Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 29 april 2009, nr. BJZ2009030903, houdende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2003 (wijzigingen in verband met de herziening van normbladen en een enkele reparatie)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op de artikelen 1.3, 2.49, 2.55, 2.104, 2.105, 2.111, 2.112, 2.146, 2.151, 4.88 en 4.96 van het Bouwbesluit 2003;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Bouwbesluit 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde normen met een verwijzing naar een andere norm of een onderdeel van een andere norm zijn de verwijzingen van toepassing voor zover ze betrekking hebben op normen die in bijlage I zijn genoemd. In afwijking hiervan zijn van de in het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning aangewezen normen en van de in afdeling 1.3 aangewezen normen, met uitzondering van NEN 2768, alle verwijzingen van toepassing.

2. In het derde lid vervalt :, uitgave januari 2003,.

B

In artikel 1.3 vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, het tweede lid.

C

In artikel 1.4 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

D

Artikel 1.5 vervalt.

E

Afdeling 2.1 vervalt.

F

Artikel 4.1. wordt als volgt gewijzigd:

Bij de toepassing van NEN 1010 geldt het volgende:

a. De volgende onderdelen blijven buiten toepassing:

– 132.2.5:

speciale aansluitvoorwaarden van de netbeheerder;

– 134.1.1:

vakmanschap bij uitvoering van elektrische installatiewerkzaamheden;

– 134.2:

eerste inspectie;

– 313.2:

aanwezigheid van installaties voor veiligheidsdoeleinden;

– 340.1:

raadplegen toekomstige gebruiker;

– 412.2.1.1:

toegepast elektrisch materieel;

– 422.3.5:

leidingen die niet geheel zijn ondergebracht in niet-brandbaar materiaal;

– 422.3.7:

eisen aan verwarmings- en ventilatiesystemen;

– 422.3.8:

eisen aan motoren;

– 422.3.9:

eisen aan verlichtingsarmaturen;

– 422.3.17:

eisen aan verwarmingstoestellen;

– 422.3.18:

eisen aan verwarmingstoestellen;

– 422.3.19:

eisen aan verwarmingstoestellen;

– 424.1.1:

eisen aan verwarmings- en ventilatiesystemen;

– 424.1.2:

eisen aan verwarmingselementen;

– 424.2:

eisen aan toestellen;

– 511.2:

speciale overeenkomst tussen degene die de installatie specificeert en de installateur:

– 514.5.1:

aanwezigheid van schema’s en tekeningen;

– 527:

keuze en installatie van maatregelen ter beperking van brandverspreiding;

– 529.1:

kennis en ervaring van het personeel;

– 551:

laagspanningsopwekeenheden;

– 56.5.1:

elektrische voedingsbronnen voor veiligheidsvoorzieningen;

– 56.6.2:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.3:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.4:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.6:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.7:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.8:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.6.9:

veiligheidsvoorzieningen, anders dan een brandweerlift;

– 56.7.3:

verwijzing naar Bouwbesluit 2003;

– deel 6:

inspectie;

– 704:

elektrische installaties op bouw- en sloopterreinen;

– 705:

elektrische installaties op bedrijfsterreinen voor landbouw, tuinbouw en vee teelt;

– 708:

elektrische installaties op campings en vergelijkbare terreinen;

– 709:

elektrische installaties in jachthavens en op vergelijkbare terreinen;

– 710.514.5:

schema’s, documentatie en bedieningsinstructies;

– 710.56.5.3:

gedetailleerde eisen voor veiligheidsdoeleinden;

– 710.56.7:

stroomketens voor noodverlichting;

– 710.56.8:

overige voorzieningen;

– 710.6:

inspectie van elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten;

– 711.6:

inspectie elektrische installaties van tentoonstellingen, shows en stands;

– 713:

elektrische installaties in meubilair;

– 714:

elektrische installaties voor buitenverlichting;

– 717:

elektrische installaties voor verrijdbare of verplaatsbare eenheden;

– 718.55.3:

noodverlichting in bijeenkomst-, sport- en stationsgebouwen;

– 718.56.7.7:

veiligheidsvoorzieningen voor de voeding van noodverlichting;

– 718.56.7.9:

verlichting aanduiding uitgang;

– 721:

elektrische installaties in toercaravans en campers;

– 722.55.2:

verplaatsbare voedingsbronnen;

– 724.55.2:

verplaatsbare toestellen;

– 725.56.7:

stroomketens voor noodverlichting;

– 740:

tijdelijke elektrische installaties voor constructies, toestellen en kramen op kermissen, in atractieparken en circussen;

– 753:

systemen voor vloer- en plafondverwarming;

– 754.55:

overig materieel;

– 761:

kabels in de grond;

– 763:

grond- wegdek- en vloerverwarming anders dan voor ruimteverwarming;

– 773:

voeding van neoninstallaties en neontoestellen;

– 781:

lasinstallaties – lascabines;

– 783:

brandpreventieve en repressieve installaties, anders dan een brandweerlift.

b. In onderdeel 710.55.6.1 wordt na punt b. een punt toegevoegd, luidende:

  • c. beveiligd door aardlekschakelaars met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 10 mA type B.

G

Artikel 4.3a vervalt.

H

Artikel 4.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘onderdeel 3.5 ’ vervangen door: onderdeel 3.3.1.

2. In onderdeel b wordt ‘onderdeel 3.1’ vervangen door:. onderdeel 3.3.

I

Aan artikel 4.15 wordt een onderdeel toegevoegd:

  • d. in de onderdelen 5.1.2 en 5.1.3 wordt de tekst na de eerste gedachtenstreep als volgt gelezen: Het gewicht is minder dan 1 kN of het gewicht per oppervlakte is minder dan 0,15 kN/m2.

J

Bijlage I, wordt vervangen door:

BIJLAGE I, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, EERSTE LID

NEN

47

1970

Technische tekeningen – Doorsnede-aanduidingen van materialen op bouwkundige tekeningen, inclusief correctieblad C1:1971

NEN

379

2003

Technische productdocumentatie – Vouwen en inhechten van tekenbladen

NEN

1006

2002

Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI- 2002), inclusief wijzigingsblad A2: 2008

NEN

1006

1981

Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties (AVWI-1981), inclusief correctieblad C1: 1990 (bestaande bouw)

NEN

1010

2007

Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties, inclusief correctieblad C1: 2008

NEN

1041

2005

Veiligheidsbepalingen voor hoogspanningsinstallaties

V

1041

1942

Leidraad voor den aanleg en een veilig bedrijf van elektrische sterkstroominstallaties in fabrieken en werkplaatsen (Fabrieksvoorschriften) – Deel II – Hooge spanning (bestaande bouw)

NEN

1068

2001

Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden, inclusief wijzigingsblad A5: 2008

NEN

1078

2004

Voorziening voor gas met een werkdruk tot en met 500 mbar – Prestatie-eisen – Nieuwbouw

NEN

1087

2001

Ventilatie van gebouwen – Bepalingsmethoden voor nieuwbouw

NEN

1594

2006

Droge blusleidingen in en aan gebouwen, inclusief correctieblad C1: 2007

NEN

1594

1991

Droge blusleidingen in en aan gebouwen, inclusief wijzigingsblad A1: 1997 (bestaande bouw)

NEN

1775

1991

Bepaling van de bijdrage tot brandvoortplanting van vloeren, inclusief wijzigingsblad A1: 1997

NEN

2057

2001

Daglichtopeningen van gebouwen – Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte van een ruimte, inclusief correctieblad C1: 2003

NEN

2078

2001

Eisen voor industriële gasinstallaties

NEN

2078

1987

Voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO 1987 – Deel 2: Aanvullende voorschriften voor grotere bijzondere installaties (bestaande bouw)

NEN

2302

1983

Tekeningen in de bouw – Algemene regels

NEN

2555

2002

Brandveiligheid van gebouwen – Rookmelders voor woonfuncties, inclusief wijzigingsblad A1: 2006

NEN

2580

2007

Oppervlakten en inhouden van gebouwen – Termen, definities en bepalingsmethoden, inclusief correctieblad C1: 2008

NEN

2608

1997

Vlakglas voor gebouwen – Weerstand tegen windbelasting – Eisen en bepalingsmethode, inclusief wijzigingsblad A1: 2001 en correctieblad C1: 2007

NEN

2631

1979

Investeringskosten van gebouwen – Begripsomschrijvingen en indeling

NEN

2686

1988

Luchtdoorlatendheid van gebouwen – Meetmethode, inclusief wijzigingsblad A2: 2008

NEN

2690

1991

Luchtdoorlatendheid van gebouwen – Meetmethode voor de specifieke luchtvolumestroom tussen kruipruimte en woning, inclusief wijzigingsblad A2: 2008

NEN

2757

2001

Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen in gebouwen – Bepalingsmethoden

NEN

2768

1998

Meterruimten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen voor leidingaanleg in een woonfunctie, inclusief wijzigingsblad A1: 2001

NEN

2778

1991

Vochtwering in gebouwen – Bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A3: 2004

NEN

2916

2004

Energieprestatie van utiliteitsgebouwen – Bepalingsmethode, inclusief wijzigingsblad A1: 2008

NEN

3215

2007

Binnenriolering – Eisen en bepalingsmethoden

NEN

3859

2004

Tuinbouwkassen – Ontwerp en constructie – Tuinbouwkassen voor de commerciële productie van planten en gewassen

NEN

3859

1996

Tuinbouwkassen – Constructieve eisen (bestaande bouw)

NEN

3870

1980

Tekeningen voor betonconstructies

NEN

5077

2001

Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties, inclusief wijzigingsblad A2: 2005 en correctieblad C1: 2005

NEN

5087

2007

Inbraakveiligheid van woningen – Bereikbaarheid van dak- en gevelelementen: deuren, ramen en kozijnen

NEN

5096

2007

Inbraakwerendheid – Dak- of gevelelementen met deuren, ramen, luiken en vaste vullingen – Eisen, classificatie en beproevingsmethoden, inclusief correctieblad C1: 2007

NEN

5128

2004

Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen – Bepalingsmethode, inclusief wijzigingsblad A1: 2008

NEN

6061

1991

Bepaling van de weerstand tegen het ontstaan van brand bij stookplaatsen, inclusief wijzigingsblad A2: 2002

NEN

6062

1991

Bepaling van de brandveiligheid van rookafvoervoorzieningen, inclusief wijzigingsblad A1: 1997

NEN

6063

2008

Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken

NEN

6064

1991

Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen, inclusief wijzigingsblad A2: 2001

NEN

6065

1991

Bepaling van de bijdrage tot brandvoortplanting van bouwmateriaal (combinaties), inclusief wijzigingsblad A1: 1997

NEN

6066

1991

Bepaling van de rookproductie bij brand van bouwmateriaal(combinaties), inclusief wijzigingsblad A1: 1997

NEN

6068

2008

Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten

NEN

6069

2005

Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan, inclusief wijzigingsblad A1:2005

NEN

6071

2001

Rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen – Betonconstructies

NEN

6072

1991

Rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen – Staalconstructies, inclusief wijzigingsblad A2: 2001 en correctieblad C2: 2005

NEN

6073

1991

Rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen – Houtconstructies, inclusief correctieblad C1: 2005

NEN

6075

1991

Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten, inclusief correctieblad C1: 2005

NEN

6090

2006

Bepaling van de vuurbelasting

NEN

6700

2005

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Algemene basiseisen, inclusief wijzigingsblad A1:2008

NEN

6702

2001

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Belastingen en vervormingen, inclusief wijzigingsblad A1: 2005

NEN

6707

2001

Bevestiging van dakbedekkingen – Eisen en bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A1: 2007

NEN

6710

1991

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Aluminiumconstructies – Basiseisen en basisrekenregels voor overwegend statisch belaste constructies, inclusief wijzigingsblad A2: 2001

NEN

6720

1995

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Voorschriften Beton – Constructieve eisen en rekenmethoden (VBC 1995), inclusief wijzigingsblad A4: 2007

NEN

6760

2001

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Houtconstructies – Basiseisen – Eisen en bepalingsmethoden, inclusief correctieblad C1: 2002

NEN

6770

1997

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Staalconstructies – Basiseisen en basisrekenregels voor overwegend statisch belaste constructies, inclusief wijzigingsblad A1: 2001

NEN

6790

2005

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Steenconstructies – Basiseisen en bepalingsmethoden

NEN

6790

1991

Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 – Steenconstructies – Basiseisen en bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A2:2001 (bestaande bouw)

NEN

8062

1995

Brandveiligheid van gebouwen – Methode voor het beoordelen van de brandveiligheid van rookafvoervoorzieningen van bestaande gebouwen, inclusief wijzigingsblad A1:1997

NEN

8078

2004

Voorziening voor gas met een werkdruk tot en met 500 mbar – Prestatie-eisen – Bestaande bouw

NEN

8087

2001

Ventilatie van gebouwen – Bepalingsmethoden voor bestaande gebouwen

NEN

8757

2005

Afvoer van rook van verbrandingstoestellen in gebouwen – Bepalingsmethoden voor bestaande bouw

NEN-EN

81-72

2003

Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften – Bijzondere toepassingen voor personenliften en personen-goederenliften – Deel 72: Brandweerliften

NEN-EN

12354-6

2004

Geluidwering in gebouwen – Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van bouwelementen – Deel 6: Geluidabsorptie in gesloten ruimten

NEN-EN

13501-1

2007

Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag

NEN-EN

45004

1996

Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren

NEN-EN

45011

1998

Algemene eisen voor instellingen die productcertificatie-systemen uitvoeren

NEN-EN

45012

1998

Algemene eisen voor instellingen die beoordeling en certificatie/registratie van kwaliteitssystemen uitvoeren

NEN-EN-ISO/IEC

17025

2005

Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, inclusief correctieblad C1: 2007.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 29 april 2009

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E.E. van der Laan.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt een nieuwe versie van bijlage I bij de Regeling Bouwbesluit 2003 vastgesteld.

Eerder was het voornemen wijzigingspakket 3 van het Bouwbesluit 2003, inclusief een algehele herziening van de regeling van het Bouwbesluit 2003, op 1 januari 2009 in werking te laten treden. Inmiddels is besloten om wijzigingspakket 3 niet apart in werking te laten treden, maar het Bouwbesluit 2003 en het op 1 november j.l. in werking getreden Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) samen te voegen in een nieuwe algemene maatregel van bestuur. De inwerkingtreding van deze nieuwe algemene maatregel van bestuur, inclusief de algehele herziening van deze ministeriële regeling, zal naar verwachting in 2010 kunnen plaatsvinden.

Gezien de technologische ontwikkelingen en de bijbehorende normalisatie is het niet wenselijk om met de wijziging van bijlage I te wachten op het bovengenoemde geïntegreerde besluit en de daarbij behorende ministeriële regeling. Derhalve is besloten om in een tussentijdse bijstelling van deze regeling de uitgave van een aantal door het Bouwbesluit 2003 aangestuurde normen te actualiseren. Daarbij zijn de volgende voorwaarden gehanteerd:

  • de actualisering heeft niet tot gevolg dat wijziging van het Bouwbesluit 2003 nodig is;

  • als de NEN-norm bij de eerstkomende wijziging van het besluit wordt vervangen door een Europese norm (bijvoorbeeld een Eurocode-deel) worden van de nu aangewezen norm alleen nog nieuwe wijzigingsbladen of correctiebladen aangewezen;

  • de gewijzigde aansturing van een norm of onderdeel daarvan, omvat geen (technische) inhoudelijke wijziging anders dan ter omzetting van Europese normen.

Om deze redenen is deze wijziging van de regeling beperkt gebleven tot het aansturen van elf nieuwe uitgaven van NEN-normen en enige wijzigingsbladen of correctiebladen bij NEN-normen. De wijzigingen van deze normen vloeien voor een belangrijk deel voort uit aanpassingen aan Europese normalisatie en betreffen verder redactionele verbeteringen, zoals bijvoorbeeld het opnemen van een wijzigingsblad in de norm zelf. Voorts is de aansturing van NEN 2000 vervallen waardoor de verwijsketens binnen de bouwnormen voortaan beperkt blijven tot doorverwijzing naar andere in Bijlage I vermelde eerstelijnsnormen. Overigens wordt opgemerkt dat NEN-normen beschikbaar zijn via NEN (Nederlands Normalisatie Instituut te Delft).

Daarnaast is het voorschrift met betrekking tot de hoeveelheden aan bedrijfsmatige opslag van brandbare, brandbevorderende, bij brand gevaar opleverende en voor de gezondheid schadelijke stoffen die in een brandcompartiment moeten liggen, hier geschrapt omdat de opslag van dergelijke stoffen tot het domein van de milieuregelgeving behoort. Dit betekent dat de verwijzingen vanuit het Bouwbesluit 2003 naar ‘bij ministeriële aangegeven brandbare, brandbevorderende of bij brand gevaar opleverende stoffen’ tot het in werking treden van het geïntegreerde besluit leeg zijn.

Artikelsgewijs

Onderdeel A

Artikel 1.2

In het tweede lid is de verwijzing naar NEN 2000 vervallen, mede omdat de sinds 2005 opgenomen bijlage I de in het kader van de bouwregelgeving geldende versie van de aangestuurde eerstelijns normen bepaalt. Verwijzingsketens binnen normen moeten, mede in relatie tot de drastische beperking van regeldruk, voor de technische bouwregelgeving zo veel mogelijk worden beperkt. Voortaan zijn alleen de eerstelijns normen, alle vermeld in bijlage I, van toepassing. Daarom is de tekst van het tweede lid nu zo geredigeerd dat bij doorverwijzing vanuit een in bijlage I aangestuurde norm voor de bouwregelgeving uitsluitend een doorverwijzing naar een andere in bijlage I aangestuurde norm of onderdeel daarvan van toepassing is. Uitzondering op deze doorverwijzing zijn de NEN-normen voor elektriciteit, gas en water en de in het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab) aangewezen NEN-normen. Deze vallen niet onder de zogenoemde bouwnormen en zijn voor wat betreft inhoud en structuur niet afgestemd op de publieke verwijzing vanuit de bouwregelgeving.

In het derde lid is de datum van uitgifte van NEN-EN 13501-1 geschrapt. Deze datum is reeds in bijlage I vermeld.

Onderdelen B, C en D

Artikelen 1.3 tot en met 1.5

Met het oog op de vermindering van regeldruk is het voorschrijven van specifieke voorzieningen voor elektriciteit, naast de standaardvoorzieningen voor elektriciteit, vervallen. Dit betekent dat de voorschriften voor apparatuur voor medisch onderzoek (artikelen 1.3 en 1.4) en voor elektrisch materiaal bij een risico voor gasontploffing of stofontploffing (artikel 1.5) vervallen. NEN 1010 en NPR 5310 kunnen hier voor de bouwregelgeving reeds afdoende in voorzien, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw.

Om deze reden is de aansturing van de in deze voorschriften genoemde normen NEN 3134, NEN-EN-IEC 60079-14, NEN-EN-IEC 61241-14 en NEN-EN-IEC 61241-17 ook in bijlage I vervallen.

Onderdeel E

Artikel 2.1

In artikel 2.1 was aangegeven welke stoffen werden begrepen onder het begrip ’brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen’ dat op meerdere plaatsen in het besluit voorkomt1. Reden voor het schrappen van dit artikel is dat de brandveilige opslag van de betreffende stoffen inmiddels in andere voorschriften, niet behorende tot het domein van de bouwregelgeving, is geregeld. Door het schrappen van dit inmiddels overbodige artikel 2.1 hebben de desbetreffende verwijzingen in het Bouwbesluit 2003 terzake van de brandcompartimentering feitelijk geen betekenis meer. Zij zullen in het geïntegreerde besluit dan ook niet meer terugkomen.

Met deze wijziging van de regeling is de brandveilige opslag van bedoelde stoffen voortaan als volgt geregeld:

Brand- en milieugevaarlijke stoffen

Het geven van voorschriften over stoffen die zowel brand- als milieugevaarlijk zijn, behoort vanaf de zogenoemde Ivb-grens uitsluitend tot het domein van de milieuregelgeving (= bedrijfsmatige opslag). De Ivb-grens is de ondergrens waarmee in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) is aangegeven welke hoeveelheden van welke stoffen onder de reikwijdte van de milieuregelgeving vallen. Het geven van voorschriften over de bedrijfsmatige opslag van stoffen die zowel brand- als milieugevaarlijk zijn, geschiedt voortaan dus alleen nog op grond van de Wet milieubeheer, zoals in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en in milieuvergunningen.

Ten aanzien van stoffen die zowel brand- als milieugevaarlijk zijn, resteren voor de bouwregelgeving voorschriften over hoeveelheden tot de Ivb-grens (= opslag voor huishoudelijk gebruik). Die voorschriften zijn opgenomen in het Gebruiksbesluit, waar in artikel 2.1.8 de toegestane maximale hoeveelheden voor huishoudelijk gebruik, ingedeeld volgens de zogenaamde ADR-classificatie, staan vermeld.

Brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen

Door de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit zijn de voorschriften over de bedrijfsmatige opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen, zoals hout, rubber, banden en kunststoffen, voortaan alleen nog opgenomen in het Gebruiksbesluit. Die voorschriften, die zowel betrekking hebben op bedrijfsmatige opslag in en buiten gebouwen, zoals onder een overkapping of op een open erf of terrein, zijn opgenomen in artikel 2.1.9 van dat besluit.

Milieuzorgplicht

De nieuwe domeinafbakening tussen de bouw- en de milieuregelgeving betekent niet dat voortaan bij de toepassing van de bouwregelgeving (zoals het Gebruiksbesluit) geen rekening meer hoeft te worden gehouden met eventuele nadelige gevolgen voor het milieu. De milieuzorgplicht (artikel 1.1a Wet milieubeheer) is ook na de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit van toepassing. Dit betekent dat men ook bij de opslag van stoffen die door de bouwregelgeving wordt gereguleerd voldoende zorg voor het milieu in acht moet (blijven) nemen.

Met het vervallen van de voorschriften in artikel 2.1 is ook de aansturing van de normen NEN-EN-ISO 3680 en NEN-ISO 2719 in bijlage I vervallen.

Onderdeel F

Artikel 4.1

Het specifieke voorschrift ten aanzien van een preferente stroomketen voor een brandweerlift is vervallen, aangezien de nu aangewezen versie van NEN 1010 hierin voorziet.

Het Bouwbesluit 2003 verwijst voor de bouwtechnische ‘voorziening voor elektriciteit’ naar NEN 1010. Deze NEN 1010 regelt veel meer dan nodig is voor het Bouwbesluit 2003. Dit heeft een historische achtergrond. De norm werd in het verleden aangewezen via de zogenoemde ‘model-aansluitvoorwaarden’ en de periodieke uitgave Stroomlijn van EnergieNed . Het Bouwbesluit verweestoen voor de voorziening van elektriciteit naar die model-aansluitvoorwaarden. Bij deze indirecte aanwijzing had de wetgever geen invloed op de structuur, de inhoud en de aan te wijzen versie van NEN 1010.

NEN 1010 viel om deze redenen buiten de zogenoemde reeks bouwnormen. Diebouwnormen zijn voor wat betreft inhoud en structuur wel aangepast aan de publiekrechtelijke verwijzing daarnaar vanuit het Bouwbesluit 2003. In de bouwnormen worden de bouwtechnische onderdelen onderscheiden van de administratieve, procedurele en informatieve onderdelen.

Deze systematiek is bij NEN 1010 en de andere in afdeling 1.3 genoemde normen voor elektriciteit, gas en water, (nog) niet doorgevoerd.

In onderdeel a worden de onderdelen van NEN 1010 opgesomd die voor de publiekrechtelijke aanwijzing voor de bouwregelgeving buiten toepassing behoren te blijven. Het gaat om de in NEN 1010 opgenomen administratieve, procedurele en informatieve bepalingen, eisen aan voedingsbronnen, eisen aan verbruikstoestellen (toestellen, apparaten en machines), eisen aan elektrisch gevoede installaties (alarminstallatie, geluidinstallatie, etc.), andere gebruiksbepalingen, eisen aan installaties buiten bouwwerken of mobiele installaties, eisen ten aanzien van de netwerkbeheerder, vakmanschap en inspectie.

Het Bouwbesluit 2003 bevat eisen ten aanzien van het brandgedrag van het bouwwerk. Zo worden er eisen gesteld aan de beperking van de brandvoortplanting via het oppervlak van bouwdelen. Uitgangspunt is echter dat het Bouwbesluit 2003 geen eisen stelt aan de brandvoortplanting via kabels. Eisen aan alarminstallaties, waaronder bijvoorbeeld een brandmeldinstallatie (bmi) of een ontruimingsalarminstallatie behoren niet in het Bouwbesluit 2003 maar in het Gebruiksbesluit te staan, zodat deze onderdelen van NEN 1010 in dit artikel ook buiten toepassing worden verklaard.

Het installeren van een elektrische installatie in een gebouw zou tot gevolg kunnen hebben dat het gebouw niet (meer) voldoet aan de eisen die worden gesteld aan het gebouw zelf. Als er bedrading door een brandscheiding wordt gevoerd, kan dat de brandwerendheid van die scheiding aantasten. In het algemeen kunnen installaties de prestaties van andere bouwdelen negatief beïnvloeden. Om dit te voorkomen gelden er voor de installaties in NEN 1010 naast de primaire eisen ook secundaire eisen. De primaire eisen hebben betrekking op de prestaties van de installatie zelf; de secundaire eisen hebben betrekking op de invloed van de installatie op de prestaties van andere bouwdelen. Het Bouwbesluit 2003 stelt impliciet al alle secundaire eisen die in NEN 1010 zijn vermeld, zodat de laatste eveneens buiten toepassing kunnen blijven. Als bedrading de brandscheiding of de geluidsisolatie aantast, dan voldoet de scheiding niet meer. Het maakt daarbij bouwtechnisch gezien niet uit of dat wordt veroorzaakt door de aannemer of door de installateur. Ook onderwerpen als noodstroom en noodverlichting worden ook al in het Bouwbesluit 2003 geregeld, zodat deze onderwerpen eveneens buiten toepassing kunnen blijven.

Waar NEN 1010 verwijst naar het Bouwbesluit 2003 of naar andere publiekrechtelijke regelgeving kan alleen sprake zijn van nadere informatie, omdat het Bouwbesluit 2003 niet via een omweg van verwijzing naar NEN 1010 weer naar zichzelf of naar andere publiekrechtelijke regelgeving verwijst. Verwijzingen vanuit NEN 1010 naar het Bouwbesluit 2003 en naar andere publiekrechtelijke regelgeving hebben slechts een informatief karakter.

Onderdeel b betreft een aanvulling op onderdeel 710.55.6.1 van NEN 1010 waarin nadere voorschriften worden gegeven voor elektrisch materieel en wandcontactdozen in medisch gebruikte ruimte. Met deze aanvulling blijft op dit onderdeel het eisenniveau van de vorige NEN 3234 grotendeels behouden.

Onderdeel G

Artikel 4.3a

De in dit artikel opgenomen voorschriften voor een noodstroomvoorziening van een rookmelder zijn vervallen. Deze hebben inmiddels een plaats gekregen in de nu in bijlage I genoemde versie van NEN 2555.

Onderdeel H

Artikel 4.14

De in dit artikel opgenomen verwijzing naar NEN 6090 is aangepast aan de nieuw aangewezen versie van die norm, met een gewijzigde nummering van de betreffende onderdelen.

Onderdeel I

Artikel 4.15

De nadere voorschriften bij de toepassing van NEN 6702 zijn aangevuld met een passage die betrekking heeft op de veiligheid bij het gebruik van gevelbekleding in de bouw. De indeling in veiligheidsklasse 2 en 3 op basis van het gewicht is naar beneden aangepast naar aanleiding van het in de praktijk regelmatig naar beneden vallen van gevelelementen. De voorwaarden ten aanzien van de windbelasting zijn in het eveneens aangewezen wijzigingsblad A1: 2005 reeds aangepast.

Onderdeel J

De aangepaste versie van bijlage I vermeldt de geactualiseerde versies van NEN 1010, NEN 1041, NEN 2580, NEN 3215, NEN 5087, NEN 5096, NEN 6063, NEN 6068, NEN 6090, NEN-EN 13501-1 en NEN-EN-ISO/IEC 17025.

Verder verwijst de bijlage bij NEN 1006, NEN 1068, NEN 1594, NEN 2555, NEN 2608, NEN 2686, NEN 2690, NEN 2916, NEN 5128, NEN 6700, NEN 6707 en NEN 6720 naar recente wijzigingsbladen of correctiebladen van die normen.

Voorts is in bijlage I de vermelding van zes normen geschrapt, omdat deze niet meer door de bouwregelgeving worden aangestuurd.

Artikel II

Omdat deze regeling zo snel mogelijk in werking moet treden is ervoor gekozen de inwerkingtreding te bepalen op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij is gepubliceerd.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E.E. van der Laan.


XNoot
1

Zie de artikelen 2.104, zesde en achtste lid, 2.105, achtste lid, 2.106, zevende lid, 2.111, tweede, zesde en achtste lid, 2.112, zevende en elfde lid, 2.146, elfde lid, 2.151, vijfde lid, 4.88, tweede lid, en 4.96, tweede lid, van het besluit.

Naar boven