Regeling van 18 juni 2009, nr. 2009-0000328855 (2), Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 (opneming vingerafdrukken)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 3, derde lid, 59, 65, eerste lid, onderdeel b, en vierde tot en met zesde lid, van de Paspoortwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3 wordt in paragraaf 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a Documenten zonder vingerafdrukken

  • 1. De reisdocumenten, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a, d, e, f en g, en tweede lid, van de wet worden niet voorzien van vingerafdrukken van de houder.

  • 2. Nationale paspoorten die door plaatsing van standaardclausule IX de status van dienstpaspoort krijgen, worden niet voorzien van vingerafdrukken van de houder.

B

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde lid tot tweede lid, vervallen het tweede, derde en vijfde lid.

2. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. De geldigheid van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort wordt bij elke verstrekking afzonderlijk vastgesteld door de Minister van Buitenlandse Zaken. Indien als gevolg van een tijdelijke verhindering bij de aanvrager geen vingerafdrukken in het paspoort kunnen worden opgenomen, wordt de geldigheidsduur vastgesteld met een maximale geldigheid van één jaar.

C

Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a Vingerafdrukken

  • 1. Bij het indienen van een aanvraag voor een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort, worden de afdrukken van vier vingers van de aanvrager opgenomen. Indien een nationaal paspoort door de plaatsing van standaardclausule IX de status van dienstpaspoort krijgt, worden bij de aanvraag voor een dienstpaspoort geen afdrukken van de vingers van de aanvrager opgenomen.

  • 2. In het reisdocument, bedoeld in het eerste lid, worden twee platte afdrukken van de linker- en de rechterwijsvinger opgenomen. Indien de kwaliteit van de vingerafdrukken van de wijsvingers ontoereikend is, worden platte afdrukken van de middelvingers, ringvingers of duimen van goede kwaliteit opgenomen. In de reisdocumentenadministratie worden de afdrukken opgenomen die in het reisdocument worden opgenomen alsmede twee platte afdrukken van goede kwaliteit van de overige vingers. In de reisdocumentenadministratie worden indien geen twee afdrukken van goede kwaliteit van de wijsvingers, middelvingers, ringvingers of duimen kunnen worden verkregen, de afdrukken van goede kwaliteit van één of beide pinken opgenomen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt van het opnemen van vingerafdrukken afgezien, indien de aanvrager op het moment van het indienen van de aanvraag de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt.

  • 4. Indien de daartoe aangewezen ambtenaar van oordeel is dat het fysiek dan wel als gevolg van een tijdelijke verhindering onmogelijk is om van de aanvrager op het moment van het indienen van de aanvraag vier vingerafdrukken op te nemen, worden in ieder geval de afdrukken opgenomen van de vingers waarbij dit volgens de daartoe aangewezen ambtenaar wel mogelijk is. Bij gerede twijfel of het fysiek dan wel als gevolg van een tijdelijke verhindering onmogelijk is om vier vingerafdrukken op te nemen, kan van de aanvrager worden verlangd, dat deze daartoe een door een bevoegde arts of medische instelling ondertekende verklaring overlegt.

D

De titel van hoofdstuk III, paragraaf 4 komt te luiden: Het opnemen van de foto, de vingerafdrukken en de handtekening

E

Aan artikel 49 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het opnemen van de vingerafdrukken bedoeld in artikel 40a, geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagstation.

F

Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Het toevoegen van de foto, de vingerafdrukken en de handtekening aan de aanvraag.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De ingevolge artikel 49, derde lid, gedigitaliseerde foto en handtekening alsmede de ingevolge artikel 49, vijfde lid, opgenomen vingerafdrukken worden met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 51, samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

G

Na artikel 62 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 62a Verificatie vingerafdrukken bij uitreiking

  • 1. Indien in het aangevraagde reisdocument vingerafdrukken van de aanvrager zijn opgenomen, kan de daartoe aangewezen ambtenaar met gebruikmaking van het aanvraagstation de vingerafdrukken van de aanvrager verifiëren tegen de in het reisdocument opgenomen vingerafdrukken, tenzij artikel 28, derde lid, van de wet van toepassing is.

  • 2. Indien de verificatie niet slaagt, wordt het reisdocument niet uitgereikt.

H

De aanhef van artikel 86 komt te luiden:

Onverminderd het bepaalde in artikel 65, tweede lid, van de wet, wordt de verstrekking van gegevens uit de in artikel 83 bedoelde reisdocumentenadministratie uitsluitend toegestaan aan:

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 28 juni 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van de Europese Unie betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PbEU L 385, hierna: de Verordening) moeten twee vingerafdrukken van de houder in (de chip in) zijn reisdocument worden opgenomen. Aan deze verplichting en de uitzonderingen die de Verordening biedt, wordt in de Paspoortwet uitvoering gegeven. Tevens is in de Paspoortwet geregeld dat naast de genoemde twee vingerafdrukken, nog twee extra vingerafdrukken van de houder worden opgenomen. De vier opgenomen vingerafdrukken worden, totdat de nieuwe reisdocumentenadministratie tot stand zal zijn gekomen, opgeslagen in de administraties van de tot uitreiking bevoegde autoriteiten. De Paspoortwet bepaalt dat een aantal zaken bij ministeriële regeling nader moet worden uitgewerkt.

Onderhavige wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 geeft invulling aan de artikelen 3, derde lid, 59 en 65, eerste lid, onder b, vierde, vijfde en zesde lid, van de Paspoortwet. In de eerste plaats worden de reisdocumenten aangewezen die niet worden voorzien van vingerafdrukken. Daarnaast wordt een afwijkende geldigheidsduur vastgesteld voor reisdocumenten, waarin als gevolg van een tijdelijke verhindering bij de aanvrager geen vingerafdrukken kunnen worden opgenomen. Tevens worden regels gesteld over de gevallen waarin kan worden afgezien van het van de aanvrager opnemen van zijn vingerafdrukken en op welke wijze de vingerafdrukken worden opgenomen. Tot slot wordt verduidelijkt aan wie de vingerafdrukken die in de reisdocumentenadministratie van de uitgevende autoriteit zijn opgenomen, verstrekt mogen worden.

Artikelsgewijs

Alleen de inhoudelijke wijzigingen zijn toegelicht.

Onderdeel A

Bij de inwerkingtreding van deze regeling worden uitsluitend in het diplomatieke paspoort en het dienstpaspoort vingerafdrukken opgenomen1.

Onderdeel B

Indien als gevolg van een tijdelijke verhindering2 (tijdelijk gebrek) bij de aanvrager in het diplomatieke paspoort of dienstpaspoort geen vingerafdrukken kunnen worden opgenomen, mag de geldigheid van het document door de Minister van Buitenlandse Zaken op ten hoogste 1 jaar worden gesteld. Indien als gevolg van een fysieke onmogelijkheid (permanent gebrek) geen twee vingerafdrukken kunnen worden opgenomen, wordt de geldigheid van het betreffende document op reguliere wijze vastgesteld.

Onderdeel C

Bij het indienen van de aanvraag worden van de aanvrager vier vingerafdrukken opgenomen, waarvan twee in het betreffende reisdocument worden opgenomen. Alle vier opgenomen vingerafdrukken worden in de reisdocumentenadministratie bewaard.

Op grond van de technische specificaties die de Europese Commissie in 2006 op basis van artikel 2 van de verordening heeft vastgesteld in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, zijn de primaire vingerafdrukken die in de reisdocumenten moeten worden opgenomen ‘platte (niet gerolde) afdrukken van de linker- en de rechterwijsvinger. Wanneer de kwaliteit van de vingerafdrukken van de wijsvingers ontoereikend is en/of in geval van verwonding van de wijsvingers moeten, volgens de beschikking, platte afdrukken van de middelvingers, ringvingers of duimen van goede kwaliteit worden opgenomen.’ Indien het niet mogelijk is om (voldoende) afdrukken op te nemen van de in de beschikking genoemde vingers, worden afdrukken van goede kwaliteit van de pinken opgenomen. De afdrukken van pinken worden alleen opgeslagen in de reisdocumentenadministratie en worden dus niet opgenomen in het reisdocument. Het aanvraagstation waarmee de vingerafdrukken worden opgenomen (zie onderdeel E) bepaalt automatisch of de afdruk van de vinger die wordt opgenomen van voldoende kwaliteit is. Indien dat niet het geval is, zal het aanvraagstation aangeven dat een andere vinger moet worden opgenomen.

Van een aanvrager die de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt, worden geen vingerafdrukken opgenomen.

Er kunnen, bijvoorbeeld medische, oorzaken zijn waardoor het niet mogelijk is om vingerafdrukken op te nemen. Indien het blijvend onmogelijk zal zijn om vingerafdrukken op te nemen, wordt er gesproken van een fysieke onmogelijkheid (permanent gebrek) Indien het naar verwachting op termijn wel weer mogelijk zal zijn om vingerafdrukken op te nemen is er sprake van een tijdelijke verhindering (tijdelijk gebrek). Dit onderscheid is van belang voor de vaststelling van de geldigheidsduur van het aangevraagde document (zie PUB, onderdeel B). Het is aan de ambtenaar om op grond van zijn eigen waarneming te besluiten om wel of niet tot opneming van de afdruk van een vinger over te gaan. Indien echter gerede twijfel bestaat of er wel daadwerkelijk sprake is van een fysieke onmogelijkheid (permanent gebrek) of tijdelijk verhindering (tijdelijk gebrek), kan om een medische verklaring worden gevraagd waaruit blijkt dat er inderdaad sprake is van fysieke onmogelijkheid of tijdelijk gebrek. Een reden voor gerede twijfel bij de ambtenaar kan zijn dat in het huidige document van de aanvrager op grond van een tijdelijk gebrek geen vingerafdrukken zijn opgenomen. Een andere reden voor gerede twijfel kan zijn dat de aanvrager geen vingerafdrukken wil laten opnemen omdat hij stelt een gebrek aan zijn vingers te hebben maar de ambtenaar zelf het gebrek niet waarneemt.

Onderdeel E

Het opnemen van de vingerafdrukken geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagstation. In welke volgorde de vingers moeten worden opgenomen wordt aangegeven door het aanvraagstation. De volgorde houdt rekening met de hierboven genoemde technische specificaties van de Europese Commissie. Tevens kan, indien van toepassing, per vinger worden aangegeven dat deze niet kan worden opgenomen vanwege een permanent gebrek of tijdelijk gebrek.

PUB, onderdeel G

Voorafgaand aan de uitreiking van een reisdocument waarin vingerafdrukken zijn opgenomen, kunnen de vingerafdrukken van de aanvrager worden geverifieerd tegen de vingerafdrukken die van hem in het document zijn opgenomen. De ambtenaar kan hiertoe besluiten indien hij aan de identiteit van de aanvrager twijfelt of als de aanvrager daar zelf om verzoekt. Indien er verificatie plaatsvindt, mag mag alleen als de verificatie van beide vingers slaagt het document worden uitgereikt.

Onderdeel H

Ter voorkoming van onduidelijkheid bij de uitgevende instanties, wordt in de aanhef van artikel 86 gewezen op de onverminderde geldigheid van artikel 65, tweede lid, van de Paspoortwet. In dat artikel wordt bepaald dat de in de administratie van de tot uitreiking bevoegde autoriteit opgeslagen vingerafdrukken uitsluitend worden verstrekt aan autoriteiten, instellingen en personen die belast zijn met de uitvoering van de Paspoortwet, voor zover zij de gegevens nodig hebben voor die uitvoering.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.


XNoot
1

TK 2008–2009, 31.324 (R1844), nr. 22.

XNoot
2

In de verordening wordt de uitdrukking ‘tijdelijk onmogelijk’ gehanteerd.

Naar boven