TOELICHTING
Algemeen
Op 1 januari 2007 is de wet van 21 december 2006 tot wijziging van
de Wet bevordering eigenwoningbezit (verruiming en vereenvoudiging van de
werking van de Wet bevordering eigenwoningbezit) (Stb 2006, 734) (hierna: de Wet BEW
plus) in werking getreden. Op de voor 1 januari 2007 op voet van de Wet
bevordering eigenwoningbezit toegekende eigenwoningbijdragen blijft, op grond
van artikel II van de Wet BEW plus, de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals
die luidde op 31 december 2006 (hierna: de Wet BEW oud), van toepassing.
Indien voor 1 januari 2007 een eigenwoningbijdrage of op voet van
de zogenoemde vangnetregeling een bijzondere bijdrage is toegekend heeft de
eigenaar-bewoner recht op eigenwoningbijdragen voor de op de primaire
toekenning volgende driejaarstijdvakken of op bijzondere bijdragen na de eerste
keer dat zo’n bijzondere bijdrage is toegekend zolang wordt voldaan aan de
eisen van de Wet BEW oud. Om hier op een juiste manier uitvoering aan te kunnen
geven moeten een aantal parameters van de Wet BEW oud jaarlijks worden
aangepast aan de inflatie. Artikel II, tweede lid, van de Wet BEW plus, zoals
dat luidt sinds de inwerkingtreding van de wet van 29 mei 2008 tot wijziging
van de Wet bevordering eigenwoningbezit (uitvoeringstechnische wijzigingen)
(Stb 2008, 198),
voorziet daarin.
Met deze regeling worden daarom de maximale inkomensgrenzen, de
maximale vermogensgrenzen, de minimaal vereiste inkomens, de
minimum-inkomensijkpunten en de minimum-normlast, bedoeld in de Wet BEW oud
vastgesteld voor het tijdvak van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010.
In de artikelen 6, 8, 9 en 10 van de Regeling koopsubsidiegrenzen
2007 waren een aantal niet-inkomensgerelateerde parameters met betrekking tot
de Wet BEW oud vastgelegd voor het tijdvak van 1 juli 2007 tot en met 30 juni
2016. Omwille van de kenbaarheid van die parameters zijn deze overgeheveld naar
de artikelen 7 tot en met 10 van deze regeling. Daarmee zijn alle parameters,
voor zover geen afgeleide van de Wet inkomstenbelasting 2001, die van
toepassing zijn op de Wet BEW oud opgenomen in deze regeling.
Artikelsgewijs
Artikel 2
Met dit artikel zijn de maximale inkomensgrenzen, bedoeld in
artikel 8, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet BEW oud, voor het tijdvak
van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 vastgesteld. De onafgeronde grenzen
voor het tijdvak dat loopt van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 zijn conform
artikel 41, eerste lid, van de Wet BEW oud verhoogd met de ontwikkeling van de
consumentenprijzen (alle huishoudens) in het peiljaar (2008), zoals in januari
2009 in de Staatscourant bekendgemaakt, zijnde: 1,025. De uitkomsten zijn
vervolgens (na voor de ouderenhuishoudens te zijn verhoogd met
tegemoetkomingen) afgerond op een veelvoud van € 25 (conform artikel 41, vijfde
lid, onderdeel b, van de Wet BEW oud).
Artikel 3
De maximale vermogensgrens voor een tweepersoonshuishouden,
bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Wet BEW oud, is het
bedrag, bedoeld in artikel 5.5, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001,
zoals dit luidt in het peiljaar (2008), zijnde: € 40.630. De maximale
vermogensgrenzen voor een eenpersoonshuishouden, een
eenpersoonsouderenhuishouden en een tweepersoonsouderenhuishouden zijn ten
opzichte van de onafgeronde grenzen voor het tijdvak dat loopt van 1 juli 2008
tot en met 30 juni 2009 conform artikel 41, eerste lid, van de Wet BEW oud
verhoogd met de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens) in
het peiljaar (2008), zoals in januari 2009 in de Staatscourant bekendgemaakt,
zijnde: 1,025. De hieruit ontstane onafgeronde vermogensbedragen zijn
vervolgens afgerond op een veelvoud van € 25 (conform artikel 41, vijfde lid,
onderdeel b, van de Wet BEW oud).
Als een een- of tweepersoonshuishouden op de laatste dag van het
eerste bijdragejaar van een driejaarstijdvak 65 jaar of ouder is, wordt het
beschouwd als een ouderenhuishouden.
Artikelen 4 en 5
Op grond van artikel 41, vierde lid, van de Wet BEW oud dienen
jaarlijks de minimum-inkomensijkpunten te worden vastgesteld. De basis voor
deze bedragen wordt op grond van artikel 28 van de Wet BEW oud gevormd door de
bedragen die in de Wet werk en bijstand en de Algemene ouderdomswet zijn
opgenomen. De minimum inkomensgrenzen zoals opgenomen in artikel 11, eerste
lid, onderdeel b, van de Wet BEW oud zijn hieraan identiek.
De onafgeronde minimum-inkomensijkpunten respectievelijk
minimum inkomensgrenzen zijn overeenkomstig artikel 41, vijfde lid, onderdeel
b, van de Wet BEW oud naar boven afgerond op een veelvoud van € 25. Voor
ouderenhuishoudens is de in de wet vastgelegde franchise van € 1675 voor
alleenstaanden en € 1050 voor gehuwden bijgeteld.
Artikel 6
De minimum-normlast, bedoeld in artikel 29, eerste lid, formule,
van de Wet BEW oud, is ten opzichte van het onafgeronde bedrag voor het tijdvak
dat loopt van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 conform artikel 41, eerste
lid, van die wet aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle
huishoudens) in het peiljaar (2008), als in januari 2009 in de Staatscourant
bekendgemaakt, zijnde: 1,025. Het onafgeronde bedrag is vervolgens
overeenkomstig artikel 41, vijfde lid, onderdeel a, van de Wet BEW oud naar
boven afgerond op hele eurocenten.
Artikelen 7 tot en met 10
De in deze artikelen opgenomen parameters zijn gelijk aan die in
de artikelen 6, 8, 9 en 10 van de Regeling koopsubsidiegrenzen 2007. Omwille
van de kenbaarheid zijn deze parameters uit de Regeling koopsubsidiegrenzen
2007 overgeheveld naar deze regeling.
Artikel 11
De Regeling koopsubsidiegrenzen 2007 bevatte de parameters voor
het jaar 2007. De parameters die gelden tot 1 juli 2016 zijn overgenomen in de
artikelen 7 tot en met 10 van deze regeling. De Regeling koopsubsidiegrenzen
2007 kon daarom worden ingetrokken.
De Regeling huurtoeslag- en koopsubsidiegrenzen 2007 bevatte
huurtoeslag- en koopsubsidiegrenzen voor het tijdvak van 1 juli 2007 tot en met
31 december 2007 alsmede koopsubsidiegrenzen voor het tijdvak van 1 juli 2007
tot en met 30 juni 2008. Deze regeling was uitgewerkt en kon worden
ingetrokken.
De Regeling koopsubsidiegrenzen Wet BEW oud 2008 bevatte de
parameters voor de Wet BEW oud voor het tijdvak van 1 juli 2008 tot en met
30 juni 2009. Ook die regeling was uitgewerkt en kon worden ingetrokken.
De Minister voor
Wonen, Wijken en Integratie,
E.E. van der Laan.