Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2009, nr. DLZ/SFI-2936670, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, houdende aanvulling van de aanwijzing inzake invoering prestatiebekostiging in de intramurale langdurige zorg op grond van zorgzwaartepakketten, in verband met uitbreiding van SGLVG-verblijfplaatsen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 22 september 2008 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2008/09, 26 631, nr. 273);

Gezien mijn inbreng van het schriftelijk verslag van 27 oktober 2008 (Kamerstukken II 2008/09, 26 631, nr. 279);

Besluit:

Enig artikel

Voor het maken van productieafspraken voor 2009 voor zorg met verblijf voor sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten op verblijfplaatsen die ten behoeve van die categorie van gehandicapten na 30 juni 2009 zijn toegelaten op grond van de Wet toelating zorginstellingen zijn extra financiële middelen tot ten hoogste € 47 miljoen beschikbaar.

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels op die voor zover nodig terugwerken tot 1 juli 2009.

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.

TOELICHTING

De toelating op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) voor ‘verblijfplaatsen voor sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten’ (SGLVG) is voorwaarde voor het kunnen leveren van zorgzwaartepakket VG-7. De bestaande beperkingen aan het landelijk aantal toegelaten plaatsen SGLVG-verblijf worden met ingang van 1 juli 2009 opgeheven. Ik heb het CIBG daarvan inmiddels bericht gegeven. Dit is overigens een andere datum dan ik eerder noemde in de toelichting bij mijn aanwijzing ‘Invoering prestatiebekostiging in de intramurale langdurige zorg op grond van zorgzwaartepakketten’ van 31 oktober 2008.

Ik merk hierbij op dat, om voor bekostiging van ZZP-VG-7 in aanmerking te komen, de desbetreffende instelling wel dient te voldoen aan kwaliteitscriteria (gebouwgebonden en deskundigheid personeel), en dat de instelling aantoonbaar geschikt is deze gespecialiseerde zorg aan ernstig gedraggestoorde verstandelijk gehandicapten te leveren. Verder worden alleen extra middelen toegekend indien ook daadwerkelijk zorg wordt geleverd op de nieuwe verblijfplaatsen ZZP-VG-7. Ik ga ervan uit dat zorgkantoren daar bij het maken van productieafspraken rekening mee houden en dat dit in de nacalculatie zichtbaar wordt.

In mijn brief van 5 augustus 2008 aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heb ik de uitgangspunten voor de invoering van prestatiebekostiging in de intramurale langdurige zorg op grond van zorgzwaartepakketten neergelegd.1. Eén van die uitgangspunten is dat cliënten die aanspraak maken op een zorgzwaartepakket, er op moeten kunnen vertrouwen dat bijpassende financiële middelen zo spoedig mogelijk beschikbaar komen. Mede met het oog daarop is een zorgvuldig overgangstraject gekozen met een herallocatiesysteem dat moet bewerkstelligen dat er geen grote schoksgewijze veranderingen optreden in de financiële middelen waarover instellingen voor hun exploitatie kunnen beschikken. Zo is in ieder geval in 2009 ook voor VG-instellingen de budgetsystematiek zoals die in 2008 gold gehandhaafd. Dit om zeker te stellen dat de instelling met dezelfde patiëntenpopulatie, voor zover dat op basis van reeds afgegeven indicaties is vast te stellen, de benodigde middelen houdt om aan die populatie de zorg te leveren.

In de brief van 5 augustus 2008 heb ik ook aangegeven dat zorgvuldigheid niet alleen vooraf belangrijk is, maar ook tijdens de uitvoering. Daarom zullen de wijze waarop de invoering plaatsvindt en de effecten die dit oproept actief worden bewaakt. Verder moet het invoeringstraject voorspelbaar zijn en moet het langs een helder tijdpad worden uitgevoerd. Uit de uitgangspunten blijkt dat er een logisch en voorspelbaar invoeringstraject en – in combinatie met het voorgaande – logisch invoeringsproces zal worden gevolgd.

Bij dergelijke uitgangspunten past een geleidelijke en zorgvuldige bekostigingsopbouw van nieuwe zorg die op de met ingang van 1 juli 2009 toegelaten SGLVG-verblijfplaatsen wordt geleverd.

Om de geleidelijke opbouw te bewerkstelligen stel ik voor het jaar 2009 een extra bedrag van € 47 miljoen beschikbaar. Daarmee kan per 1 juli 2009 per nieuw toegelaten SGLVG-verblijfplaats extra bekostiging plaatsvinden ter hoogte van het verschil tussen VG-6 en VG-7. Op jaarbasis betekent dit dat in 2009 per plaats de helft van dat verschil beschikbaar is. Vanaf 2010 en verder is het totale bedrag van het verschil op jaarbasis beschikbaar.

Daarnaast heb ik rekening gehouden met het aantal extra SGLVG-verblijfplaatsen dat naar verwachting per 1 juli 2009 zal zijn toegelaten. Ik ga er daarbij vanuit dat dit aantal de vierduizend niet zal overstijgen. Mocht de NZa signaleren dat het extra beschikbaar gestelde bedrag van € 47 miljoen dreigt te worden overschreden, dan verwacht ik dat zij mij dit meldt.

Wat betreft de jaren na 2009 blijft budgettaire neutraliteit het uitgangspunt. Dit is conform artikel 4 van de aanwijzing invoering zorgzwaartepakketen. Daartoe zullen de tarieven en prestaties van de zzp’s voor VG, LVG en LG moeten worden herberekend om het beschikbare kader niet te overschrijden. Ik verwacht dat de NZa hiermee rekening houdt bij het opstellen van haar beleidsregels voor de voorlopige contracteerruimte 2010.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.


XNoot
1.

Kamerstukken II 2008/09, 26 631, nr. 272.

Naar boven