De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 9, vierde lid, van
de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, artikel 10, derde lid,
artikel 16, vierde lid en artikel 18, vierde lid, van de Wet vergoedingen leden
Eerste Kamer, artikel 7, derde lid, en artikel 10, derde lid, van het
Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen, en artikel 4, vierde lid
en artikel 6, vierde lid van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene
Rekenkamer en Nationale ombudsman;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 9, eerste lid, van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt ‘€ 2323,23’ vervangen door:
€ 2395,25.
ARTIKEL II
De Wet vergoedingen leden Eerste Kamer wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 10, eerste lid, wordt ‘ € 2495,47’ vervangen door:
€ 2570,68.
B
In artikel 16, eerste lid, wordt ‘€ 2212,42’ vervangen door:
€ 2281,01.
C
In artikel 18, tweede lid, wordt ‘€ 276,71’ vervangen door
‘€ 285,21’, wordt ‘€ 2755,14’ vervangen door ‘€ 2839,79’, wordt ‘€ 5511,37’
vervangen door ‘€ 5680,71’ en wordt ‘€ 8956,11’ vervangen door:
€ 9231,30.
ARTIKEL III
Het Voorzieningenbesluit ministers en
staatssecretarissen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, wordt ‘€ 0,55’ vervangen door ‘€ 0,56’
en wordt ‘€ 0,63’ vervangen door: € 0,65.
B
Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b wordt ‘ € 1267,78 ‘ telkens vervangen
door: € 1307,08.
2. In onderdeel c wordt ‘ € 633,88 ‘ vervangen door:
€ 653,53.
3. In onderdeel d wordt ‘ € 527,55 ‘ vervangen door: € 543,90.
ARTIKEL IV
Het Besluit rechtspositie Raad van State,
Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, derde lid, wordt ‘€ 0,55’ vervangen door ‘€ 0,56’
en wordt ‘€ 0,63’ vervangen door: € 0,65.
B
In artikel 6, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘ € 633,88’
vervangen door: € 653,53 en in onderdeel b wordt ‘€ 527,55’ vervangen door:
€ 543,90.
ARTIKEL V
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na
de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. De artikelen I, II, en III werken terug tot en met 1 januari
2009.
3. Artikel IV werkt terug tot en met 13 februari 2009.
TOELICHTING
In de rechtspositieregelingen van politieke ambtsdragers is een
onkostenvergoeding opgenomen voor aan de uitoefening van het ambt verbonden
kosten. Daarbij is bepaald dat deze vergoeding bij regeling van de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met ingang van 1 januari van ieder
jaar wordt aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de
maand september daaraan voorafgaand.
De consumentenprijsindex voor 2008 is bepaald op 105,19. Voor 2007
was dit indexcijfer 102,07. Dit betekent dat de bedragen van de
onkostenvergoeding per 1 januari 2009 worden verhoogd met 3,1%. Onderhavige
regeling geeft uitvoering aan de desbetreffende bepalingen en wijzigt de
vergoeding van de leden van de Tweede Kamer (artikel I,) en de leden van de
Eerste Kamer (artikel II, onderdeel B) en de bewindslieden, (artikel III,
onderdeel B). Met ingang van 13 februari 2009 is het Besluit rechtspositie Raad
van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman in werking getreden. In
dit besluit zijn de bedragen voor de onkostenvergoeding voor 2008 opgenomen.
Deze bedragen worden met ingang van 13 februari aangepast aan de
vergoedingsbedragen voor 2009 (artikel IV, onderdeel B). De wijziging van de
indexatie van de onkostenvergoeding over de periode 1 januari 2009 tot en met
12 februari 2009 wordt afzonderlijk geregeld.
Ook strekt deze regeling tot aanpassing van de bedragen die zijn
opgenomen in artikel 7, tweede lid, en artikel 10, tweede lid, van het
Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen voor het jaar 2009 en
artikel 4, derde lid van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene
Rekenkamer en Nationale ombudsman. Deze bedragen hebben betrekking op de
maximaal toegestane kilometerprijs van de dienstauto. Deze bedragen worden
jaarlijks bij ministeriële regeling geïndexeerd. De maximaal toegestane
kilometerprijs wordt geïndexeerd aan de hand van de gemiddelde
prijsindexcijfers autolease over de laatste vier kwartalen, zoals per 1 januari
van elk jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd
(artikel 7, derde lid, van het Voorzieningenbesluit ministers en
staatssecretarissen).
Op grond van artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de
loonbelasting 1964 kunnen kamerleden ervoor kiezen het kamerlidmaatschap aan te
merken als een dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.
Op grond van artikel 9, tweede lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede
Kamer en artikel 16, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer
wordt de vergoeding voor aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten
verhoogd met de voor die vergoeding verschuldigde loonbelasting. Voor leden van
de Tweede Kamer bedraagt de vergoeding op grond van in artikel 9, tweede lid,
van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in dat geval in 2009
€ 4.990,09 per jaar. Voor leden van de Eerste Kamer bedraagt de vergoeding op
grond van in artikel 16, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer
in dat geval in 2009 € 4752,10 per jaar.
Tevens worden met artikel II, onderdelen A en C, de bedragen in
artikel 10, eerste lid, en 18, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste
Kamer aangepast.
Artikel 10 ziet op een vergoeding ten behoeve van waarmee de leden
van de Eerste Kamer voorzieningen kunnen treffen ter zake van
arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Artikel 18, tweede lid, betreft de vergoeding voor verblijfkosten.
Voor leden van de Eerste Kamer die hebben gekozen voor het aanmerken van het
kamerlidmaatschap als dienstbetrekking wordt deze vergoeding op grond van
artikel 18, derde lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer verhoogd met
de verschuldigde loonbelasting.
Met ingang van 1 januari 2009 bedragen de jaarlijkse vergoedingen,
bedoeld in artikel 18, derde lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste
Kamer:
Reisafstand | Vergoeding art. 18, derde lid |
---|
0 km | € 594,19 |
10 km | € 5916,24 |
75 km | € 11834,82 |
150 km | € 19231,87 |
De vergoeding voor verblijfkosten voor leden van de Tweede Kamer is
geregeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede
Kamer. Deze bepaling bevat een rekenregel, zodat in onderhavige regeling de
bedragen niet gewijzigd hoeven worden. In artikel 8, vierde lid, is voorts
bepaald dat de vergoeding wordt verhoogd met de verschuldigde loonbelasting,
indien het kamerlid kiest voor het aanmerken van zijn lidmaatschap als
dienstbetrekking. Op grond van artikel 10 van de Wet schadeloosstelling leden
Tweede Kamer dienen wijzigingen in de bedragen van artikel 8 in de
Staatscourant te worden bekend gemaakt. Om deze reden volgt hieronder een
overzicht van de jaarlijkse vergoedingen op grond van artikel 8, tweede en
vierde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer per 1 januari
2009.
Reisafstand | Vergoeding art. 8, tweede lid | Vergoeding art. 8, vierde lid |
---|
0 km | € 6.049,00 | € 12.602,08 |
10 km | € 9.964,00 | € 20.758,33 |
75 km | € 13.701,70 | € 28.545,21 |
150 km | € 18.270,00 | € 38.062,50 |
De Minister van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst.