Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 april 2009, nr. IVV/I/09/5651, tot wijziging van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA in verband met het realiseren van een vrijstelling van de plicht tot verkrijgen van passende arbeid in geval van een prepensioenregeling of verlof

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 32, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging na ‘Werkloosheidswet’ van de punt door een puntkomma, toegevoegd:

Pensioen:

een uitkering op grond van een pensioenregeling als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Prepensioen:

een uitkering op grond van een regeling voor vervroegde uittreding als bedoeld in artikel 32ba, van de Wet op de loonbelasting 1964 of op grond van een prepensioenregeling als bedoeld in artikel 38a van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat artikel luidde op 31 december 2004;

Verlof:

een tussen de werkgever en de werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen periode, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht.

B

Na artikel 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a Vrijstelling in verband met pensioen, prepensioen of verlof

Van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA is vrijgesteld de persoon die met verlof is dan wel die pensioen of prepensioen ontvangt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 april 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA (hierna: de Regeling). De Regeling regelt thans onder meer dat WIA-gerechtigden, als zij hun resterende verdiencapaciteit volledig benutten, vrijgesteld zijn van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA. In deze Regeling wordt daarnaast geregeld dat een WIA-gerechtigde van deze verplichtingen wordt vrijgesteld tijdens verlof, prepensioen of pensioen.

In het Inkomensbesluit Wet WIA is geregeld dat een WIA-gerechtigde tijdens verlof dan wel als hij een prepensioen of pensioen ontvangt, een inkomen verdient dat gelijk is aan het inkomen voorafgaand aan dat verlof, prepensioen of pensioen. Met andere woorden, gedurende het verlof of tijdens het ontvangen van prepensioen of pensioen is sprake van een fictief inkomen. Op deze wijze wordt geregeld dat de uitkering tijdens verlof, prepensioen of pensioen niet toeneemt. De regering acht het niet redelijk om enerzijds tijdens verlof, prepensioen of pensioen uit te gaan van een fictief inkomen, terwijl iemand feitelijk geen of minder inkomen heeft en anderzijds iemand te verplichten passende arbeid te verkrijgen of aanvaarden omdat hij feitelijk geen inkomen heeft. Dat zou betekenen dat met twee maten wordt gemeten. Bovendien is de uitkering van de WIA-gerechtigde door voornoemde fictie lager dan zonder die fictie. Daarom is het gerechtvaardigd dat de WIA-gerechtigde tijdens verlof of het ontvangen van een prepensioen of pensioen wordt vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

Met de invoeging van een nieuw artikel 2a wordt een vrijstelling gerealiseerd van de verplichting van de verzekerde om passende arbeid te zoeken. Degene die gebruik maakt van een pensioenregeling, een prepensioenregeling of verlof en waarbij een fictief inkomen als inkomen voor de inkomenseis geldt valt onder deze vrijstelling. Wat betreft de definitie van pensioen, prepensioen en verlof is aansluiting gezocht bij de formulering in artikel 1, onderdeel b, onder 6o, van het Inkomensbesluit WIA.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven