Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 december 2008, nr. PG/ZP-2898849, houdende tijdelijke regels met betrekking tot productvoorschriften voor Lucky Bamboo (Tijdelijke Warenwetregeling productvoorschriften Lucky Bamboo)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op artikel 15, eerste lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Lucky Bamboo:

sierplant met de wetenschappelijke naam Dracaena sanderiana;

b. tijgermug:

insect met de wetenschappelijke naam Aedes albopictus, alsmede de eitjes, de larven en de poppen daarvan.

Artikel 2

Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij artikel 3, eerste lid, en artikel 4.

Artikel 3

  • 1. Lucky Bamboo:

    • a. wordt vrij van tijgermuggen verhandeld;

    • b. wordt vanuit derde landen binnen Nederlands grondgebied gebracht en verder vervoerd in gesloten containers die uitsluitend in een besloten ruimte geopend worden; en

    • c. verlaat de onder b bedoelde besloten ruimte niet eerder dan drie weken nadat een aanvang is gemaakt met een afdoende behandeling met een biocide dat geschikt is om de planten vrij te maken van de tijgermug.

  • 2. Voor de toepassing van deze regeling wordt een partij Lucky Bamboo gelijkgesteld met een plant.

Artikel 4

  • 1. De verhandelaar beschikt voor de behandeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, over een bestrijdingsplan.

  • 2. De verhandelaar beschikt voorts over een administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van het bestrijdingsplan op een systematische wijze zijn vastgelegd.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Warenwetregeling productvoorschriften Lucky Bamboo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

Algemeen

Met de import van Lucky Bambooplanten vanuit derde landen (landen die niet lid zijn van de EU of de EER) wordt tevens de Aziatische tijgermug geïmporteerd. Op de planten zijn eitjes en larven van deze mug aanwezig. Tijdens het vervoer en in de kassen ontwikkelen deze eitjes, larven en poppen zich tot muggen. De planten zijn afkomstig uit gebieden waar het dengue virus endemisch is en verspreid wordt door de tijgermug. Bovendien kan de mug drager zijn van verschillende andere voor de mens gevaarlijke ziektes. Import en vestiging van de tijgermug in Nederland moeten voorkomen worden omdat de mug als mogelijke verspreider van die gevaarlijke ziektes een bedreiging is voor de volksgezondheid. Waar in deze toelichting gesproken wordt over tijgermuggen, wordt daarbij tevens gedoeld op de eitjes, larven en poppen daarvan.

In oktober 2007 is met alle gevestigde importeurs van Lucky Bamboo in een convenant (Stcrt. 2007, 224) afgesproken dat zij de planten vrij van tijgermuggen importeren. Uit de monitoring in de kassen door de Plantenziektenkundige Dienst, in opdracht van het RIVM, bleek dat in de periode vanaf juni 2008 bij diverse importeurs tijgermuggen zijn gevangen. De importeurs zijn hier onmiddellijk per brief op aangesproken. Dit heeft echter niet geleid tot een nulvangst van tijgermuggen. Het is duidelijk dat de inspanningsverplichting in een convenant niet het gewenste resultaat oplevert. Daarom zijn ingrijpender maatregelen noodzakelijk.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft geadviseerd1 de huidige afspraken in het convenant om te zetten in wetgeving zodat een verbod/beperking op de import van de tijgermug ook daadwerkelijk gehandhaafd kan worden. Daarnaast adviseert het RIVM om de importeurs te verplichten de planten in de kassen te behandelen met bestrijdingsmiddelen; het RIVM noemt daarbij Bacillus thuringiensis israeliensis (bti), een biocide. Hoewel op het moment van inwerkingtreding van deze regeling voor bti een vrijstelling is verleend, betreft het een niet- toegelaten middel.

Het huidige convenant wordt niet verlengd omdat het effect onvoldoende is. Door vaststelling van deze spoedregeling zal vanaf het moment van inwerkingtreding gelden dat alle importeurs en alle overige verhandelaren er zorg voor hebben te dragen dat door hun verhandelde Lucky Bamboo vrij is van tijgermuggen. De inspanningsverplichting voor de importeurs wordt dus vervangen door een resultaatsverplichting voor alle verhandelaren.

Het ligt voor de hand dat importeurs sluitende afspraken maken met leveranciers in het land van herkomst. Het is de verantwoordelijkheid van een ieder die Lucky Bamboo verhandelt zich ervan te vergewissen dat de afspraken die moeten leiden tot mugvrije Lucky Bamboo, daadwerkelijk worden nageleefd. Deze regeling dwingt daartoe. Indien verhandelaren de afspraken niet hebben gemaakt en zij zich er niet van hebben vergewist dat hun planten vrij zijn van tijgermuggen, doen zij er verstandig aan met onmiddellijke ingang passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zeker wordt dat hun planten mugvrij zijn. Verhandelaren kunnen zich in ieder geval niet aan hun verantwoordelijkheid onttrekken door zich achter hun leveranciers te verschuilen.

Daarnaast rust op iedere importeur de verplichting de op het convenant gebaseerde praktijk te continueren dat Lucky Bamboo vanuit derde landen in gesloten containers binnen Nederland wordt gebracht en deze containers pas te openen indien zij zijn gearriveerd in de kassen waar de planten worden opgekweekt. De eitjes van de tijgermug ontwikkelen zich voor het grootste deel binnen 48 uur nadat zij met vocht in aanraking zijn gekomen tot larven. Mogelijke eitjes zullen daardoor binnen de tijd dat de planten worden opgekweekt, tot ontwikkeling komen. Om er zeker van te zijn dat alle eitjes op de planten tot ontwikkeling zijn gekomen voordat deze worden verhandeld, dienen de planten minimaal drie weken in de kassen te blijven staan. Omdat de eitjes net zoals de larven lastiger te detecteren en moeilijker te bestrijden zijn dan de volwassen muggen, worden de verhandelaren tevens verplicht hun planten te behandelen met een biocide dat geschikt is om deze vrij te maken van de tijgermug en de larven en eitjes daarvan. Bij een behoorlijk bestrijdingplan, moet het niet mogelijk worden geacht dat de tijgermug in welke hoedanigheid ook, zijn verblijf in de kassen overleeft.

Het is aan de verhandelaren van Lucky Bamboo te bepalen welk biocide zij wensen aan te wenden, zolang het maar voldoende effectief is, toegelaten is als bestrijdingsmiddel voor muggen en larven en door de wet is toegestaan. Zo nodig kunnen zij zelf bevorderen dat de nodige toelatingen worden verleend.

Omdat een spoedige voorziening in het belang van de volksgezondheid wordt verlangd, kan op basis van artikel 15, eerste lid van de Warenwet deze tijdelijke regeling worden vastgesteld. De regeling zal binnen twee jaar vervangen dienen te worden door een algemene maatregel van bestuur.

De tijgermug kan door zijn agressieve bijtgedrag grote overlast bezorgen bij de bevolking. Hoewel er rekening mee moet worden gehouden dat de tijgermug zich op termijn vanuit Zuid-Europa richting Nederland verspreidt, kan door het treffen van de nodige maatregelen tegen de verspreiding via Lucky Bamboo, voorkomen worden dat van die mug een meer dan onvermijdbare bedreiging uitgaat. Daarmee wordt ook voorkomen dat eerder dan strikt noodzakelijk, grootschalige bestrijdingscampanges dienen plaats te vinden, zoals nu bijvoorbeeld in Spanje, Italië en Frankrijk aan de orde zijn. De voordelen voor de volksgezondheid wegen ruimschoots op tegen de nadelen van de inbreuk die plaatsvindt op het vrije handelsverkeer. Het leidt er immers toe dat de kans dat personen door de beet van een tijgermug ernstig ziek worden, tot een minimum wordt beperkt. De beperkingen waaraan de handel in Lucky Bamboo wordt onderworpen zijn weinig meer belastend dan de beperkingen waar de importeurs zich in het convenant vrijwillig aan hebben onderworpen.

Door in deze spoedregeling enerzijds een verbod op te nemen op de import uit derde landen en het vervolgens verhandelen van Lucky Bamboo dat niet vrij is van tijgermuggen, en anderzijds een verplichting op te nemen tot behandeling van de planten met biociden, zijn geen overgangsvoorzieningen noodzakelijk. Iedere verhandelaar kan vanaf het tijdstip dat deze regeling in werking treedt, aan die voorwaarden voldoen. Gelet op de korte termijn waarop deze regeling in werking treedt, zullen geen verdere randvoorwaarden worden gesteld. Bij vaststelling van de algemene maatregel van bestuur zal bezien worden of dat alsnog moet gebeuren.

Op de naleving van deze regeling zal (mede) worden toegezien door de ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst. Die ambtenaren zullen daarvoor bij afzonderlijk besluit worden aangewezen. Indien het nodig is handhavend op te treden, zal vooralsnog de Voedsel en Waren Autoriteit als handhavende instantie worden ingeschakeld.

Artikelsgewijs

Artikel 3

Lucky Bamboo mag niet worden verhandeld indien de planten niet vrij zijn van tijgermuggen. Dat geldt niet alleen voor iedere afzonderlijk te verhandelen plant, doch ook voor partijen van die planten. Indien in een partij Lucky Bamboo één of meer besmette planten worden aangetroffen, geldt de hele partij als besmet.

De planten dienen vanuit derde landen in gesloten containers in Nederland te worden ingevoerd. Die containers moeten worden geopend in een besloten ruimte. Het betreft hier geen quarantaine. In de praktijk zal het gaan om de kas waar de planten verder worden opgekweekt. Hoewel er een verplichting bestaat tot het mugvrij verhandelen van de planten, is daarnaast, om ieder risico uit te sluiten, een aparte verplichting opgenomen om de planten afdoende met een biocide te behandelen.

Artikel 4

De verhandelaar zal een bestrijdingsplan moeten hanteren dat leidt tot een afdoende bestrijding van de tijgermug. Wat afdoende is, is op voorhand niet aan te geven. Dat hangt af van meerdere factoren. De toezichthouder zal, bijvoorbeeld aan de hand van het gebruikte middel, de hoeveelheid planten en andere factoren, moeten beoordelen of het plan toereikend is.

Teneinde goed toezicht mogelijk te maken, zal de verhandelaar over de uitvoering van het bestrijdingsplan een behoorlijke administratie moeten voeren. Een ontoereikend bestrijdingsplan, leidt tot overtreding van het eerste lid. De verhandelaar is daarvoor aansprakelijk.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger. De effecten voor de bedrijven zullen bij de algemene maatregel van bestuur in kaart worden gebracht.

Notificatie bij de Europese Commissie (richtlijn 98/34/EG)

Het ontwerp van deze regeling is op 18 november 2998 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204). De notificatie bij de Europese Commissie is noodzakelijk, aangezien de ontwerpregeling vermoedelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 98/34/EG. Voor zover dit besluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van de volksgezondheid. Hierbij is gebruik gemaakt van de spoedprocedure, bedoeld in artikel 9, zevende lid, van richtlijn 98/34/EG, in verband met de ernst van de situatie die verband houdt met de veiligheid van personen.

De Europese commissie is akkoord met de regeling, nadat in de regeling was opgenomen dat deze toeziet op de invoer van Lucky Bamboo uit derde landen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.


XNoot
1

Advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 september 2008.

Naar boven