstige tenders zullen afnemen.

4. Staatssteun

De Subsidieregeling sterktes in innovatie is ontworpen binnen de staatssteunkaders die door de Europese Commissie zijn opgesteld en ook gemeld en goedgekeurd door de Commissie. De nieuwe paragraaf is volgens de gebruikelijke systematiek van de paragrafen van de Subsidieregeling sterktes in innovatie opgebouwd en is derhalve in overeenstemming met de Europese staatssteunregels.

Artikelsgewijs

Artikel I

Algemeen

Met artikel I wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd aan hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie. De opbouw van deze paragraaf is conform de systematiek van de meeste paragrafen in die subsidieregeling. De nieuwe paragraaf bevat geen bijzondere afwijkingen.

Artikel 4.1

Met de wijziging van dit artikel wordt de definitie van een EuroNanoMed-samenwerkingsverband ingevoegd in de begripsbepalingen van hoofdstuk 4. Met het EuroNanoMed netwerk wordt het ERA-net EuroNanoMed bedoeld. Deelnemers daarvan zijn alle overheidsinstanties van de Europese lidstaten die zich bezighouden met het promoten en organiseren van subsidies rond NanoMedicines.

Artikel 4.20

Door middel van dit artikel is ervoor gekozen om niet af te wijken van de algemene regel van het Kaderbesluit EZ-subsidies dat bepaalt dat alleen subsidie wordt verstrekt aan in Nederland gevestigde ondernemers.

Artikel II

Met dit artikel worden de nodige openstellingen en subsidieplafonds geregeld voor de nieuwe paragraaf 4 van hoofdstuk 4.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven