stcrt-2009-5563-001.png Bekendmaking Vestiging voorlopig voorkeursrecht artikel 6 Wvg gemeente Mill en St.Hubert

Burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en St. Hubert maken op grond van artikel 7 lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat zij op grond van het bepaalde in artikel 6 van de Wvg, op 14 april 2009 hebben besloten om voorlopig gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn. De gronden zijn gelegen in het gebied tussen de Petersweg, Voordijk, Korenbloemstraat en St. Hubertse Binnnenweg. Het besluit treedt in werking één dag na publicatie in de Nederlandse Staatscourant, te weten vrijdag 17 april 2009.

Ter inzage

Het besluit ligt met bijbehorende bijlagen, bevattende de kadastrale kaarten en een lijst met daarop de kadastrale aanduiding van de in de aanwijzing opgenomen percelen, hun grootte, de grootte van de gedeeltelijke percelen, alsmede de namen van de eigenaren en rechthebbenden van de daarop rustende beperkte rechten, een kaart met de daarop toegedachte bestemming, ligt vanaf vrijdag 17 april 2009 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage op het gemeentehuis, Kerkstraat 1 te Mill. Het gemeentehuis is geopend op werkdagen van 09.00 uur tot 12.15 uur en op maandagavond van 17.00 uur tot 18.30 uur. Voor inzage buiten deze openingstijden dient u een afspraak te maken (tel. 0485-460300).

Gevolgen

De vestiging van het voorkeursrecht houdt in dat eigenaren en andere rechthebbenden op de aangewezen gronden, wanneer deze die gronden respectievelijk erop gevestigde beperkte rechten wensen te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Mill en St. Hubert te koop moet aanbieden. Het voorkeursrecht heeft dus pas gevolgen als de eigenaar zijn grond, huis of ander gebouw wil verkopen. De eigenaren en de rechthebbenden op beperkte rechten hebben hiervan afzonderlijk bij aangetekende brief bericht ontvangen.

Zienswijzen

Binnen drie maanden dient de gemeenteraad de aanwijzing van de gronden te bestendigen. In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van de door de raad te nemen besluiten tot aanwijzingen van gronden worden belanghebbenden, gelet op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld om vóór maandag 1 juni 2009, schriftelijk of mondeling hun zienswijzen ten aanzien van het van het voorgenomen raadsbesluit naar voren brengen. De zienswijze kan schriftelijk gericht worden aan de raad van de gemeente Mill en St. Hubert, Postbus 39, 5450 AA Mill.

Indien belanghebbenden hun zienswijze aan de raad mondeling kenbaar wensen te maken, dient contact op te worden genomen met mevrouw J. Zeeuwen van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Zij is bereikbaar op het telefoonnummer 04885-476615.

Bezwaar en beroep

Naast het indienen van zienswijzen bij de raad kunnen belanghebbenden ook rechtstreeks bezwaar maken tegen het besluit van burgemeester en wethouders. Ingevolge Awb kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van 6 weken, ingaande de dag nadat dit besluit bekend is gemaakt in de Nederlandse Staatscourant, bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en St. Hubert tegen voormeld besluit bezwaarschrift indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

  • 1. de naam en het adres van de indiener

  • 2. de dagtekening

  • 3. een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar is gericht

  • 4. de gronden van het bezwaar

Het bezwaarschrift dient vóór maandag 1 juni 2009 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en St. Hubert te zijn ontvangen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en St. Hubert, Postbus 39, 5450 AA Mill.

Indien de gemeenteraad het besluit van het college van burgemeester en wethouders bestendigt in een raadsbesluit, kunnen belanghebbenden tegen het raadsbesluit ingevolge de Awb eveneens bezwaar (en eventueel beroep) instellen. Indien belanghebbenden er voor kiezen om nu reeds bezwaar te maken tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders, dan wordt dat bezwaarschrift ingevolge artikel 6, lid 3 Wvg aangemerkt als tevens te zijn ingediend tegen het raadsbesluit. Belanghebbenden kunnen derhalve ook wachten met het maken van bezwaar totdat het raadsbesluit is genomen (deze regeling van artikel 6 lid 3 Wvg beoogt te voorkomen dat belanghebbenden tweemaal bezwaar dienen te maken).

Indien bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit tot aanwijzing bestaat tevens de mogelijkheid om de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.

Mill, 16 april 2009

Burgemeester en wethouders van Mill en St. Hubert,

De secretaris,

R.P. Hoffmann.

De burgemeester,

J.Th.C.M. Verheijen

Naar boven