Besluit tot vaststelling van het tijdstip met ingang waarvan de strengere lozingsvoorschriften voor het gebied van de Middellandse Zee gaan gelden

22 april 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/492 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op resolutie MEPC.172(57) van de Mariene Milieucommissie van de Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties, aangenomen op 4 april 2008, en artikel 29, vijfde lid, onderdeel b, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen;

Besluit:

Enig artikel

Voorschrift 5 van Bijlage V van het Verdrag met betrekking tot lozingen in bijzondere gebieden wordt met ingang van 1 mei 2009 van toepassing in het gebied van de Middellandse zee, zoals omschreven in dat voorschrift.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Bijlage V bij het MARPOL-verdrag (het op 2 november 1973 tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), zoals gewijzigd en aangevuld bij het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188) bevat voorschriften met betrekking tot het lozen van vuilnis. Op grond van deze bijlage gelden strengere voorschriften voor het lozen van vuilnis in de in deze bijlage nader omschreven bijzondere gebieden, dan buiten deze gebieden. Op grond van voorschrift 5.4b van Bijlage V worden de strengere lozingsvoorschriften die gelden ten aanzien van een deel van deze bijzondere gebieden eerst van kracht op een datum die door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) wordt vastgesteld op het moment dat toereikende havenontvangstvoorzieningen in deze gebieden aanwezig zijn voor de ontvangst van vuilnis. Aan dit voorschrift van Bijlage V is uitvoering gegeven via artikel 29, vijfde lid, onderdeel a, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (Bvvs). Hierin zijn de bijzondere gebieden genoemd ten aanzien waarvan strengere lozingsvoorschriften gelden voor het lozen van vuilnis. Daarnaast bevat artikel 29, vijfde lid, onderdeel b, van het Bvvs een basis om bij besluit het tijdstip vast te stellen waarop de strengere voorschriften voor het lozen van vuilnis ten aanzien van de overige bijzondere gebieden in werking treden.

Met het onderhavige besluit wordt uitvoering gegeven aan resolutie MEPC.172(57) van 4 april 2008 van de Mariene Milieucommissie (MEPC) van de IMO, waarbij op basis van artikel 29, vijfde lid, onderdeel b, 1 mei 2009 wordt vastgesteld als tijdstip waarop strengere lozingsvoorschriften van Bijlage V gaan gelden voor de Middellandse Zee.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven