Wijziging Tijdelijke subsidieregeling innovatie binnenvaart met betrekking tot de subsidiëring van de inhuur van schepen en enkele technische aanpassingen van die regeling

5 juni 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/603 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, tweede lid, onderdeel e, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke subsidieregeling innovatie binnenvaart1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, komt te luiden:

  • 4°. huurkosten van machines, apparatuur en schepen naar rato van het gebruik voor het project gedurende de projectperiode. Voor het totaal van de huurkosten van schepen geldt een maximum van € 50.000;

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1’. voor het eerste lid vervalt.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. voor een demonstratieproject als bedoeld in artikel 2, tweede lid: 30 procent van de subsidiabele projectkosten als bedoeld in artikel 6, eerste lid.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

2. De zinsnede ‘de in artikel 7, onder b en d, genoemde percentages’ wordt vervangen door: de in artikel 7, onder b, d, e en f, genoemde percentages.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot aanvulling van de regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 6 februari 2009 ter vergroting van de reikwijdte en tot wijziging van de aanvraagprocedure van de Tijdelijke subsidieregeling innovatie binnenvaart (Stcrt. 2009, 29). Deze aanvullingen betreffen een aanscherping van de subsidiebepalingen voor de inhuur van schepen, de toevoeging van een subsidiepercentage voor demonstratieprojecten en de toepassing van een MKB-toeslag voor combinatieprojecten van industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling alsmede demonstratieprojecten.

Administratieve lasten

De onderhavige aanvullingen betreffen met name de hoogte van het subsidiebedrag en hebben geen gevolgen voor de informatieverplichtingen van de subsidieaanvrager. Er zijn dan ook geen effecten op de administratieve lasten. Derhalve is deze regeling niet ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met de wijziging van 6 februari 2009 was beoogd de kosten voor het inhuren van schepen te begrenzen tot een maximum van € 50.000. Aangezien niet geheel duidelijk was of het in dit onderdeel genoemde maximumbedrag tevens op de huurkosten van machines en apparatuur betrekking heeft is de tekst aangescherpt.

Onderdeel B

In de eerder genoemde wijziging van 6 februari 2009 van de Tijdelijke subsidieregeling innovatie binnenvaart zijn ook demonstratieprojecten subsidiabel gemaakt, wat voor het verkrijgen of vergroten van draagvlak voor de vernieuwingen in de binnenvaart noodzakelijk is. Door de toevoeging van dit onderdeel wordt aangegeven welk percentage van de subsidiabele kosten ten hoogste aan demonstratieprojecten kan worden toegekend.

Onderdeel C

Wanneer de aanvrager een MKB-onderneming is, kan het subsidiepercentage worden verhoogd met ten hoogste 15 procentpunten van de projectkosten. Dit geldt ook voor combinatieprojecten die bestaan uit zowel industrieel onderzoek als experimentele ontwikkeling en voor demonstratieprojecten.

Artikel II

Aangezien de nieuwe aanvragen voor subsidieverlening in de loop van april 2009 worden behandeld treden de onderhavige wijzigingen met terugwerkende kracht tot en met 1 april 2009 in werking. Dit is zonder bezwaar mogelijk aangezien de regeling een begunstigend karakter heeft. Van de in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, gestelde subsidiegrens worden de kosten voor huur van machines en andere apparatuur nadrukkelijk uitgezonderd. In artikel 7, onderdeel f, is een nog ontbrekend subsidiepercentage voor demonstratieprojecten thans ingevuld.

Verder worden de mogelijkheden om voor MKB-ondernemingen het subsidiepercentage te verhogen verruimd.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.


XNoot
1

Stcrt. 2008, 129; gewijzigd bij ministeriële regeling van 6 februari 2009 (Stcrt. 29).

Naar boven