Besluit van de Minister van Economische Zaken van 9 april 2009, nr. WJZ/9062467, tot aanwijzing van ambtenaren van de Nederlandse mededingingsautoriteit alsmede van Staatstoezicht op de Mijnen als toezichthouders op artikelen van de Gaswet en daarop gebaseerde regelgeving

9 april 2009

Nr.WJZ / 9062467

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 59, tweede lid, van de Gaswet;

Besluit:

Artikel 1

Als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens paragraaf 1.2 en van de artikelen 35a, 54 tot en met 57, 72, 73 en 80 tot en met 85a van de Gaswet worden aangewezen de ambtenaren van de in artikel 5a, vijfde lid, van de Mededingingswet bedoelde eenheid van de mededingingsautoriteit.

Artikel 2

Onverminderd het bepaalde in artikel 1 worden als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de op de artikelen 8 en 35a van de Gaswet gebaseerde artikelen 7, tweede lid, 8, 9, 10, tweede lid, 11 en 14 tot en met 20 van de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas aangewezen de inspecteur-generaal der mijnen en de onder hem vallende inspectieambtenaren.

Artikel 3

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. De Regeling van de Minister van Economische Zaken van 20 oktober 2006, nr. WJZ/6072764, tot aanwijzing van ambtenaren van de Nederlandse Mededingingsautoriteit alsmede van Staatstoezicht op de Mijnen als toezichthouders op artikelen van de Gaswet en daarop gebaseerde regelgeving wordt ingetrokken.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 april 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

Algemeen

In artikel 59, tweede lid, van de Gaswet is bepaald dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in dat artikellid genoemde artikelen van de Gaswet zijn belast de bij besluit van de Minister van Economische Zaken aangewezen ambtenaren.

Bij besluit van 20 oktober 2006 (Stcrt. 212) zijn daartoe aangewezen de ambtenaren van de Directie Toezicht energie (tegenwoordig de Energiekamer) van de Nederlandse mededingingsautoriteit en daarnaast, voor het toezicht op bepaalde, op artikel 8 van de Gaswet gebaseerde, artikelen van de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas die betrekking hebben op normen voor de veiligheid van het distributienetwerk, de inspecteur-generaal der mijnen en de onder hem vallende inspectieambtenaren.

De ambtenaren van Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) zijn in 2006 aangewezen, omdat toen besloten is het toezicht op de veiligheid los te koppelen van het verdere toezicht op de energiemarkt. Dit vanwege de bij SodM al bestaande expertise op het veiligheidstoezicht op gasproductieleidingen. Op deze wijze is het toezicht op marktwerking en op veiligheid zo veel mogelijk gescheiden.

Naast artikel 8 bevat ook artikel 35a van de Gaswet normen met betrekking tot de veiligheid. In 2006 was het nog niet mogelijk om de ambtenaren van SodM ook voor dit artikel en de daarop gebaseerde nadere regelgeving als toezichthouder aan te wijzen, omdat artikel 59, tweede lid, van de Gaswet hiervoor toen nog geen basis bood. Inmiddels is de Gaswet op dit punt gewijzigd en kunnen door middel van dit besluit de ambtenaren van SodM aangewezen worden als toezichthouders op meer veiligheidsgerelateerde artikelen dan voorheen.

In een protocol zijn tussen Energiekamer en SodM afspraken gemaakt over de wijze van samenwerken. Dubbel toezicht en extra administratieve lasten voor de netbeheerders worden zo veel mogelijk voorkomen.

Artikelsgewijs

In artikel 1 worden de ambtenaren van de Energiekamer van de Nederlandse mededingingsautoriteit aangewezen voor het toezicht op alle artikelen die zijn genoemd in artikel 59, tweede lid.

In artikel 2 worden de ambtenaren van SodM aangewezen als toezichthouder op die artikelen van de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas die gebaseerd zijn op de artikelen 8 en 35a van de Gaswet en die betrekking hebben op normen voor de veiligheid. Belangrijk voor het toezicht op veiligheidsaspecten is het zogenaamde kwaliteits- en capaciteitsdocument dat elke netbeheerder op grond van artikel 8 tweejaarlijks moet indienen en waarvoor de normen nader worden uitgewerkt in de Regeling kwaliteitsaspecten. In artikel 35a wordt de netbeheerders opgedragen kwaliteitsindicatoren te registreren en jaarlijks te rapporteren aan de toezichthouder. De normen worden nader uitgewerkt in de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas. Er is voor gekozen om ambtenaren van SodM naast ambtenaren van de Energiekamer aan te wijzen als toezichthouder op de in artikel 2 genoemde artikelen, omdat hierbij soms ook, naast veiligheids- en kwaliteitsaspecten, sprake is van marktaspecten. Zoals hierboven opgemerkt, hebben Energiekamer en SodM onderling afspraken gemaakt om dubbel toezicht zo veel mogelijk te voorkomen.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven