Goedgekeurd bestemmingsplan bedrijventerrein GDC-Noord

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij besluit van 20 april 2009 het bestemmingsplan Bedrijventerrein GDC Noord gedeeltelijk goedgekeurd.

Het bestemmingsplan heeft betrekking op de ontwikkeling van het noordelijke deel van bedrijventerrein Goederendistributiecentrum (GDC) Acht. Het plangebied ligt aan de noordwest zijde van Eindhoven en wordt begrensd door de Rijksweg A2, Rijksweg A58, spoorlijn Eindhoven–’s-Hertogenbosch en de Mispelhoefstraat.

Het besluit van Gedeputeerde Staten ligt samen met het bestemmingsplan met ingang van donderdag 7 mei 2009 tot en met 17 juni 2009 op werkdagen tijdens openingsuren voor een ieder ter inzage bij het Ondernemersplein in het Kennedy Business Center en in het KlantContactCentrum van het Stadskantoor (adressen en openingstijden zie colofon). Daarnaast kan het besluit van Gedeputeerde Staten vanaf 7 mei 2009 ook digitaal worden geraadpleegd via de internetsite www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl.

Gedurende de hierboven genoemde termijn van terinzagelegging kan tegen het besluit van Gedeputeerde Staten schriftelijk beroep worden ingesteld door:

• een belanghebbende die zich tijdig met bedenkingen tegen het vastgestelde plan tot Gedeputeerde Staten heeft gewend;

• een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest tijdig bedenkingen tegen het vastgestelde plan bij Gedeputeerde Staten in te dienen;

• een ieder tegen die onderdelen van het bestemmingsplan waar Gedeputeerde Staten goedkeuring aan heeft onthouden.

Het beroep dient te worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Op grond van het bepaalde in artikel 28, lid 7, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening treedt het besluit van Gedeputeerde Staten in werking daags na afloop van de beroepstermijn (termijn van terinzagelegging). Indien binnen de beroepstermijn tevens een verzoek om voorlopige voorziening bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingediend, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.