stcrt-2009-6134-001.png Vestiging voorkeursrecht Utrechtseweg 69 Oosterbeek

Het college van burgemeester en wethouders maakt op grond van artikel 7, lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat de gemeenteraad op 22 april 2009 op grond van artikel 5 van de Wvg, hebben besloten om een perceel aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn. Het betreffende perceel ligt aan de Utrechtseweg 69 te Oosterbeek, kadastraal bekend als Oosterbeek, sectie C, nummer 4979. Aan de gronden wordt een gebruik als herontwikkeling/modernisering toegedacht in de vorm van intensiveren van centrumfuncties en/of wonen met maatschappelijke functies en/of dienstverlening.

Het aanwijzingsbesluit van de gemeenteraad treedt in werking de dag na publicatie in de Staatscourant. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 april 2009 en treedt daarmee op 1 mei 2009 in werking. Het besluit heeft een geldingsduur van 3 jaar. Om de geldingsduur te verlengen dient de gemeenteraad binnen die periode voor het gebied een structuurvisie of een bestemmingsplan vast te stellen. Het besluit van de gemeenteraad ligt met bijbehorende bijlagen, waaronder de kadastrale kaart met daarop aangegeven het perceel en een lijst met de namen van de eigenaren dan wel rechthebbenden, met ingang van 1 mei 2009 voor een ieder kosteloos ter inzage in het gemeentehuis te Oosterbeek. Het rechtsgevolg van de aanwijzing is dat eigenaren en beperkt gerechtigden eerst tot vervreemding van hun onroerende zaak kunnen overgaan nadat de gemeente Renkum in de gelegenheid is gesteld die onroerende zaak te kopen.

Binnen zes weken na de publicatie van het besluit, kunnen belanghebbenden schriftelijk bezwaar indienen bij de gemeenteraad van Renkum, Postbus 9100, 6860 HA Oosterbeek, t.a.v. de heer J.H. Pos. Uw bezwaarschrift dient door u te worden ondertekend en ten minste te bevatten: uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen uw bezwaar is gericht, de gronden van uw bezwaar. Belanghebbenden die reeds bezwaar gemaakt hebben tegen reeds eerder ingestelde voorlopige aanwijzing in gevolge artikel 6 Wvg hoeven niet nogmaals bezwaar te maken. Aangezien het indienen van een bezwaarschrift geen schorsende werking heeft en het besluit derhalve de dag na publicatie in de Staatscourant in werking treedt, kunt u in samenhang met het indienen van het bezwaarschrift tevenseen voorlopige voorziening vragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem, sector Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Van de indiener van een voorlopige voorziening wordt door de rechtbank griffierecht geheven.

Naar boven