stcrt-2009-7435-001.png Vaststelling bestemmingsplan ‘Buitengebied 2006, partiële herziening Broekdijk 64 te Mander’ als bedoeld in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening

Burgemeester en wethouders van Tubbergen maken ingevolge artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening het volgende bekend.

Met ingang van woensdag 27 mei 2009 ligt gedurende een termijn van zes weken bij het Klant Contact Centrum in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Tubbergen, voor een ieder ter inzage het raadsbesluit van 12 mei 2009 tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2006, partiële herziening Broekdijk 64 te Mander‘. Dit bestemmingsplan voorziet in een aanpassing van het bouwvlak waarbinnen bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht.

Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn bij de gemeenteraad zienswijzen ingediend. Het bestemmingsplan is ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. De wijziging heeft betrekking op het herstellen van een fout in de toelichting. In de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan stond een onjuiste oppervlakte van de te bouwen loods vermeld.

Tegen het besluit van de raad kan met ingang van woensdag 27 mei 2009 gedurende een termijn van zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag door de belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij zijn zienswijze niet tijdig bij de gemeenteraad heeft ingebracht dan wel een belanghebbende die bezwaar heeft tegen de bij de vaststelling van het bestemmingsplan aangebrachte wijziging.

Indien beroep is ingesteld kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet Bestuursrecht de voorzitter van de genoemde Afdeling Bestuursrechtspraak worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Ingevolge het bepaalde in artikel 3.8 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening treedt een besluit van tot vaststelling van het bestemmingsplan in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn. Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet. Indien echter beroep is ingesteld en er een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend binnen de beroepstermijn, wordt ingevolge het bepaalde in artikel 8.4 Wet ruimtelijke ordening de werking van het besluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.

Naar boven