Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 juni 2009, houdende vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de tomatenteelt tegen Tuta absoluta (tomatenmineermot)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van de daartoe aangewezen lokstoffen ter bescherming van de teelt van tomaten tegen Tuta absoluta (tomatenmineermot).

Artikel 2

De vrijstelling, bedoeld in artikel 1, is slechts van toepassing voor zover de voorschriften, die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en vervalt 120 dagen erna.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de tomatenteelt tegen Tuta absoluta (tomatenmineermot).

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juni 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2

Inleiding

De tomatenmineermot Tuta absoluta is niet in Nederland gevestigd. De mot is zeer schadelijk voor de tomatenteelt. Bij een eventuele uitbraak van de mot is bescherming van de tomatenteelt dringend gewenst. Om de gangbare geïntegreerde bestrijding in de tomatenteelt niet te verstoren, is het inzetten van feromoonvallen volgens de hieronder aangegeven dosering noodzakelijk.

Toepassingen:

In de teelt van tomaat, ter bestrijding van de tomatenmineermot Tuta absoluta.

Toepassingsinterval:

Gedurende het teeltseizoen feromoonvallen inzetten. Om de 6 weken de feromoonvallen verversen.

Toepassingswijze:

De feromoondispensers in een insectenval met lijmbodem plaatsen. Het synthetische seksferomoon van Tuta absoluta bestaat uit (3E,8Z,11Z)-3,8,11-tetradecatrien-1-yl acetate. Seksferomonen zijn soort specifiek. Mannetjes zijn uiterst sensitief voor het feromoon en de concentratie van het feromoon in de lucht is zeer gering.

Dosering:

15 à 20 feromoonvallen per hectare.

Voorgestelde periode

In juni kunnen de eerste uitbraken verwacht worden. Zolang de vrijstelling geldt, worden in het teeltseizoen (januari tot oktober) zo nodig (bij een uitbraak van de tomatenmineermot) de vallen geplaatst volgens bovenstaande voorschriften. De vrijstelling geldt vanaf de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en vervalt 120 dagen erna.

TOELICHTING

Inleiding

Met deze vrijstelling wordt het voor een beperkte periode toegestaan in de teelt van tomaten gebruik te maken van feromoon bevattende vallen ter bescherming tegen het schadelijk organisme Tuta absoluta (tomatenmineermot). De vrijstelling geldt voor de periode vanaf de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en 120 dagen erna.

Kader

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biocide maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel in Nederland te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.

Beoordeling

De definitie van een gewasbeschermingsmiddel is functioneel van aard en is niet beperkt tot de commerciële aanbiedingsvorm ervan. Wordt een bepaalde stof of middel aangewend met de bestemming om planten te beschermen tegen schadelijke organismen, dan kan er sprake zijn van een gewasbeschermingsmiddel in de zin van artikel 1 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. In dit geval is hiervan sprake. Daarmee is deze wet van toepassing.

Synthetische feromonen mogen als lokstof zonder toelating ingezet worden in zogenoemde monitoring vallen. In dat geval kan volstaan worden met circa 2 vallen per hectare. Voor een deugdelijke bestrijdingsmethode, zo adviseert de Plantenziektenkundige Dienst, is een veelvoud hiervan nodig. Het toepassen van feromoonvallen op grote schaal met als bestemming bescherming van de tomatenplant kan voor een periode van 120 dagen via artikel 38 van de wet beschikbaar komen, indien de plantaardige productie door onvoorziene, op geen enkele ander wijze te bestrijden gevaren wordt bedreigd. Hieronder wordt onderzocht of aan deze voorwaarden wordt voldaan.

Bedreiging van de plantaardige productie

De tomatenmineerder Tuta absoluta is een zeer schadelijk insect voor de tomatenteelt. Tuta absoluta heeft geen officiële quarantaine status in EU. Het organisme komt nog niet voor in Nederlandse teelten en wordt door de Plantenziektenkundige Dienst als zeer schadelijk beschouwd. Het is mogelijk dat er lokale uitbraken in Nederlandse tomatenproductiebedrijven zullen zijn in 2009, gezien de recente vondsten van het organisme op Spaanse tomaten op Nederlandse verpakkingsbedrijven. Conclusie: de plantaardige productie wordt bedreigd.

Het onvoorzien voorkomen van de tomatenmineermot

Tuta absoluta is niet gevestigd in Nederland. Sinds 2008 is het organisme echter wel gevestigd in Spanje. Recentelijk zijn helaas echter wel enkele exemplaren van het organisme aangetroffen bij enkele verpakkingsbedrijven in Nederland, die Spaanse tomaten verpakken. Dit is onverwacht en onvoorzien. Conclusie: het voorkomen van de tomatenmineermot is onvoorzien.

Alternatieven voor het gebruik van mass trapping

In Nederland zijn Steward (Indoxacarb), Nomolt (Teflubenzeron), Runner(Methoxyfenoxyde), Tracer(Spinosad) en Turex (Bt) toegelaten en worden in de praktijk toegepast als insecticide tegen Lepidoptera in de tomatenteelt. Onderzoek in Spanje heeft aangetoond dat van bovengenoemde middelen alleen Tracer en Steward effectief zijn tegen de tomatenmineermot. Deltamethrin zou ook ingezet kunnen worden, echter dit middel heeft zware bijwerkingen op hommels en biologische bestrijders en wordt in de praktijk niet gebruikt.

Naast insecticiden worden de biologische bestrijders Macrolophus caliginosus en Nesidiocorius tenuis in Spanje ingezet tegen de tomatenmineermot, in combinatie met feromonenvallen op grote schaal (ook wel mass trapping genoemd). Macrolophus caliginosus is in Nederland toegelaten. In de Nederlandse tomatenteelt is het gebruik van insecticiden tot een uiterst minimum beperkt om de bestuiving met hommels en de biologische bestrijding van diverse plagen niet te verstoren.Conclusie: er zijn alternatieve bestrijdingsmethodieken beschikbaar. Echter deze hebben een ingrijpend effect op de gangbare geïntegreerde bestrijding in de tomatenteelt. Het inzetten van insecticiden verstoort de bestuiving en biologische bestrijding. Er zijn geen alternatieven voor de gangbare geïntegreerde bestrijding.

Het synthetische seksferomoon van Tuta absoluta bestaat uit (3E,8Z,11Z)-3,8,11-tetradecatrien-1-yl acetate. Het feromoon wordt ingezet om de aanwezigheid en dichtheid van het organisme in teelten vast te stellen (monitoring). Daarnaast wordt het feromoon in Spanje gebruikt in ‘mass trapping’. Bij mass trapping wordt een grote hoeveelheid vallen toegepast (15–20 vallen per ha) om zoveel mogelijk mannetjes weg te vangen. Door het wegvangen van de mannelijke populatie daalt het aantal succesvolle paringen en vruchtbare vrouwtjes. Hierdoor blijft de populatiedruk laag en kan het organisme biologisch bestreden worden.

Seksferomonen zijn soort specifiek. Mannetjes zijn uiterst sensitief voor het feromoon en de concentratie van het feromoon in de lucht is zeer gering. In principe zijn alle feromonen, chemische stoffen die in de natuur voorkomen. Op basis van OECD(2001) zijn in de V.S. minder stringente eisen voor de toelating van feromoon als onderdeel van een bestrijdingmethodiek. In Nederland is alleen RAK3 en RAK4 als feromoonproduct toegelaten in de bestrijding (verwarringtechniek) tegen Cydia pomonella en Adoxophyes orana.

Conclusie: aan de criteria van artikel 38 van de wet is voldaan.

Risicobeoordeling

In het kader van deze vrijstelling zijn de risico’s van het voorgenomen gebruik (15–20 vallen per hectare) door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden beoordeeld op hun effecten op de gezondheid van mens en dier en op het milieu. Daarbij is niet gebleken van onaanvaardbare risico’s voor de werknemer, de consument of het milieu. Het College ziet derhalve geen bezwaren voor een eventuele vrijstelling.

Conclusie

Gelet op het bovenstaande en getoetst aan de criteria van artikel 38 van de Wet heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in dit bijzondere geval besloten de gevraagde vrijstelling te verlenen. Immers, de plantaardige productie van tomaten en met name de geïntegreerde bestrijding ervan, wordt bedreigd, deze bedreiging is onvoorzien en alternatieve bestrijdingsmethoden in de geïntegreerde teelt van tomaten, ontbreken.

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na publicatie. Daarmee wordt afgeweken van de LNV uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving, die inhouden dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli ingaan met ten minste 3 maanden tevoren voorafgaande publicatie. Reden voor deze afwijking is dat de beschermingsmaatregel tegen de tomatenmineermot zo spoedig mogelijk moet ingaan.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven