De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van
Buitenlandse Zaken;
Gelet op de artikelen 3, derde lid,
59, 65, eerste lid, onderdeel b, en vierde tot en met zesde lid, van de
Paspoortwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001
wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 3 wordt in paragraaf 3 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 3a Documenten zonder vingerafdrukken
1. De reisdocumenten, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder
a, d, e, f en g, en tweede lid, van de wet worden niet voorzien van
vingerafdrukken van de houder.
2. Nationale paspoorten die door plaatsing van
standaardclausule IX de status van dienstpaspoort krijgen, worden niet voorzien
van vingerafdrukken van de houder.
B
Artikel 93, zevende en achtste lid, komen te luiden:
7. Ten behoeve van het opstellen en evalueren van de
beveiligingsprocedure wordt gebruik gemaakt van de door het Agentschap BPR
daarvoor beschikbaar gestelde hulpmiddelen. Afwijkingen van de
beveiligingsvoorschriften worden schriftelijk vastgelegd en ten minste vijf
jaren naast de beveiligingsprocedure bewaard.
8. De burgemeester wijst een beveiligingsfunctionaris aan die
belast is met het beheer van en het toezicht op de naleving van de
beveiligingsprocedure.
ARTIKEL II
De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 3 wordt in paragraaf 3 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 3a Documenten zonder vingerafdrukken
1. De reisdocumenten, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder
a, d, e, f en g, en tweede lid, van de wet worden niet voorzien van
vingerafdrukken van de houder.
2. Nationale paspoorten die door plaatsing van
standaardclausule IX de status van dienstpaspoort krijgen, worden niet voorzien
van vingerafdrukken van de houder.
B
Artikel 31, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde lid tot tweede lid,
vervallen het tweede, derde en vijfde lid.
2. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:
2. De geldigheid van een diplomatiek paspoort of een
dienstpaspoort wordt bij elke verstrekking afzonderlijk vastgesteld door de
Minister van Buitenlandse Zaken. Indien als gevolg van een tijdelijke
verhindering bij de aanvrager geen vingerafdrukken in het paspoort kunnen
worden opgenomen, wordt de geldigheidsduur vastgesteld met een maximale
geldigheid van één jaar.
C
Na artikel 42 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 42a Vingerafdrukken
1. Bij het indienen van een aanvraag voor een diplomatiek
paspoort of een dienstpaspoort, worden de afdrukken van vier vingers van de
aanvrager opgenomen. Indien een nationaal paspoort door de plaatsing van
standaardclausule IX de status van dienstpaspoort krijgt, worden bij de
aanvraag voor een dienstpaspoort geen afdrukken van de vingers van de aanvrager
opgenomen.
2. In het reisdocument, bedoeld in het eerste lid, worden twee
platte afdrukken van de linker- en de rechterwijsvinger opgenomen. Indien de
kwaliteit van de vingerafdrukken van de wijsvingers ontoereikend is, worden
platte afdrukken van de middelvingers, ringvingers of duimen van goede
kwaliteit opgenomen. In de reisdocumentenadministratie worden de afdrukken
opgenomen die in het reisdocument worden opgenomen alsmede twee platte
afdrukken van goede kwaliteit van de overige vingers. In de
reisdocumentenadministratie worden indien geen twee afdrukken van goede
kwaliteit van de wijsvingers, middelvingers, ringvingers of duimen kunnen
worden verkregen, afdrukken van goede kwaliteit van één of beide pinken
opgenomen.
3. In afwijking van het eerste lid wordt van het opnemen van
vingerafdrukken afgezien, indien de aanvrager op het moment van het indienen
van de aanvraag de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt.
4. Indien de daartoe aangewezen ambtenaar van oordeel is dat
het fysiek dan wel als gevolg van een tijdelijke verhindering onmogelijk is om
van de aanvrager op het moment van het indienen van de aanvraag vier
vingerafdrukken op te nemen, worden in ieder geval de afdrukken opgenomen van
de vingers waarbij dit volgens de daartoe aangewezen ambtenaar wel mogelijk is.
Bij gerede twijfel of het fysiek dan wel als gevolg van een tijdelijke
verhindering onmogelijk is om vier vingerafdrukken op te nemen, kan van de
aanvrager worden verlangd, dat deze daartoe een door een bevoegde arts of
medische instelling ondertekende verklaring overlegt.
D
De titel van hoofdstuk III, paragraaf 4 komt te luiden: Het
opnemen van de foto, de vingerafdrukken en de handtekening
E
Aan artikel 51 wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Het toevoegen van de foto, de
vingerafdrukken en de handtekening aan de aanvraag.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De ingevolge artikel 51, derde lid, gedigitaliseerde foto
en handtekening alsmede de ingevolge artikel 51, vijfde lid, opgenomen
vingerafdrukken worden met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 53,
samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.
G
Na artikel 64 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 64a Verificatie vingerafdrukken bij uitreiking
1. Indien in het aangevraagde reisdocument vingerafdrukken van
de aanvrager zijn opgenomen, kan de daartoe aangewezen ambtenaar met
gebruikmaking van het aanvraagstation de vingerafdrukken van de aanvrager
verifiëren tegen de in het reisdocument opgenomen vingerafdrukken, tenzij
artikel 28, derde lid, van de wet van toepassing is.
2. Indien de verificatie niet slaagt, wordt het reisdocument
niet uitgereikt.
H
De aanhef van artikel 85, komt te luiden:
Onverminderd het bepaalde in artikel 65, tweede lid, van de
wet, wordt de verstrekking van gegevens uit de in de artikelen 82 en 83
bedoelde reisdocumentenadministratie uitsluitend toegestaan aan:
ARTIKEL III
In de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke
Marechaussee 2001 wordt na artikel 3 in paragraaf 3 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 3a Documenten zonder vingerafdrukken
1. De reisdocumenten, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a,
d, e, f en g, en tweede lid, van de wet worden niet voorzien van
vingerafdrukken van de houder.
2. Nationale paspoorten die door plaatsing van standaardclausule
IX de status van dienstpaspoort krijgen, worden niet voorzien van
vingerafdrukken van de houder.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 28 juni 2009.
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van de
Europese Unie betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en
biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en
reisdocumenten (PbEU L 385, hierna: de Verordening) moeten twee vingerafdrukken
van de houder in (de chip in) zijn reisdocument worden opgenomen. Aan deze
verplichting en de uitzonderingen die de Verordening biedt, wordt in de
Paspoortwet uitvoering gegeven. Tevens is in de Paspoortwet geregeld dat naast
de genoemde twee vingerafdrukken, nog twee extra vingerafdrukken van de houder
worden opgenomen. De vier opgenomen vingerafdrukken worden, totdat de nieuwe
reisdocumentenadministratie tot stand zal zijn gekomen, opgeslagen in de
administraties van de tot uitreiking bevoegde autoriteiten. De Paspoortwet
bepaalt dat een aantal zaken bij ministeriële regeling nader moet worden
uitgewerkt.
Onderhavige wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de
Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 geeft invulling aan
de artikelen 3, derde lid, 59 en 65, eerste lid, onder b, vierde, vijfde en
zesde lid, van de Paspoortwet. In de eerste plaats worden de reisdocumenten
aangewezen die niet worden voorzien van vingerafdrukken. Daarnaast wordt een
afwijkende geldigheidsduur vastgesteld voor reisdocumenten, waarin als gevolg
van een tijdelijke verhindering bij de aanvrager geen vingerafdrukken kunnen
worden opgenomen. Tevens worden regels gesteld over de gevallen waarin kan
worden afgezien van het van de aanvrager opnemen van zijn vingerafdrukken en op
welke wijze de vingerafdrukken worden opgenomen. Tot slot wordt verduidelijkt
aan wie de vingerafdrukken die in de reisdocumentenadministratie van de
uitgevende autoriteit zijn opgenomen, verstrekt mogen worden.
Artikelsgewijs
Alleen de inhoudelijke wijzigingen zijn toegelicht.
Artikel I: Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN)
Artikel II: Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
(PUB)
Artikel III: Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee
(PUKMar)
PUN, onderdeel A
PUB, onderdeel A
PUKMar
Bij de inwerkingtreding van deze regeling worden uitsluitend in het
diplomatieke paspoort en het dienstpaspoort vingerafdrukken opgenomen1.
PUN, onderdeel B
Bij de laatste wijziging van de PUN (stcr. 2009, nr. 24) zijn als
gevolg van een omissie in de vernummering van de leden van artikel 93, bij het
zevende en achtste lid abusievelijk verkeerde teksten opgenomen. Dit wordt nu
hersteld.
PUB, onderdeel B
Indien als gevolg van een tijdelijke verhindering2 (tijdelijk gebrek) bij de aanvrager in het diplomatieke
paspoort of dienstpaspoort geen vingerafdrukken kunnen worden opgenomen, mag de
geldigheid van het document door de Minister van Buitenlandse Zaken op ten
hoogste 1 jaar worden gesteld. Indien als gevolg van een fysieke onmogelijkheid
(permanent gebrek) geen twee vingerafdrukken kunnen worden opgenomen, wordt de
geldigheid van het betreffende document op reguliere wijze vastgesteld.
PUB, onderdeel C
Bij het indienen van de aanvraag worden van de aanvrager vier
vingerafdrukken opgenomen, waarvan twee in het betreffende reisdocument worden
opgenomen. Alle vier opgenomen vingerafdrukken worden in de
reisdocumentenadministratie bewaard.
Op grond van de technische specificaties die de Europese
Commissie in 2006 op basis van artikel 2 van de verordening heeft vastgesteld
in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische
gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, zijn de
primaire vingerafdrukken die in de reisdocumenten moeten worden opgenomen
‘platte (niet gerolde) afdrukken van de linker- en de rechterwijsvinger.
Wanneer de kwaliteit van de vingerafdrukken van de wijsvingers ontoereikend is
en/of in geval van verwonding van de wijsvingers moeten, volgens de
beschikking, platte afdrukken van de middelvingers, ringvingers of duimen van
goede kwaliteit worden opgenomen.’ Indien het niet mogelijk is om (voldoende)
afdrukken op te nemen van de in de beschikking genoemde vingers, worden
afdrukken van goede kwaliteit van de pinken opgenomen. De afdrukken van pinken
worden alleen opgeslagen in de reisdocumentenadministratie en worden dus niet
opgenomen in het reisdocument. Het aanvraagstation waarmee de vingerafdrukken
worden opgenomen (zie PUB, onderdeel E) bepaalt automatisch of de afdruk van de
vinger die wordt opgenomen van voldoende kwaliteit is. Indien dat niet het
geval is, zal het aanvraagstation aangeven dat een andere vinger moet worden
opgenomen.
Van een aanvrager die de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft
bereikt, worden geen vingerafdrukken opgenomen.
Er kunnen, bijvoorbeeld medische, oorzaken zijn waardoor het niet
mogelijk is om vingerafdrukken op te nemen. Indien het blijvend onmogelijk zal
zijn om vingerafdrukken op te nemen, wordt er gesproken van een fysieke
onmogelijkheid (permanent gebrek) Indien het naar verwachting op termijn wel
weer mogelijk zal zijn om vingerafdrukken op te nemen is er sprake van een
tijdelijke verhindering (tijdelijk gebrek). Dit onderscheid is van belang voor
de vaststelling van de geldigheidsduur van het aangevraagde document (zie PUB,
onderdeel B). Het is aan de ambtenaar om op grond van zijn eigen waarneming te
besluiten om wel of niet tot opneming van de afdruk van een vinger over te
gaan. Indien echter gerede twijfel bestaat of er wel daadwerkelijk sprake is
van een fysieke onmogelijkheid (permanent gebrek) of tijdelijk verhindering
(tijdelijk gebrek), kan om een medische verklaring worden gevraagd waaruit
blijkt dat er inderdaad sprake is van fysieke onmogelijkheid of tijdelijk
gebrek. Een reden voor gerede twijfel bij de ambtenaar kan zijn dat in het
huidige document van de aanvrager op grond van een tijdelijk gebrek geen
vingerafdrukken zijn opgenomen. Een andere reden voor gerede twijfel kan zijn
dat de aanvrager geen vingerafdrukken wil laten opnemen omdat hij stelt een
gebrek aan zijn vingers te hebben maar de ambtenaar zelf het gebrek niet
waarneemt.
PUB, onderdeel E
Het opnemen van de vingerafdrukken geschiedt met gebruikmaking
van het aanvraagstation. In welke volgorde de vingers moeten worden opgenomen
wordt aangegeven door het aanvraagstation. De volgorde houdt rekening met de
hierboven genoemde technische specificaties van de Europese Commissie.
PUB, onderdeel G
Voorafgaand aan de uitreiking van een reisdocument waarin
vingerafdrukken zijn opgenomen, kunnen de vingerafdrukken van de aanvrager
worden geverifieerd tegen de vingerafdrukken die van hem in het document zijn
opgenomen. De ambtenaar kan hiertoe besluiten indien hij aan de identiteit van
de aanvrager twijfelt of als de aanvrager daar zelf om verzoekt. Indien er
verificatie plaatsvindt, mag alleen als de verificatie van beide vingers slaagt
het document worden uitgereikt.
PUB, onderdeel H
Ter voorkoming van onduidelijkheid bij de uitgevende instanties,
wordt in de aanhef van artikel 85 gewezen op de onverminderde geldigheid van
artikel 65, tweede lid, van de Paspoortwet. In dat artikel wordt bepaald dat de
in de administratie van de tot uitreiking bevoegde autoriteit opgeslagen
vingerafdrukken uitsluitend worden verstrekt aan autoriteiten, instellingen en
personen die belast zijn met de uitvoering van de Paspoortwet, voor zover zij
de gegevens nodig hebben voor die uitvoering.
De Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.