Bekendmaking toestemming aanleg, inrichting en uitrusting zweefvliegterrein

Nr. VENW/IVW-2009

Luchtvaartwet en Besluit inrichting en gebruik niet-aangewezen luchtvaartterrein, Staatsblad 511, jaargang 1988

De Minister van Verkeer en Waterstaat maakt bekend dat, op basis van artikel 14 van de Luchtvaartwet en artikel 16 van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, aan de Amsterdamse Club voor Zweefvliegen toestemming is verleend voor de aanleg, inrichting, uitrusting en het gebruik van het zweefvliegterrein ‘Soesterberg’ voor het gebruik door zweefvliegtuigen, Touring Motor Gliders en één sleepvliegtuig.

Het betreft een voorlopige continuering van het gebruik van de recreatieve vliegactiviteiten binnen een kleiner ruimtebeslag op het voormalige militaire luchtvaartterrein Soesterberg.

Terinzagelegging

De beschikking, alsmede de daarbij behorende bijlagen liggen gedurende zes weken na publicatie, op werkdagen tussen 9.00 uur en 12.00 uur en tussen 13.30 uur en 16.00 uur, voor belanghebbenden ter inzage op het kantoor van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Saturnusstraat 50 te Hoofddorp (telefoon 070-456 3109 of 456 3138).

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezicht Beheer Eenheid, Unit Juridische Zaken, Postbus 10700, 2501 HS Den Haag.

Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

Hoofddorp, 28 april 2008

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

de unitmanager Kennis, Advies en Berichtgeving - Toelating en Continuering Luchthavens,

B.W.G. Schute.

Naar boven