Gedeeltelijk goedgekeurd bestemmingsplan ‘Zeeheldenbuurt–Bloemenbuurt’

Burgemeester en wethouders van de gemeente Winschoten maken bekend, overeenkomstig artikel 26 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dat Gedeputeerde Staten van Groningen (GS) bij besluit van 31 maart 2009, kenmerk 09/153269, het bestemmingsplan ‘Zeeheldenbuurt–Bloemenbuurt’ gedeeltelijk heeft goedgekeurd. De onthouding van goedkeuring heeft betrekking op de bevoegdheden op grond waarvan nieuwe woningen kunnen worden gebouwd en de bestemming van bestaande gebouwen naar een woonfunctie kan worden gewijzigd.

Het bestemmingsplan is opgesteld in het kader van het project actualisering bestemmingsplannen en vervangt een negental bestemmingsplannen. Het plan omvat globaal het gebied gelegen tussen de Molenweg, Bovenburen, het Stadspark en de Mr. D.U. Stikkerlaan en Nassaulaan.

Het bestemmingsplan en het besluit van GS liggen met ingang van 9 april 2009 gedurende 6 weken voor een ieder tijdens werkdagen tussen 09.00 en 12.00 uur ter inzage in het stadshuis van Winschoten, Johan Modastraat 6.

Tegen het besluit van GS kan, binnen de termijn van terinzagelegging, beroep worden ingesteld door:

• een belanghebbende die zich tijdig met bedenkingen tot Gedeputeerde Staten heeft gewend;

• een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zich tijdig met bedenkingen tot Gedeputeerde Staten te wenden;

• een belanghebbende, voor zover het besluit strekt tot onthouding van goedkeuring.

Het beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ‘s-Gravenhage.

Het goedkeuringsbesluit van GS treedt, ingevolge artikel 28 lid 7 WRO, in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen deze termijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingediend, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

8 april 2009

Burgemeester en wethouders van de gemeente Winschoten.