Beleidsregel van de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) inzake toepassing van de last onder dwangsom van 1 mei 2009 (Stcrt. 2009, nr. 81)

22 april 2009

Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie,

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Een last onder dwangsom wordt opgelegd na constatering van een overtreding van een in de bijlage bij deze beleidsregel genoemde bepaling van de Wet wegvervoer goederen.

  • 2. In de bijlage is de hoogte van de dwangsom en het bedrag waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd, vermeld.

Artikel 2

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 mei 2009.

Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie.

BIJLAGE: HOOGTE EN MAXIMUMHOOGTE DWANGSOMBEDRAGEN

Overtreding

Overtreden bepaling

Hoogte dwangsom per week

Maximumhoogte verbeurde dwangsombedragen

Niet inleveren van een communautaire vergunning, CEMT-vergunning, ritmachtiging of bestuurdersattest, verlening of machtiging als bedoeld in art. 2.9 WWG of binnenlandse vergunning, indien niet langer geldig (vervallen of ingetrokken)

Artikel 3.6 WWG

€ 1.000

€ 10.000

TOELICHTING

Deze beleidsregel geldt bij het opleggen van een last onder dwangsom in het kader van de handhaving van bepalingen inzake het vervoer van goederen over de weg. In deze beleidsregel wordt vastgesteld voor welke overtreding van de Wet wegvervoer goederen (hierna: WWG) een last onder dwangsom wordt opgelegd en welk dwangsombedrag daarvoor geldt. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom volgt uit artikel 5.2 van de WWG en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen. De last onder dwangsom kan worden opgelegd ingeval artikel 3.6 WWG wordt overtreden. Dit is het geval indien een vervallen of ingetrokken vergunning, ritmachtiging, bestuurdersattest of een verlening en machtiging als bedoeld in artikel 2.9 WWG niet binnen een week na de vervaldatum of na de intrekking bij de NIWO is ingeleverd. Het voorgaande geldt ook voor de gewaarmerkte kopieën van de vergunning dan wel van het bestuurdersattest.

De verplichting bestaat om de documenten binnen één week na vervaldatum of intrekking aan de NIWO te retourneren. De NIWO zal in beginsel slechts een last onder dwangsom opleggen als de vergunning is ingetrokken en er concrete aanwijzingen zijn dat de documenten (kunnen) worden misbruikt. Hierbij moet worden gedacht aan situaties waarbij de vergunningen zijn ingetrokken, omdat niet meer aan de eisen wordt voldaan zoals bijvoorbeeld in geval van faillissement of in geval van het ontbreken van een reële vestiging. In het geval een ondernemer zijn vergunning op eigen verzoek intrekt, zal zich niet snel een situatie voordoen dat een document wordt misbruikt en zal derhalve in beginsel geen last onder dwangsom worden opgelegd.

De hoogte van de dwangsom dient in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom. De NIWO acht het vastgestelde bedrag van € 1.000,– per week met een maximum van € 10.000,– toereikend om de overtreder te bewegen om de documenten aan de NIWO te retourneren. De looptijd van de last onder dwangsom is vastgesteld op één jaar. Is de dwangsom een jaar lang niet verbeurd, dan kan de beschikking worden ingetrokken. In geval van tijdelijke of blijvende onmogelijkheid om aan de opgelegde last te voldoen kan de dwangsom worden verminderd, de looptijd voor enige tijd worden opgeschort of de last zelfs worden opgeheven.

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van deze beleidsregels, bijvoorbeeld wanneer vaststaat dat de last onder dwangsom niet zal kunnen worden geïnd ofwel dat de overtreding spoedig zal worden beëindigd.

Indien het voornemen bestaat om een last onder dwangsom op te leggen, zal de NIWO de nodige zorgvuldigheid moeten betrachten. Dit brengt met zich mee dat voorafgaand aan het opleggen van een last onder dwangsom een belanghebbende in de gelegenheid zal worden gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen.

Naar boven