Burgemeester en Wethouders van Velsen maken ter voldoening aan het
be paalde in artikel 28, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend,
dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 14 april 2009,
verzonden op 16 april 2009, goedkeuring hebben verleend aan het door de
gemeenteraad van Velsen op 13 november 2008 gewijzigd vastgestelde
bestemmingsplan ‘Oud-IJmuiden-West’ met daarbij behorende plankaarten en
voorschriften.
Het plan heeft betrekking op het westelijke deel van de wijk
Oud-IJmuiden. Het plangebied wordt als volgt begrensd: de Oranjestraat, de
Carolinastraat, de Adrianastraat, de Bik en Arnoldkade, de Ericssonstraat en
het Sluisplein.
Het besluit van Gedeputeerde Staten alsmede het goedgekeurde
bestemmingsplan liggen met ingang van 24 april 2009 gedurende zes weken ter
visie. De desbetreffende stukken zijn op werkdagen voor eenieder in te zien bij
de receptie in het stadhuis, Dudokplein 1 te IJmuiden van 09.00 tot 16.00 uur
en op donderdagavond van 18.00 tot 20.00 uur en gedurende de gebruikelijke
openingstijden bij de centrale bibliotheek te IJmuiden.
Krachtens artikel 56 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan
tegen het besluit van Gedeputeerde Staten inzake goedkeuring bij de Afdeling
bestuursrecht van de Raad van State beroep worden ingesteld door
belanghebbenden die tijdig op grond van artikel 27, lid 1 of 2 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening bedenkingen bij Gedeputeerde Staten hebben ingediend. Dit
recht van beroep komt ook toe aan een belanghebbende die aantoont dat hij
redelijkerwijs niet in staat is geweest zich overeenkomstig laatstgenoemde
bepaling tot Gedeputeerde Staten te wenden.
De termijn voor het indienen van beroep bedraagt zes weken en vangt
aan op de begindatum van de tervisielegging. Hiervoor is een griffierecht
verschuldigd. Het beroepschrift dient in tweevoud te worden gezonden aan de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA
’s-Gravenhage.
Ingevolge artikel 28, lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
treedt het besluit van Gedeputeerde Staten in werking daags na afloop van de
hierboven genoemde beroepstermijn. Indien binnen deze beroepstermijn tevens een
verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt ingediend, treedt het besluit
niet in werking, voordat op dat verzoek is beslist.