Beleidsregels van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2009, nr. Z/VU-2935922, houdende vervanging van de bijlagen 6 en 8 van de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11 van het Zorgindicatiebesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlagen 6 en 8 van de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ worden vervangen door de bij deze beleidsregels gevoegde bijlagen 6 en 8.

ARTIKEL II

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2009.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting, maar zonder de bijlagen, in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen liggen met ingang van de tweede dag na bekendmaking van de beleidsregels ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.

TOELICHTING

De beleidsregels op basis waarvan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vaststelt of een verzekerde is aangewezen op bepaalde vormen van zorg waarop op grond van de verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) aanspraak bestaat, zijn opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 8 van de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ.

Met ingang van 1 juli 2009 zijn de bijlagen 6 en 8 zoals die tot die datum golden, vervangen door de bij de onderhavige beleidsregels gevoegde bijlagen.

De wijziging met ingang van 1 juli 2009 van bijlage 6 Begeleiding is noodzakelijk in verband met de strekking van de Richtlijn Afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs¹.

Het doel van de richtlijn is ervoor te zorgen dat elk kind, ongeacht de mate van beperking, onderwijs kan volgen. Op het moment dat de zorgvraag zodanig is dat daaruit vanuit het onderwijs (als voorliggende voorziening) niet meer kan worden voldaan, kan de AWBZ aan de orde zijn. De richtlijn strekt ertoe een heldere markering te bieden voor het regelen van de inzet van AWBZ-zorg tijdens schooluren. De richtlijn legt daarvoor vast in welke mate de noodzakelijke zorg in onderwijssituaties kan worden bekostigd op grond van een andere wettelijke regeling, zijnde de onderwijsregelgeving.

De richtlijn heeft aan helderheid gewonnen nu met de pakketmaatregelen AWBZ de aanspraak begeleiding per 1 januari 2009 nader is gedefinieerd en gemaximeerd. Deze pakketmaatregelen AWBZ zijn gericht op het terugbrengen van de AWBZ tot zijn oorspronkelijke kern van zware zorg voor de meest kwetsbaren. De pakketmaatregelen AWBZ houden in dat verzekerden met lichte beperkingen zijn uitgesloten van de begeleidingsfunctie. Alleen kinderen met matige tot zware beperkingen hebben toegang gehouden tot AWBZ-begeleiding als zij daarop zijn aangewezen. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geeft op grond van artikel 13 van het Zorgindicatiebesluit in zijn indicatiebesluit onder meer aan, ingeval de verzekerde niet is aangewezen op verblijf, de hoeveelheid zorg in tijd per zorgvorm. Dat wordt uitgedrukt in een bandbreedte van uren, een klasse genoemd. Per 1 januari 2009 is de door het CIZ te indiceren hoeveelheid begeleiding (zonder verblijf) gemaximeerd. De Beleidsregels indicatiestelling AWBZ zijn daartoe aangepast. De per die datum opgenomen maximering houdt in dat de te indiceren begeleiding gericht op toezicht is gemaximeerd op 3,9 uur per week (klasse 2²). De totale omvang van de te indiceren begeleiding is met de pakketmaatregelen gemaximeerd op 19,9 uur per week (klasse 7³).

Kinderen kunnen AWBZ-begeleiding tijdens schooluren alleen geïndiceerd krijgen als het gaat om begeleiding gericht op toezicht. De maximering op klasse 2 van de te indiceren begeleiding gericht op toezicht kan echter tot gevolg hebben dat kinderen met matige tot zware beperkingen en een indicatie voor speciaal onderwijs aanvullende AWBZ-begeleiding tijdens schooluren tekort komen. Hierdoor komt hun toegang tot onderwijs als zodanig in het gedrang. Gegeven de richtlijn is dit te zien als een onbedoeld effect van de pakketmaatregelen AWBZ. Daarom is met de onderhavige beleidsregels geregeld dat in geval van zeer ernstige gedragsproblematiek de omvang van de te indiceren AWBZ-begeleiding wanneer het mede gaat om toezicht tijdens onderwijs, met één klasse kan worden verhoogd. Dit leidt ertoe dat voor kinderen die in verband met zeer ernstige gedragsproblematiek ook toezicht tijdens het onderwijs aanvullend vanuit de AWBZ nodig hebben, in totaal maximaal 24,9 uur per week (klasse 8⁴) begeleiding geïndiceerd kunnen krijgen.

De wijziging van bijlage 8 Verblijf is noodzakelijk nu de zorgzwaartepakketten voor de zintuiglijk gehandicapten definitief zijn vastgesteld. Tevens biedt dit de mogelijkheid om de omschrijving van de aanspraak verblijf correct op te nemen in bijlage 8. Die omschrijving is per 1 januari 2009 in het Besluit zorgaanspraken AWBZ aangepast. Nagelaten was de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ daar eveneens op aan te passen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker.

---

1 Kamerstukken II 2003/04, 26 631 en 27728, nr. 75.

2 Klasse 2: 2–3,9 uur per week.

3 Klasse 7: 16–19,9 uur per week.

4 Klasse 8: 20–24,9 uur per week.