Regeling tijdelijke bijzondere projecten

De bijzondere projecten van het Fonds BKVB behoren tot het zogenaamde derde spoor van het beleid. Zij vallen uiteen in structurele en tijdelijke bijzondere projecten. De structurele bijzondere projecten, zoals de oeuvreprijzen en de publicatiesubsidies berusten allen op een eigen regeling, zij maken deel uit van het reguliere beleid van het Fonds BKVB.

De tijdelijke bijzondere projecten zijn het beleid in wording en kunnen bestaan uit:

Pilotprojecten, het benoemen en bevorderen van aandachtsgebieden en tijdelijke regelingen, al dan niet in samenwerking met derden.

De ondersteuning van tijdelijke bijzondere projecten duurt in principe niet langer dan drie jaar, zij wordt dan onderdeel van het Fondsbeleid of zij wordt, gezien haar aard, beëindigd.

Deze regeling is de grondslag voor de ondersteuning van tijdelijke bijzondere projecten

26 mei 2009

De Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst,

Na goedkeuring van de Minister van OC&W bij brief van 26 mei 2009;

Besluit tot vaststelling van onderstaande regeling:

HOOFDSTUK I. DEFINITIES

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de stichting:

het Fonds BKVB.

b. het bestuur:

het bestuur van het Fonds BKVB.

c. de adviescommissie bijzondere projecten:

de commissie zoals bedoeld in artikel 7 en verder van deze regeling.

HOOFDSTUK II. DOEL

Artikel 2

Ingevolge de doelstelling van de stichting, volgens de bepalingen, vastgesteld in dit reglement, kan het bestuur projecten initiëren om activiteiten te bevorderen die van belang zijn voor de kwaliteit en de betekenis van de beeldende kunst, vormgeving en of bouwkunst in Nederland dan wel de totstandkoming van dergelijke projecten stimuleren. Het gaat hierbij om bijzondere projecten die het subsidie-instrumentarium van het Fonds BKVB aanvullen cq versterken.

Het bestuur kan hiertoe onder meer:

  • a. pilotprojecten uitzetten

  • b. disciplines of aandachtsgebieden aanwijzen die een bijzondere stimulering behoeven.

HOOFDSTUK III. BIJZONDERE PROJECTEN

Voor de verschillende bijzondere projecten zoals bedoeld in artikel 2 gelden de volgende bepalingen

Artikel 3 Pilotprojecten

  • 1. Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur incidentele subsidies bij wijze van pilotprojecten verstrekken.

  • 2. In de beschikking waarmee de pilot verstrekt wordt, worden in ieder geval het doel van het pilotproject, de hoogte en de wijze van subsidiering en de afrekening van de subsidie vastgesteld.

Artikel 4 Stimuleren aandachtsgebieden

  • 1. Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur een specifieke discipline of aandachtsgebied aanwijzen om het beleid op dat gebied tijdelijk te intensiveren gedurende een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 2. Het bestuur kan hiertoe een of meer intendanten aanstellen of een tijdelijke regeling vaststellen, al dan niet in samenwerking met derden, die als deelregeling van onderhavige regeling geldt.

Artikel 5 Intendant

  • 1. De intendant werkt aan de hand van een programmadocument, dat door het bestuur is goedgekeurd.

  • 2. De intendant heeft een budget tot zijn beschikking waarover hij, binnen van tevoren vastgestelde uitgangspunten en verantwoordingsverplichtingen kan beschikken.

  • 3. De intendant kan worden geadviseerd en aangestuurd door een daartoe in te stellen stuurgroep waarin deskundigen op het desbetreffende gebied zitting hebben.

  • 4. De intendant valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur.

Artikel 6 Tijdelijke regeling

Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur een tijdelijke regeling vaststellen als deelregeling van onderhavige regeling. Daarin kunnen maatregelen worden opgenomen voor het stimuleren van een bepaalde discipline of aandachtsgebied, al dan niet in samenwerking met derden.

HOOFDSTUK IV. ADVIESCOMMISSIE BIJZONDERE PROJECTEN

Artikel 7

  • 1. Voor de advisering in het kader van deze regeling benoemt het bestuur een adviescommissie bijzondere projecten.

  • 2. De adviescommissie heeft tot taak het Fonds op hoofdlijnen te adviseren over de tijdelijke bijzondere projecten.

  • 3. Het fonds brengt in de adviescommissie verslag uit over het verloop van de tijdelijke bijzondere projecten.

Artikel 8

  • 1. De adviescommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden.

  • 2. Het bestuur benoemt en ontslaat de leden van de adviescommissie.

  • 3. De leden worden in eerste instantie voor een periode van twee jaar benoemd, en kunnen tweemaal een jaar worden herbenoemd.

  • 4. Een lid van het bestuur kan niet tot lid van de adviescommissie worden benoemd.

  • 5. Het Fonds voegt uit het personeel van de fondsbureau een secretaris toe aan de adviescommissie. De secretaris roept op tot vergaderingen. Hij maakt van het ter vergadering verhandelde notulen op, die door hem en de voorzitter worden getekend.

Artikel 9

  • 1. De adviescommissie brengt eenmaal per jaar verslag uit aan het bestuur.

  • 2. De adviescommissie vergadert zo vaak het Fonds dit noodzakelijk acht, maar minimaal 3 keer per jaar.

  • 3. De vergaderingen van de adviescommissie zijn niet openbaar.

  • 4. Al hetgeen de leden van de adviescommissie uit hoofde van deze functie ter kennis komt, is strikt vertrouwelijk.

Artikel 10

Indien in een vergadering van de adviescommissie zaken aan de orde komen waarbij een lid van de commissie of familieleden van dit commissielid lid tot in de tweede graad, dan wel iemand waarmee dit lid een duurzame relatie heeft betrokken is en het desbetreffende lid dientengevolge een direct financieel belang bij de advisering zou kunnen hebben, dient dit lid bij de aanvang van de behandeling van deze zaak de voorzitter daarvan op de hoogte te stellen.

Het betrokken commissielid woont het onderdeel van de vergadering, waarin het betreffende punt behandeld wordt, niet bij.

HOOFDSTUK V. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 11

Indien gebruik wordt gemaakt van een subsidie van het fonds kunnen geen financiële middelen op basis van deze regeling worden verstrekt, die, naar het oordeel van het bestuur, in dezelfde dekking van kosten voorzien.

Artikel 12

Geen financiële middelen kunnen worden verstrekt aan leden van het bestuur noch aan leden van de adviescommissie.

Artikel 13

Financiële middelen op grond van deze regeling kunnen slechts worden verstrekt voorzover de daartoe bestemde middelen toereikend zijn.

Artikel 14

Aan de verstrekking van financiële middelen op grond van deze regeling kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking toekomstige verstrekking van financiële middelen uit deze of enig andere regeling van het Fonds BKVB.

HOOFDSTUK VI. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

In gevallen waarin de wet, de statuten of dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 16

Het bestuur kan wegens zwaarwichtige redenen van dit reglement afwijken.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant…

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling tijdelijke bijzondere projecten’.

De Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst.

Naar boven