Regeling van 18 juni 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/221 sector I&O, tot wijziging van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen in verband met de tweejaarlijkse revisie van het ADNR, de totstandkoming van het ADN en de inwerkingtreding van de richtlijn nr. 2008/68/EG

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PbEU L 260), artikel 9 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. ADN: Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation (ADN);

  • d. Aktewateren: de Rijn, inbegrepen de Waal en de Lek;

  • e. binnenwateren: Nederlandse binnenwateren, niet zijnde Aktewateren.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De in bijlage 1 opgenomen begripsbepalingen zijn van toepassing op de bijlagen 2, 3 en 4, voor zover die bijlagen betrekking hebben op de Aktewateren en voor zover daarin niet anders is bepaald.

3. Na het tweede lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De in bijlage 1a opgenomen begripsbepalingen zijn van toepassing op de bijlagen 2, 3 en 4, voor zover die bijlagen betrekking hebben op de binnenwateren en voor zover daarin niet anders is bepaald.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij deze regeling behoren de volgende bijlagen:

    • a. bijlage 1: voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren, zijnde de Nederlandse vertaling van het ADNR en de daarvan deel uitmakende bijlagen;

    • b. bijlage 1a: voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren, zijnde de Nederlandse vertaling van het ADN en de daarvan deel uitmakende bijlagen;

    • c. bijlage 2: Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen;

    • d. bijlage 3: voorschriften in afwijking van of in aanvulling op de bijlagen 1 en 1a;

    • e. bijlage 4: erkende instanties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, 2o.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Bijlage 1 is van toepassing op de Aktewateren, voor zover bijlage 2 niet van toepassing is.

3. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Bijlage 1a is van toepassing op de binnenwateren, voor zover bijlage 2 niet van toepassing is.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt de zinsnede ‘De bijlagen 1 en 2’ vervangen door: De bijlagen 1, 1a en 2.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. Met voorwaardelijk tot het vervoer over de Aktewateren toegelaten gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 1 mogen de handelingen, bedoeld in artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, worden verricht, mits de in deze regeling gestelde voorschriften in acht worden genomen.

  • 2. Met voorwaardelijk tot het vervoer over de binnenwateren toegelaten gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 1a mogen de handelingen, bedoeld in artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, worden verricht, mits de in deze regeling gestelde voorschriften in acht worden genomen.

D

Bijlage 1 wordt gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen in bijlage 1 bij deze regeling.

E

Na bijlage 1 wordt bijlage 2 van deze regeling als bijlage 1a bij de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen opgenomen.

F

Bijlage 1a wordt gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen in bijlage 3 bij deze regeling.

G

Artikel 1 van bijlage 3 komt te luiden:

Artikel 1. Toepasbaarheid

De bepalingen van deze bijlage zijn van toepassing op elk vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren en de binnenwateren en hebben voorrang boven de bepalingen van bijlage 1 respectievelijk bijlage 1a.

H

Artikel 2 van bijlage 3 komt te luiden:

Artikel 2

In afwijking van randnummer 7.2.4.25.5 van bijlage 1 en randnummer 7.2.4.25.5 van bijlage 1a vindt het bij het laden naar buiten treden van de gas/luchtmengsels van de stoffen aan de walzijde op een zodanige locatie ten opzichte van het schip plaats en wordt zo uitgevoerd, dat geen gevaar of schade kan ontstaan voor de schepen en de bemanning ervan. De opening naar de atmosfeer is voorzien van een inrichting die vlaminslag voorkomt.

I

Aan bijlage 3 wordt, na artikel 4, een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 5. Beperkingen vervoer met duwstellen

De randnummers 7.1.5.1.1 en 7.1.5.1.2. van bijlage 1 zijn ook van toepassing op het vervoer met duwstellen of gekoppelde samenstellen op de binnenwateren.

J

Bijlage 4 wordt vervangen door bijlage 4 bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlagen 1 tot en met 3, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

BIJLAGE 4 ALS BEDOELD IN ARTIKEL I, ONDERDEEL J

Bijlage 4 als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

ERKENDE INSTANTIES

Artikel 1

Bevoegde autoriteiten in bijlage 1 bij het Protocol bij het ADNR zijn op basis van:

  • a. artikel 3: de Directeur-Generaal Mobiliteit;

  • b. artikel 4: de Directeur-Generaal Mobiliteit;

  • c. artikel 4: de Inspecteur Generaal Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2

In de onderstaande tabel zijn de bevoegde autoriteiten opgenomen met betrekking tot de uitvoering van de voorschriften in de vermelde nummers van bijlage 1 respectievelijk bijlage 1a, voor zover bedoelde handelingen worden uitgevoerd door Nederlandse bevoegde autoriteiten.

Tabel 1

ADNR-randnummer

ADN-randnummer

Bevoegde autoriteit

1.2.1 Monstername

1.2.1 Monstername

IVW

1.2.1 Erkende veilige elektrische inrichting

1.2.1 Erkende veilige elektrische inrichting

IVW

1.2.1 Openingsdruk

1.2.1 Openingsdruk

IVW/Classificatiebureau

1.5.1.1.1; 1.5.1.2.1; 1.5.1.2.2

1.5.1.1; 1.5.1.2; 1.5.2.1

DGMo

1.5.1.3.1; 1.5.1.3.2; 1.6.7.2.1 Tabel 2

1.5.3.1; 1.5.3.2; 1.6.7.2.1 Tabel 2

IVW

1.8.1.1; 1.8.1.2

1.8.1.1; 1.8.1.2

IVW

1.8.1.3

1.8.1.3

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

1.8.3.7; 1.8.3.8; 1.8.3.10; 1.8.3.14; 1.8.3.16;

1.8.3.7; 1.8.3.8; 1.8.3.10; 1.8.3.14; 1.8.3.16;

CBR

1.9.4

DGMo

1.10.1.6

1.10.1.6

CBR

1.10.3.2.2, Opmerking

1.10.3.2.2, Opmerking

politie

1.16.2

IVW

2.2.1.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

2.2.1.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

TNO DV

2.2.1.1.3; 2.2.1.3; Opmerking bij UN-nummer 0190

2.2.1.1.3; 2.2.1.3; Opmerking bij UN-nummer 0190

TNO DV of Defensie, laatstgenoemde voor zover het betreft classificatie van uitsluitend voor de krijgsmacht bestemde munitie en toelating van de verpakking ervan

2.2.1.1.7.2

2.2.1.1.7.2

IVW

2.2.41.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

2.2.41.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

TNO DV

2.2.41.13

2.2.41.13

 

2.2.51.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

2.2.51.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

 

2.2.52.1.8

2.2.52.1.8

 

2.2.62.1.9, Opmerking, 2.2.62.1.12

2.2.62.1.9, Opmerking, 2.2.62.1.12

LNV of VWS

3.1.2.6

3.1.2.6

LR

3.3.1, bijzondere bepaling 16 en 178

3.3.1, bijzondere bepaling 16 en 178

TNO DV of Defensie, laatstgenoemde voor zover het betreftclassificatie van uitsluitend voor de krijgsmacht bestemde munitie en toelating van de verpakking ervan

3.3.1, bijzondere bepaling 181, 237, 239, 266, 271, 272 en 278

3.3.1, bijzondere bepaling 181, 237, 239, 266, 271, 272 en 278

TNO DV

3.3.1, bijzondere bepaling 283

3.3.1, bijzondere bepaling 283

LR

3.3.1, bijzondere bepaling 288, 309 en 311

3.3.1, bijzondere bepaling 288, 309 en 311

TNO DV

3.3.1, bijzondere bepaling 637

3.3.1, bijzondere bepaling 637

VROM

3.3.1, bijzondere bepaling 645

3.3.1, bijzondere bepaling 645

IVW

3.2.3, kolom 20, aantekening 12, onder p) en q)

3.2.3, kolom 20, aantekening 12, onder p) en q)

IVW

3.2.3, Kolom 20, aantekening 28, onder b)

3.2.3, Kolom 20, aantekening 28, onder b)

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

5.2.2.1.9

5.2.2.1.9

TNO DV

7.1.4.3.5

7.1.4.3.5

VROM

SZW

7.1.4.3.6

7.1.4.3.6

VROM

SZW

7.1.4.7

7.1.4.7

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.4.8

7.1.4.8

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.4.9

7.1.4.9

IVW

7.1.4.14.7.3.2; 7.1.4.14.7.3.8; 7.1.4.14.7.5.1; 7.1.4.14.7.6.2; 7.1.4.14.7.7

7.1.4.14.7.3.2; 7.1.4.14.7.3.8; 7.1.4.14.7.5.1; 7.1.4.14.7.6.2; 7.1.4.14.7.7

VROM

SZW

7.1.4.16

7.1.4.16

IVW

7.1.5.1

DGMo

7.1.5.4.2

7.1.5.4.2

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.5.4.3; 7.1.5.4.4; 7.1.5.5; 7.1.6.14 voor HA06

7.1.5.4.3; 7.1.5.4.4; 7.1.5.5; 7.1.6.14 voor HA06

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.2.6

7.2.2.6

IVW

7.2.3.7.1; 7.2.3.7.3

7.2.3.7.1; 7.2.3.7.3; 7.2.3.8

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.4.2

7.2.4.2

Voor 7.2.4.2.1: IVW

Voor 7.2.4.2.2 en 7.2.4.2.3:

in havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.4.7.1

7.2.4.7.1

In havens: havenmeester

Buiten havens HID-RWS

  

7.2.4.9; 7.2.4.10.1

7.2.4.9; 7.2.4.10.1

IVW

7.2.4.15.3

7.2.4.15.3

SZW

7.2.4.24; 7.2.5.4.2; 7.2.5.4.3; 7.2.5.4.4

7.2.4.24; 7.2.5.4.2; 7.2.5.4.3; 7.2.5.4.4, 7.2.5.1

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID/RWS

8.1.6.1; 8.1.6.2; 8.1.6.3; 8.1.7; 8.1.8.3; 8.1.8.7; 8.1.8.8; 8.1.8.9; 8.1.9.1; 8.1.10

8.1.2.6, 8.1.6.1; 8.1.6.2; 8.1.6.3; 8.1.7; 8.1.8.3; 8.1.8.7; 8.1.8.8; 8.1.8.9; 8.1.9.1; 8.1.10

IVW

8.2.1.2

8.2.1.2

DGMo

8.2.1.2; 8.2.1.3; 8.2.1.4

8.2.1.2; 8.2.1.3; 8.2.1.4

CBR

8.2.1.5; 8.2.1.6; 8.2.1.7; 8.2.1.8

8.2.1.5; 8.2.1.6; 8.2.1.7; 8.2.1.8

CBR

8.2.1.9; 8.2.1.10

8.2.1.9; 8.2.1.10

IVW

8.2.2.6.1; 8.2.2.6.4; 8.2.2.6.5; 8.2.2.6.7; 8.2.2.7; 8.2.2.8

8.2.2.6.1; 8.2.2.6.4; 8.2.2.6.5; 8.2.2.6.7; 8.2.2.7; 8.2.2.8

CBR

8.3.5

8.3.5

IVW

8.6.3

8.6.3

IVW

8.6.4.2.6

8.6.4.2.6

IVW/Classificatiebureau

9.2.0.94.4;

9.2.0.94.4 ; 9.1.0.40.2.7,

IVW

9.3.1.23.1

9.3.1.23.1;

LR/Classificatiebureau

9.3.1.50.2; 9.3.2.12.7

9.3.1.50.2; 9.3.2.12.7

IVW

9.3.2.23.5; 9.3.2.50.2; 9.3.3.12.7;

9.3.2.23.5; 9.3.2.50.2; 9.3.3.12.7;

IVW

9.3.3.23.5; 9.3.3.50.2

9.3.3.23.5; 9.3.3.50.2

IVW

9.3.4.14, 9.3.4.1.5

9.3.4.14, 9.3.4.1.5

IVW

Artikel 3
  • 1. In tabel 1 wordt verstaan onder:

    Classificatiebureau:
    • een classificatiebureau als bedoeld in bijlage 1, voor zover het de uitvoering van de voorschriften in de vermelde nummers van bijlage 1 betreft, of

    • een classificatiebureau als bedoeld in bijlage 1a, voor zover het de uitvoering van de voorschriften in de vermelde nummers van bijlage 1a betreft;

    CBR:

    Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen;

    Defensie:

    Minister van Defensie;

    DGMo:

    Minister, namens deze, de Directeur-Generaal Mobiliteit;

    HID-RWS:

    Minister, namens deze de betrokken hoofdingenieur-directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    IVW:

    Minister, namens deze de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

    LR:

    Lloyds Register Nederland B.V.

    LNV:

    Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit;

    SZW:

    Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    politie:

    Korps landelijke politiediensten dan wel de regiopolitie in de desbetreffende regio;

    TNO DV:

    kerngebied Defensie en Veiligheid van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek;

    VROM:

    Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    VWS:

    Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 4
  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a. overeenstemming vooraf: het CBR doet schriftelijk een voorstel aan de Minister, die, indien akkoord, instemt;

    • b. informatie achteraf: het CBR informeert schriftelijk achteraf de Minister door toezending van een jaarlijks verslag, houdende:

      • aantallen examens;

      • aantallen geslaagden aan wie een verklaring als bedoeld in bijlage 1 of als bedoeld in bijlage 1a is verstrekt; en

      • een evaluatie van het in onderdeel a en b genoemde.

  • 2. Bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden, bedoeld in artikel 1 van deze bijlage, geeft het CBR toepassing aan tabel 2.

    Tabel 2 Specifieke bevoegdheden CBR

    Nummer ADNR

    Nummer ADN

    Bevoegdheid van CBR

    Overeenstemming vooraf

    Informatie achteraf

    8.2.1.2

    8.2.1.2

    Afgifte verklaring deskundige

     

    X

    8.2.1.4

    8.2.1.6

    Aantekening herhalingscursus deskundige

     

    X

    8.2.1.5 of 8.2.1.7

    8.2.1.4 of 8.2.1.5

    Aantekening vervolgcursus Gas of Chemie

     

    X

    8.2.1.6 of 8.2.1.8

    8.2.1.7 of 8.2.1.8

    Aantekening verlenging Gas of Chemie

     

    X

    8.2.2.6

    8.2.2.6

    Erkenning opleidingen:

      
      

    – vaststellen erkenningsrichtlijn

    X

     
      

    – feitelijke erkenning opleidingen

     

    X

    8.2.2.7

    8.2.2.7

    Vaststellen verloop van de examens:

      
      

    – opstellen examenreglement

    X

     
      

    – benoeming examen commissie

     

    X

      

    Vaststellen inhoud van de examens:

      
      

    – vaststellen nationale examenprogramma

    X

     

TOELICHTING

Internationale en Europese verplichtingen

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG) in verband met de internationale en Europese verplichtingen van Nederland wat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren betreft. Het gaat daarbij om drie verschillende verplichtingen.

1. Het ADNR, vastgesteld door de CCR

Het Reglement voor het vervoer gevaarlijke stoffen over de Rijn (het ADNR) wordt op grond van de Akte van Mannheim door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) vastgesteld ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren. In Nederland is dit de Rijn met inbegrip van de Waal en de Lek. Ingevolge artikel 46 van de Akte is Nederland, dat als Rijnoeverstaat is aangesloten bij de Akte, gebonden aan de ADNR-voorschriften.

2. Het ADN, vastgesteld in het kader van de ECE

De Economic Commission for Europe (ECE) valt onder de Ecnomic and Social Council (ECOSOC) van de Verenigde Naties en in dat ECE-verband komen onder meer de voorschriften voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (het ADR) tot stand. Op 26 mei 2000 is in dit ECE-verband ook de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (het ADN) tot stand gekomen. Deze overeenkomst is evenwel eerst op 29 februari 2008, nadat minstens zeven landen de ADN-overeenkomst hadden geratificeerd, in werking getreden. Ingevolge die overeenkomst zijn de voorschriften van het ADN vervolgens 12 maanden na inwerkingtreding, dus 1 maart 2009, van toepassing op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren tussen landen die partij zijn bij het ADN. Aangezien Nederland voor het vervoer over de Aktewateren reeds gebonden is aan de door het CCR vastgestelde ADNR, heeft Nederland bij de ondertekening met betrekking tot de Aktewateren een voorbehoud gemaakt. Dit voorbehoud strekt er toe dat Nederland nog niet gehouden is de ADN-voorschriften van toepassing te verklaren op het internationale vervoer over die Aktewateren (zie ook kamerstukken 27 919, nrs. 397 en 1).

3. Het ADN, opgenomen in een Europese richtlijn

Deze wijziging van de VBG dient voorts ter implementatie van richtlijn nr. 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PbEU L 260). Met deze richtlijn is één gemeenschappelijke regeling tot stand gebracht die van toepassing is op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, het spoor en de binnenwateren. Deze richtlijn brengt de plicht met zich om het ADN te implementeren voor het nationaal vervoer over alle binnenwateren en het vervoer binnen de Europese Unie. Deze plicht geldt ook voor de Aktewateren. Het Nederlandse voorbehoud bij de ondertekening van de ADN-overeenkomst ziet immers alleen op de reikwijdte van die overeenkomst en kan niet van invloed zijn op de reikwijdte van de Europese richtlijn. Evenwel bevat de richtlijn wel de mogelijkheid voor lidstaten om de bepalingen van het ADN tot uiterlijk 30 juni 2011 niet toe te passen. Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik voor zover het het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren betreft. In CCR-verband wordt gewerkt aan een zodanige wijziging van het ADNR, dat uiterlijk 30 juni 2011 op de Aktewateren aan zowel de Europese implementatieverplichting kan worden voldaan als de verplichtingen van Nederland in CCR-verband.

Het ADN en het ADNR

Gelet op voormelde weergave van de verschillende internationale verplichtingen is er voor gekozen om zowel de voorschriften van het ADN vertaald te implementeren in de VBG als ook de voorschriften van het ADNR. De laatstgenoemde voorschriften zijn van toepassing op het nationale en internationale vervoer over de Aktewateren. De bepalingen uit het ADN zijn van toepassing op het nationale en internationale vervoer over de overige binnenwateren. Formeel betekent dit dat bij het vervoer over de Aktewateren aan andere voorschriften moet worden voldaan dan in geval van vervoer over een niet-Aktewater. Materieel verschillen deze voorschriften evenwel nauwelijks. Wat de inhoudelijke rechten en plichten van een vervoerder betreft brengen de verschillen in elk geval geen nadelige gevolgen met zich.

De noodzaak voor het opnemen van zowel het ADN als het ADNR houdt dus geen verband met inhoudelijke verschillen, maar is ingegeven door de ECE- en Europese verplichtingen enerzijds en de CCR-verplichting anderzijds.

Normaliter treden de wijzigingen van het ADNR op 1 januari in werking, waarbij altijd de mogelijkheid wordt geboden om nog gedurende een half jaar gebruik te maken van de oude voorschriften. Door achterstanden bij de CCR in het vertalen van de versie van het ADNR van 2009 was het niet mogelijk deze voorschriften op 1 januari 2009 in de VBG op te nemen. Bij de vaststelling van het ADN wordt normaliter ook uitgegaan van inwerkingtreding op 1 januari, maar zoals hierboven is toegelicht zijn de voorschriften van het ADN, zowel die zijn vastgesteld in 2007 als de wijzigingen voor 2009, eerst van toepassing vanaf 1 maart 2009 op het vervoer tussen landen die partij zijn bij het ADN. Evenwel heeft ook de vertaling van het ADN vertraging op gelopen. Om deze reden treedt de gewijzigde VBG later in werking.

Bijlagen

De technische voorschriften van het ADNR zijn in het Nederlands vertaald opgenomen in bijlage 1 bij de VBG. De revisie van het ADNR heeft daarom ook aanpassing van deze bijlage tot gevolg.

Ten behoeve van de implementatie van de ADN-voorschriften wordt aan de VBG een nieuwe bijlage toegevoegd, bijlage 1a. Reeds in 2000 zijn de eerste technische voorschriften van het ADN vastgesteld. Ondanks dat de ADN-overeenkomst nog niet in werking was getreden, zijn ook deze voorschriften elke twee jaar gewijzigd. Ten tijde van inwerkingtreding van de ADN-overeenkomst in 2008 was de versie van het ADN van 2007 al vastgesteld en was ook al een versie voor 2009 in de maak. Aangezien het om een grote hoeveelheid voorschriften gaat en evenzeer om een grote hoeveelheid wijzigingen, was het tijdig opstellen van een integrale en vertaalde versie van de ADN-voorschriften niet mogelijk. Vandaar dat bijlage 2 bij deze regeling de voorschriften van het ADN uit 2007 bevat en bijlage 3 bij deze regeling de daarop aangebrachte wijzigingen van 2009.

Gezien de omvang van de bijlagen 1, 2 en 3 bij deze regeling is er voor gekozen deze niet in de Staatscourant te publiceren. In het slotformulier is, zoals gebruikelijk, bepaald dat die bijlagen bij de regeling wordt bekendgemaakt door terinzagelegging. Terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Koningskade 4, 2500 EX Den Haag. Voorts wordt gewerkt aan het opstellen van een integrale tekstversie van deze bijlagen, waarna deze zijn te raadplegen via de internetsite van de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat, www.ivw.nl.

Bijlage 2 bevat de Regeling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen met zeeschepen. Deze Regeling is laatstelijk gewijzigd op 24 november 2008 (Stcrt. 2008, 235). In bijlage 3 bij de VBG zijn voorschriften opgenomen ter invulling van of in aanvulling op de voorschriften van het ADN of het ADNR. In bijlage 4 bij de VBG zijn de instanties opgenomen die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen om de taken en bevoegdheden uit te voeren, zoals deze zijn opgenomen in de internationale voorschriften. Uiteraard zijn ten behoeve van de uitvoering van de taken en bevoegdheden genoemd in het ADNR dezelfde autoriteiten aangewezen als voor de uitvoering van de vergelijkbare taken en bevoegdheden als genoemd in het ADN.

Implementatie richtlijn nr. 2008/68/EG

Richtlijn nr. 2008/68/EG bepaalt wat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren betreft met name dat het ADN van toepassing is op dat vervoer binnen het grondgebied van de Europese Unie. In Nederland is evenwel reeds sinds jaar en dag het ADNR van toepassing op dat vervoer. Aangezien Nederland ook gehouden is om het ADNR toe te passen op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren, maakt Nederland voor het vervoer voer die Aktewateren gebruik van de mogelijkheid van artikel 7, tweede lid, van de richtlijn om de bepalingen van het ADN nog niet toe te passen. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de overige binnenwateren zijn die ADN-bepalingen met deze regeling wel reeds van toepassing.

Een aantal bepalingen van bijlage 3 bevat aanvullingen op de voorschriften die in het ADN en het ADNR zijn opgenomen. Hoofdstuk 1.9 van het ADN biedt de mogelijkheid voor het stellen van aanvullende nationale of regionale voorschriften. Nu ook dit hoofdstuk ingevolge de richtlijn van toepassing is op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren, staat de richtlijn aan het opnemen van deze aanvullende voorschriften niet in de weg. Dit volgt ook uit de overwegingen bij de richtlijn (zie in dit verband met name overweging 5 en 10).

Met deze wijziging van de VBG worden overigens niet de in de richtlijn, onder verwijzing naar de voorschriften van het ADN, opgenomen voorschriften voor het vervoer van radioactieve stoffen geïmplementeerd. Dat vervoer wordt namelijk niet gereguleerd via de Wvgs, maar via de Kernergiewet. Zie in dit kader het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen.

In de richtlijn wordt voorts het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en de weg gereguleerd. Ten behoeve van die implementatie worden de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen respectievelijk de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen bij afzonderlijke regelingen gewijzigd.

Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van richtlijn nr. 2008/68/EG zijn geïmplementeerd. De niet genoemde bepalingen van de richtlijn hebben geen betrekking op de situatie in Nederland of behoeven geen implementatie.

Richtlijn

Wijze van implementatie

Art. 1, lid 1

Is reeds geïmplementeerd door middel van artikel 2 van de Wvgs

Art. 1, lid 4, onder a

Wordt niet toegepast

Art. 1, lid 4, onder b

Wordt toegepast in artikel 3 van bijlage 3

Art. 2, onderdeel 6

Is reeds geïmplementeerd door middel van artikel 1 van de Wvgs

Art. 3

Verbod en voorwaardelijk toegelaten vervoer wordt voor wat betreft de niet-Aktewateren gereguleerd in de artikelen 3, 4 en 5 van de Wvgs juncto 2 van het Bvgs juncto 3 van de VBG

Art. 4

Is reeds geïmplementeerd door het toepassingsbereik als opgenomen in artikel 2 van de Wvgs, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen tussen lidstaten of derde landen

Art. 5, eerste lid

Wordt niet toegepast

Art. 6, eerste lid

Wordt niet toegepast

Art. 6, tweede lid

Wordt niet toegepast

Art. 6. vijfde lid

Ontheffingsmogelijkheid is opgenomen in artikel 9 van de Wvgs juncto artikel 2 van Bijlage 2 VSG

Art. 7, tweede lid

Wordt toegepast voor zover het gaat om het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Aktewateren

Administratieve lasten

Nu de wijziging van de VBG rechtstreeks verband houdt met de wijzigingen van internationale voorschriften en de implementatie van richtlijn nr. 2008/68/EG is de ontwerpregeling niet voorgelegd aan het Adviescollege voor de toetsing van administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Deze wijziging van de begripsbepalingen maakt duidelijk wat onder de Aktewateren moet worden verstaan en wat onder binnenwateren. Deze aanvulling van de begripsbepalingen is nodig nu op de Aktewateren het ADNR van toepassing is, terwijl het ADN van toepassing is op de overige binnenwateren.

B

In artikel 2 van de VBG wordt een overzicht gegeven van alle bijlagen behorende bij de VBG en wordt verduidelijkt waar deze bijlagen betrekking op hebben. Aan deze bijlagen wordt een nieuwe bijlage, bijlage 1a, toegevoegd waarin de Nederlandse vertaling van het ADN is opgenomen.

C

Artikel 3 bevat de verbodsbepaling voor het vervoer van aangewezen gevaarlijke stoffen. Met de wijziging van deze bepaling, waarin verwezen wordt naar bijlage 1 respectievelijk bijlage 1a, wordt het onderscheid duidelijk gemaakt tussen de vervoersvoorschriften voor de Aktewateren respectievelijk de overige binnenwateren. Materieel verschillen deze voorschriften nauwelijks. Evenwel is dit onderscheid bij de handhaving wel van belang. Indien een vervoerder op de Aktewateren de voorschriften niet in acht neemt, dan handelt hij in strijd met artikel 3, eerste lid. Neemt een vervoerder op de overige binnenwateren de voorschriften niet in acht, dan handelt hij in strijd met het tweede lid van artikel 3.

D

Bijlage 1 bij de VBG wordt gewijzigd conform de wijzigingen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling en volgen de wijzigingen van het ADNR. De omvang van de wijzigingen is dusdanig dat zij evenals voorheen ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

E

Bijlage 1a bevat de Nederlandse vertaling van de voorschriften van het ADN, zoals deze in 2007 in pan-Europees verband zijn vastgesteld. Ook de omvang van deze voorschriften is van dien aard dat de voorschriften ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

F

Na vaststelling van de ADN-voorschriften in 2007 heeft ook met betrekking tot deze voorschriften inmiddels een tweejaarlijkse revisie plaatsgevonden. Gelet op de omvang van deze wijzigingen en de benodigde tijd voor het vertalen daarvan, was het niet mogelijk om de Nederlandse vertaling van deze wijzigingen tijdig te integreren in de Nederlandse vertaling van de voorschriften uit 2007. Vandaar dat deze wijzigingen in een afzonderlijke bijlage bij deze regeling zijn gevoegd. Ook deze gewijzigde voorschriften liggen ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

G en H

Bijlage 3 bevat aanvullende nationale voorschriften. De aanpassingen van de artikelen 1 en 2 van deze bijlage zijn nodig om te verduidelijken dat de in deze bijlage opgenomen bepalingen in voorkomende gevallen voorrang hebben boven de bepalingen uit zowel het ADNR als het ADN.

I

In de randnummers 7.1.5.1.1 en 7.1.5.1.2 van het ADNR is een aantal beperkingen opgenomen voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen met duwstellen van een bepaalde afmeting of gekoppelde samenstellen. Zo mogen duwstellen, waarvan de afmetingen 195.24 m overschrijden, geen tankschepen bevatten, die gevaarlijke goederen vervoeren of niet ontgast zijn. Het ADN kent deze beperking niet, maar biedt de bevoegde autoriteiten in de vergelijkbare randnummers wel de mogelijkheid om beperkingen voor dat vervoer te stellen. Met dit nieuwe artikel 5 wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Als gevolg daarvan gelden voor dat vervoer met dergelijke duwstellen op de binnenwateren dezelfde beperkingen als op de Aktewateren.

J

In bijlage 4 zijn de instanties opgenomen die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen om de taken en bevoegdheden uit te voeren, zoals deze zijn opgenomen in de internationale voorschriften. In de daarin opgenomen tabel 1 is een kolom toegevoegd ten behoeve van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in het ADN. Aangezien de verschillen tussen het ADN en het ADNR minimaal zijn, komen de taken en bevoegdheden waarvoor een autoriteit moet worden aangewezen overeen. Er is voor gezorgd dat ook de voor die taken en bevoegdheden aangewezen autoriteiten met elkaar overeen komen. In tabel 2 zijn de specifieke bevoegdheden van het CBR opgenomen. Vergelijkbaar met tabel 1, is ook aan tabel 2 een extra kolom opgenomen ten behoeve van de overeenkomstige randnummers van het ADN.

Artikel II

De wijziging van het VBG treedt 1 juli 2009 in werking. Deze datum houdt verband met de uiterlijke implementatietermijn van de richtlijn 2008/68/EG. Voorts sluit deze datum aan bij de overgangstermijn die normaliter wordt gehanteerd bij de wijziging van internationale voorschriften. Deze overgangstermijn bedraagt gewoonlijk een half jaar na de gebruikelijke inwerkingtreding van de wijzigingen van de voorschriften op 1 januari. Zoals reeds is toegelicht was inwerkingtreding op dat moment evenwel nog niet mogelijk vanwege vertragingen in het proces van de vertaling van de internationale voorschriften.

Formeel betekent inwerkingtreding van de wijziging van de VBG op 1 juli 2009 dus dat de overgangstermijn voor de internationale voorschriften reeds is beëindigd en de gebruikers direct na inwerkingtreding van de VBG aan de gewijzigde internationale voorschriften moeten voldoen. Door middel van een mededeling op de IVW-site en informatie via de brancheorganisaties zijn de gebruikers evenwel op de komst van de nieuwe voorschriften voorbereid en kunnen zij reeds over de Engelstalige, Franstalige of Duitstalige versie van de voorschriften beschikken.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven