Wijziging van enkele regelingen op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2008/106/EG inzake het minimum opleidingsniveau van zeevarenden

27 maart 2009

CEND/HDJZ- 2009/294 sector SCH

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 inzake het minimum opleidingsniveau van zeevarenden (PbEU L 323), artikel 19, vierde lid, van de Zeevaartbemanningswet en de artikelen 5 en 30 van de Wet havenstaatcontrole;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 4, eerste lid, van de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning wordt ‘richtlijn nr. 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 136)’ vervangen door: richtlijn nr. 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 inzake het minimum opleidingsniveau van zeevarenden (PbEU L 323).

ARTIKEL II

De Regeling havenstaatcontrole wordt gewijzigd als volgt:

1. Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. richtlijn nr. 2008/106/EG: richtlijn nr. 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 inzake het minimum opleidingsniveau van zeevarenden (PbEU L 323);.

2. In de artikelen 4, vijfde lid, en 12 wordt ‘artikel 20 van richtlijn nr. 2001/25/EG’ vervangen door: artikel 23 van richtlijn nr. 2008/106/EG.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 23 december 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Op 23 december 2008 is in werking getreden richtlijn nr. 2008/106/EG1, verder te noemen: de richtlijn. In de richtlijn wordt richtlijn nr. 2001/25/EG2 ingetrokken. Omdat richtlijn nr. 2001/25/EG eerder herhaaldelijk is gewijzigd, is zij omwille van de duidelijkheid herschikt en is de terminologie ervan gestroomlijnd. Daarnaast is de richtlijn (artikelen 27 en 28) aangepast aan de uitbreiding van het comitologiesysteem met de zogenaamde ‘regelgevingsprocedure met toetsing’. De nieuwe comitologieprocedure kent een grotere betrokkenheid van het Europees Parlement en geldt voor wijziging van niet-essentiële onderdelen van de richtlijn. Ten opzichte van richtlijn nr. 2001/25/EG hebben verder geen inhoudelijke wijzigingen plaatsgevonden. In overweging 25 van de richtlijn is bepaald dat de nieuwe onderdelen in de richtlijn niet door de lidstaten behoeven te worden omgezet.

De richtlijn heeft echter wel gevolgen voor de nationale regelgeving. In de nationale regelgeving waarin richtlijn nr. 2001/25/EG is geïmplementeerd, wordt naar die richtlijn verwezen. Deze verwijzingen naar een niet langer rechtsgeldig EG-besluit verliezen hun betekenis en derhalve is aanpassing van de desbetreffende nationale regelgeving noodzakelijk. De onderhavige regeling strekt tot aanpassing van de verwijzingen naar richtlijn 2001/25/EG in de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning en de Regeling havenstaatcontrole. Hiernaast is wijziging van de Zeevaartbemanningswet en het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart noodzakelijk. Deze wijzigingen kunnen onafhankelijk van elkaar plaatsvinden omdat zij verschillende onderwerpen betreffen.

Omdat de richtlijn met ingang van 23 december 2008 in werking is getreden en richtlijn nr. 2001/25/EG op die datum is vervallen, is aan de wijziging van de regelingen terugwerkende kracht tot en met die datum verleend.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse burgers.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.


XNoot
1

Richtlijn nr. 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 inzake het minimum opleidingsniveau van zeevarenden (PbEU L 323).

XNoot
2

Richtlijn nr. 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 136).

Naar boven