Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 maart 2009, nr. TRCJZ/2008/698, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van algen en mossen in de teelt van radijs onder glas. (Tijdelijke vrijstelling ter bestrijding van algen en mossen in radijsteelt onder glas)

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gezien het verzoek van LTO Nederland van 2 december 2008;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gewasbeschermingsmiddel Thiram Granuflo (toelatingsnummer 10172N) ter bestrijding van algen en mossen in de bedekte teelt van radijs.

Artikel 2

  • 1. De vrijstelling geldt niet voor het gebruik in grondwaterbeschermingsgebieden.

  • 2. De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen, die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bestrijding van algen en mossen in radijsteelt onder glas. Het zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 maart 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

  • a. in de teelt onder glas van radijs;

  • • Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

De wachttijd tussen de laatste toepassing en de eerste herbetredingswerkzaamheden bedraagt: 3 dagen zonder handschoenen, 0 dagen met handschoenen.

Het is niet toegestaan dit middel toe te passen door middel van een met de hand getrokken of geduwde spuitboom (spuitfiets).

Het middel is uitsluitend bestemd voor beroepsmatig gebruik.

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

Toepassingen

Radijs onder glas, tegen algen en mossen

Kort na het zaaien een bespuiting uitvoeren.

Dosering: 0,5 gram per m2.

TOELICHTING

Op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) wordt tijdelijke vrijstelling voor de duur van 120 dagen verleend voor het gebruik van Thiram granuflo ter bestrijding van algen en mossen in de radijsteelt onder glas.

De Minister kan volgens artikel 38 Wgb in bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen voor het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel indien de plantaardige productie door onvoorziene, op geen enkele andere wijze te bestrijden gevaren wordt bedreigd.

Op grond van richtlijn 2007/57/EG tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen voor dithiocarbamaten, is de toelating van Thiram granuflo in radijs vervallen omdat geen residuproeven beschikbaar waren. Hoewel bekend was dat de residunormen Europees geharmoniseerd zouden worden zijn producenten niet verplicht richting de sector of telers bekend te maken dat op grond van het ontbreken van residugegevens een product waarschijnlijk zal komen te vervallen. Derhalve was het voor radijstelers onvoorzienbaar dat de toelating van thiram zou wijzigen en dat specifiek de toelating in de radijsteelt zou komen te vervallen. De sector heeft zich na het bekend worden hiervan ingespannen om de ontbrekende residustudies te laten uitvoeren en een aanvraag ingediend bij het Fonds Kleine Toepassingen. Deze aanvraag voor financiering van de noodzakelijke proeven om voldoende residugegevens te kunnen leveren voor een nieuwe toelating is erkend. De residustudies zijn in 2008 uitgevoerd en binnenkort kan de toelatingsaanvraag bij het Ctgb worden ingediend. Het betreft een aanvraag voor een vereenvoudigde uitbreiding, waardoor de duur van de procedure beperkt zal zijn.Derhalve is er uitzicht op spoedige toelating.

Uit het advies van de Plantenziektenkundige Dienst blijkt dat zolang deze toelating niet is verleend, een geschikt middel voor de bestrijding van algen en mossen in de bedekte radijsteelt ontbreekt en de plantaardige productie wordt bedreigd. Bij de radijsteelt wordt direct na het zaaien beregend, omdat voor een uniforme kieming de grond nat dient te zijn. Door de natte grond kunnen algen en mossen zich snel ontwikkelen. Gedurende de zomerperiode krijgen algen en mossen minder kans zich te ontwikkelen en kunnen enkele teelten zonder de bestrijding van algen en mossen worden uitgevoerd. Zonder een effectief middel tegen algen en mossen is de radijsteelt echter niet rendabel in het voorjaar, najaar en in de winter. Het niet kunnen bestrijden van algen en mossen in de teelt van radijs zal leiden tot dusdanig grote oogstverliezen dat het voortbestaan van de teelt van radijs in gevaar komt en de plantaardige productie wordt bedreigd.

Gezien de bedreiging van de plantaardige productie wordt Thiram vrijgesteld ter bestrijding van algen en mossen in de radijsteelt. Daarvoor is het belang van de landbouw afgewogen tegen milieubelangen. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft het middel beoordeeld en daarbij een uitspoelingsrisico geïdentificeerd. Daartegenover staat dat het om een beperkt areaal gaat, naar verwachting zal gedurende de vrijstelling minder dan 100 hectare worden behandeld met het middel. Bovendien geldt de vrijstelling, om de uitspoelingsrisico’s te minimaliseren, niet voor het gebruik in grondwaterbeschermingsgebieden en is de toegestane dosering beperkt. Vanwege het beperkte areaal radijs onder glas en de maatregelen om de milieubelasting te minimaliseren is besloten de sector nog 120 dagen de gelegenheid te bieden om de toelating op grond van de residustudies te verkrijgen.

Deze vrijstelling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven