Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum

24 april 2009

Nr. VENW/IVW-2009/6004

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelezen de brief van de Luchtverkeersleiding Nederland van 2 april 2009;

Gelezen het verslag van het overleg tussen betrokken partijen van 10 april 2009;

Gelezen de VPOD van 20-04-2009 van de Luchtverkeersleiding Nederland;

Gelet op artikel 8 van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Ter bescherming van het luchtverkeer ten opzichte van bepaalde soorten luchtverkeer of luchtverkeersactiviteiten, wordt met ingang van 25 april 2009 als bijzonder luchtverkeersgebied (BVG) aangewezen de volgende gebieden:

  • BVG Schiphol, onder de gehele Schiphol TMA 1, met uitzondering van North Sea Area Amsterdam (NSAA), de plaatselijke verkeersleidingsgebieden van Amsterdam Airport Schiphol, Rotterdam Airport en het BVG Hilversum en het BVG Lelystad.

    • vanaf de grond tot een hoogte van 458 meter (1500 voeten) boven gemiddeld zeeniveau.

  • BVG Lelystad, een gebied met de volgende laterale begrenzing

    van 52°34'52.74"N 005°32'28.90"E;

    52°25'45.00"N 005°40'52.00"E;

    52°22'41.00"N 005°40'05.00"E;

    52°21'08.15"N 005°38'08.05"E;

    52°22'00.14"N 005°36'27.66"E;

    52°21'46.58"N 005°35'07.08"E;

    52°22'03.77"N 005°33'50.57"E;

    52°24'07.34"N 005°30'11.37"E;

    52°26'35.32"N 005°26'17.41"E;

    52°27'34.70"N 005°25'04.04"E;

    52°28'24.98"N 005°25'01.68"E;

    52°29'37.13"N 005°23'58.46"E;

    52°30'52.37"N 005°26'15.20"E;

    52°31'50.07"N 005°26'06.20"E;

    52°32'05.19"N 005°26'50.08"E;

    52°33'07.12"N 005°27'33.84"E;

    52°33'13.67"N 005°29'45.72"E;

    52°34'52.74"N 005°32'28.90"E;

    • vanaf de grond tot een hoogte van 1066 meter (3500 voeten) boven gemiddeld zeeniveau.

  • BVG Hilversum, een gebied met de volgende laterale begrenzingen:

    vanaf het Aerodrome Reference Point, 52°11'31"N 005°08'49"E, met een straal van 2 nautische mijlen (3,7 kilometer);

    • vanaf de grond tot een hoogte van 458 meter (1500 voeten) boven gemiddeld zeeniveau.

Artikel 2

  • 1. In het bijzondere luchtverkeersgebied BVG Schiphol gelden de volgende regels:

    • in het gebied is vanaf de grond tot een hoogte van 364 meter (1200 voeten AMSL) VFR-verkeer toegestaan zonder Mode S transponder of met een gedeactiveerde Mode S transponder;

    • in het gebied is vanaf 364 meter (1200 voeten AMSL) tot een hoogte van 456 meter (1500 voeten AMSL) slechts commercieel VFR-verkeer toegestaan met actieve Mode S transponder en uitluisterplicht bij Amsterdam Information, frequentie 124.300 MHz en na voorafgaande toestemming (PPR) van de Operationele Helpdesk van de LVNL;

    • de gepubliceerde procedures van en naar luchtvaartterreinen in het gebied (zoals Middenmeer, Rotterdam en Valkenburg) blijven van kracht en zijn onveranderd bruikbaar.

    • Aanbevolen wordt:

      het gebied zoveel als mogelijk te vermijden, voor alle gemotoriseerd VFR-verkeer in de SRZ zich aan te melden bij Amsterdam Information op 124.300 MHz met positierapport, aanmelding is niet verplicht;

      vluchten zo voor te bereiden en uit te voeren dat men ruim buiten de grenzen van de SPL CTR’s blijft.

    In het BVG Schiphol zijn VFR-vluchten met een geactiveerde Mode S/SSR-transponder wel toegestaan, zowel beneden als boven 1200 voeten boven gemiddeld zeeniveau, mits men uitluistert op de frequentie van Amsterdam Information en het gaat om:

    • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

    • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

    • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

    • kustwachtvluchten, milieuvluchten, loodsvluchten, pipelinecontrol en militaire vluchten;

    • VFR-luchtverkeer van en naar Amsterdam Airport Schiphol en Amsterdam Heliport;

    • verkeer op de Hotel-arrival en departure van/naar Rotterdam Airport: op de gehele arrival en departure met actieve transponder.

  • 2. In het bijzonder luchtverkeersgebied BVG Lelystad gelden de volgende regels:

    • in het gebied is het gebruik van Mode S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan;

    • in het gebied, binnen de ATZ Lelystad, is tweezijdig radiocontact met de havendienst van het luchtvaartterrein Lelystad verplicht;

    • de gepubliceerde procedures van en naar luchtvaartterrein Lelystad in het gebied blijven van kracht en zijn onveranderd bruikbaar.

    In het BVG Lelystad zijn VFR-vluchten met een geactiveerde Mode S/SSR-transponder wel toegestaan, zowel beneden als boven 1200 voeten boven gemiddeld zeeniveau, mits men buiten de ATZ Lelystad uitluistert op de frequentie van Amsterdam Information en het gaat om:

    • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

    • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

    • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

    • kustwachtvluchten, milieuvluchten, loodsvluchten, pipelinecontrol en militaire vluchten;

    • vluchten waarvoor een Z-vliegplan is ingediend.

  • 3. In het bijzonder luchtverkeersgebied BVG Hilversumgelden de volgende regels:

    • in het gebied is het gebruik van Mode S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan;

    • in het gebied is tweezijdig radiocontact met de havendienst van het luchtvaartterrein Hilversum verplicht;

    • de gepubliceerde procedures van en naar het luchtvaartterrein Hilversum blijven van kracht en zijn onveranderd bruikbaar.

    In het BVG Hilversumzijn VFR-vluchten met een geactiveerde Mode S/SSR-transponder wel toegestaan, zowel beneden als boven 1200 voeten boven gemiddeld zeeniveau, mits men uitluistert op de frequentie van Amsterdam Information en het gaat om:

    • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

    • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

    • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

    • kustwachtvluchten, milieuvluchten, loodsvluchten, pipelinecontrol en militaire vluchten;

    • vluchten waarvoor een Z-vliegplan is ingediend.

Artikel 4

Deze beschikking vervangt de beschikking BVG Schiphol, BVG VFR area Lelystad en BVG Hilversum met nummer VENW/IVW-2009/5218. Het BVG Schiphol, BVG VFR area Lelystad en BVG Hilversum met nummer VENW/IVW-2009/5218is daarmee komen te vervallen.

Artikel 5

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 april 2009. Bekendmaking vindt plaats via de Notice to Airmen (NOTAM) die wordt uitgegeven door LVNL. De operationele inhoud van deze beschikking wordt bekendgemaakt per NOTAM.

Artikel 7

Deze beschikking is geldig tot en met 16 december 2009.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

de Hoofdinspecteur Toezichteenheid Luchthavens en Luchtruim,

J.H. Wilbrink.

stcrt-2009-6583-001.png

TOELICHTING

Vanaf zaterdag 25 april 2009 zijn drie bijzondere luchtverkeersgebieden (BVG) in het Nederlandse luchtruim van kracht.

Vanaf 12 maart 2009 is het voeren van Mode S transponders onder de Schiphol TMA verplicht. Het doel van de transponderverplichting is het vergroten van de vliegveiligheid. De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft ten behoeve van de transponderverplichting een aantal aanpassingen in het verkeersleidingssysteem doorgevoerd om deze verplichting mogelijk te maken en te ondersteunen.

In de praktijk is echter gebleken dat het aantal labels van ongecontroleerd verkeer veel groter is dan verwacht en het effect op de afhandeling van het luchtverkeer door de LVNL niet goed is ingeschat. Bij brief van 2 april 2009 heeft de LVNL aangegeven dat, doordat het aantal labels op de radarschermen van de verkeersleiding zodanig is toegenomen, de LVNL ernstig belemmerd wordt bij de uitvoering van haar taken.

Na inspectie is gebleken dat er sprake is van een onaanvaardbaar en acuut veiligheidsrisico. Dit heeft op 4 april geleid tot instelling door de Inspectie Verkeer en Waterstaat namens de minister van 3 BVG’s. De instelling van deze 3 BVG’s verloopt uiterlijk 4 mei en wordt nu met ingang van 25 april opgevolgd door de huidige maatregel.

Op 25 april worden 3 BVG’s ingesteld. Deze BVG’s vallen onder te verdelen in twee categorieën:

  • 1) BVG onder de Schiphol TMA; in het gebied is onder de 1200 ft AMSL VFR-verkeer met een Mode S transponder in stand-by of zonder Mode S transponder aan boord toegestaan. Tussen 1200 ft AMSL en 1500 ft AMSL zijn vooraf gedefinieerde vluchten toegestaan met een geactiveerde transponder en een oproepplicht (m.u.v. militaire vluchten) bij Amsterdam Information.

  • 2) BVG Hilversum en BVG Lelystad: in het gebied is het gebruik van Mode S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan.

Door het niet-activeren van de Mode S transponder onder de 1200 ft AMSL onder de Schiphol TMA 1 en het beperkt toestaan van VFR-vluchten met geactiveerde transponder tussen 1200 ft en 1500 ft AMSL, wordt voorkomen dat er veel VFR-labels worden getoond op de radarschermen van het luchtverkeersleidingssysteem van LVNL. In de laag van 300 ft (tussen 1200 ft en 1500 ft AMSL) onder de Schiphol TMA 1 is alleen bekend verkeer toegestaan dat bereikbaar is voor Amsterdam Information. Deze laag is ingesteld als risicobeheersmaatregel voor ongeautoriseerde luchtruimschendingen.

Door het instellen van de drie BVG’s op deze wijze wordt zoveel als mogelijk gestand gedaan aan de ingestelde transponderverplichting en de daarbij behorende modus van het bieden van luchtverkeersleiding door de LVNL.

Naar boven