Bijzonder Luchtverkeersgebied (BVG) Schiphol, VFR area Lelystad en BVG Hilversum

3 april 2009

VENW/IVW-2009/5218

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelezen de brief van de Luchtverkeersleiding Nederland van 2 april 2009;

Gelet op artikel 8 van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Ter bescherming van het luchtverkeer ten opzichte van bepaalde soorten luchtverkeer of luchtverkeersactiviteiten, wordt met ingang van 4 april 2009 als bijzonder luchtverkeersgebied (BVG) aangewezen de gebieden:

• BVG Schiphol, onder de TMA 1 een gebied met de volgende laterale begrenzing:

  van de NO-punt van SPL CTR2 naar kruispunt A6/A27, langs de A27 naar de kruising met Schiphol TMA1, langs Schiphol TMA1 naar het kruispunt met de A12, langs de A12 naar de ZO-punt van de SPL CTR3 naar de ZW-punt van SPL CTR3, naar punt 52°11'30"N 004°22'54"E; langs de kust naar het NW-punt van SPL CTR2, terug naar de NO-punt van SPL CTR2;

  • exclusief de ATZ Valkenburg en BVG Hilversum;

  • vanaf de grond tot een hoogte van 458 meter (1500 voeten AMSL) gemiddeld zeeniveau.

• BVG VFR area Lelystad, een gebied met de volgende laterale begrenzing

  van 52°34'52.74"N 005°32'28.90"E;

  52°25'45.00"N 005°40'52.00"E;

  52°22'41.00"N 005°40'05.00"E;

  52°21'08.15"N 005°38'08.05"E;

  52°22'00.14"N 005°36'27.66"E;

  52°21'46.58"N 005°35'07.08"E;

  52°22'03.77"N 005°33'50.57"E;

  52°24'07.34"N 005°30'11.37"E;

  52°26'35.32"N 005°26'17.41"E;

  52°27'34.70"N 005°25'04.04"E;

  52°28'24.98"N 005°25'01.68"E;

  52°29'37.13"N 005°23'58.46"E;

  52°30'52.37"N 005°26'15.20"E;

  52°31'50.07"N 005°26'06.20"E;

  52°32'05.19"N 005°26'50.08"E;

  52°33'07.12"N 005°27'33.84"E;

  52°33'13.67"N 005°29'45.72"E;

  52°34'52.74"N 005°32'28.90"E;

  • vanaf de grond tot een hoogte van 1066 meter (3500 voeten AMSL) gemiddeld zeeniveau.

• BVG Hilversum, een gebied met de volgende laterale begrenzingen:

  vanaf het Aerodrome Reference Point, 52°11'31"N 005°08'49"E, met een straal van 2 nautische mijlen (3,7 kilometer);

  • vanaf de grond tot een hoogte van 458 meter (1500 voeten AMSL) gemiddeld zeeniveau.

Artikel 2

In de bijzondere luchtverkeersgebieden gelden de volgende regels:

• Schiphol, onder de TMA 1

  • In het gebied is geen VFR-verkeer met een MODE S transponder aan boord toegestaan

  Uitgezonderd zijn:

  • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

  • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

  • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

  • kustwachtvluchten en militaire vluchten;

  • loodsvluchten vanaf IJ-pad, EHYP;

  • VFR-luchtverkeer vertrekkend van en/of met bestemming Amsterdam Airport Schiphol en Amsterdam Heliport;

  • commercieel luchtverkeer zoals reclamesleepvluchten, pijpleidingcontrolevluchten, fotovluchten, meetvluchten en carteringsvluchten indien vooraf toestemming is verkregen van de Operationele Helpdesk van de Luchtverkeersleiding Nederland.

• BVG VFR area Lelystad,

  • in het gebied is het gebruik van MODE S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan;

  • in het gebied is tweezijdig radiocontact met de havendienst van het luchtvaartterrein Lelystad verplicht.

  Uitgezonderd zijn:

  • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

  • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

  • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

  • kustwachtvluchten en militaire vluchten.

• BVG Hilversum,

  • in het gebied is het gebruik van MODE S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan;

  • in het gebied is tweezijdig radiocontact met de havendienst van het luchtvaartterrein Hilversum verplicht.

  Voor het niet-gebruiken van MODE S transponders zijn uitgezonderd:

  • vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de dienst luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten;

  • helikopters die een traumateam vervoeren voor spoedeisende hulpverlening of als spoedeisende ambulance fungeren;

  • vluchten waarmee zoek- of reddingsacties worden uitgevoerd;

  • Kustwachtvluchten en militaire vluchten;

Artikel 3

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 4 april 2009. Bekendstelling vindt plaats via de Notice to Airmen (NOTAM) die wordt uitgegeven door LVNL. De operationele inhoud van deze beschikking wordt bekendgemaakt per NOTAM.

Artikel 5

Dit besluit is geldig tot 4 mei 2009.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

De Hoofdinspecteur Toezichteenheid Luchthavens en Luchtruim,

J.H. Wilbrink.

TOELICHTING

Vanaf zaterdag 4 april 2009 zijn drie bijzondere luchtverkeersgebieden (BVG) in het Nederlandse luchtruim van kracht.

Vanaf 12 maart 2009 is het voeren van MODE S transponders onder de Schiphol TMA verplicht. Het doel van de transponderverplichting is het vergroten van de vliegveiligheid. De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft ten behoeve van de transponderverplichting een aantal aanpassingen in het verkeersleidingssysteem doorgevoerd om deze verplichting mogelijk te maken en te ondersteunen.

In de praktijk is echter gebleken dat het aantal labels van ongecontroleerd verkeer veel groter is dan verwacht en het effect op de afhandeling van het luchtverkeer door de LVNL niet goed is ingeschat. Bij brief van 2 april 2009 heeft de LVNL aangegeven dat doordat het aantal labels op de radarschermen van de verkeersleiding zodanig is toegenomen, de LVNL ernstig belemmerd wordt bij de uitvoering van haar taken.

Na inspectie is gebleken dat er sprake is van een onaanvaardbaar en acuut veiligheidsrisico. Dit heeft geleid tot instelling door de Inspectie Verkeer en Waterstaat namens de minister van bovenstaande BVG’s.

Voorstaande BVG’s vallen onder te verdelen in twee categorieën:

• 1) BVG onder de Schiphol TMA; in het gebied is geen VFR-verkeer met een MODE S transponder aan boord toegestaan.

• 2) BVG Hilversum, BVG VFR Area Lelystad: in het gebied is het gebruik van MODE S transponders door VFR-luchtverkeer niet toegestaan.

Reden voor deze splitsing is hierin gelegen dat in het gebied onder de Schiphol TMA het uitzetten van de MODE S transponder tot gevolg heeft dat de ACAS-waarschuwing niet kan worden afgegeven, terwijl dat wel noodzakelijk kan zijn als het VFR-verkeer ook daadwerkelijk in het betreffende gebied vliegt. Gevolg is dat het VFR-verkeer niet zichtbaar is voor de luchtverkeersleiding. In het gebied is bij mooi weer veel VFR-verkeer aanwezig zodat, anders dan bij het BVG Hilversum en het BVG VFR area Lelystad het uitzetten van de MODE S transponder het veiligheidsniveau verlaagt. In geval van het BVG Hilversum en het BVG VFR area Lelystad wordt het niet-gebruiken van de MODE S transponder daarentegen voldoende geacht.

Gelet op het vorenstaande wordt het belang van vliegveiligheid groter geacht dan het belang van onbelemmerd VFR-verkeer.

De periode van vooralsnog een maand is ingesteld om enerzijds het VFR-verkeer niet langer dan noodzakelijk te belemmeren en anderzijds de LVNL de mogelijkheid te bieden om maatregelen te ontwikkelen die gestand doen aan de ingestelde transponderverplichting en de daarbij behorende modus van het bieden van luchtverkeersleiding door de LVNL.