Regeling van de Minister van Economische Zaken van 25 maart 2009, nr. WJZ / 9057818, tot wijziging van de Subsidieregeling sterktes in innovatie, de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en de regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, derde lid, 16, 25 en 30, vijfde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 7.1 komt de definitie van een internationaal innoWATOR-project te luiden:

internationaal innoWATOR-project:

een innovatieproject, bestaande uit industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of een combinatie daarvan dat, hetzij is voorzien van een EUREKA-label, hetzij een samenwerkingsverband betreft met een van de geïndustrialiseerde landen, dat is gericht op de ontwikkeling van een product, proces of dienst en dat past binnen bijlage 7.1 van deze regeling;.

B

Artikel 7.4, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De percentages, genoemd in het eerste lid, onderdelen b en c, worden verhoogd met 10 procentpunten indien subsidie wordt verstrekt aan een middelgrote onderneming en met 20 procentpunten indien subsidie wordt verleend aan een kleine onderneming.

C

In artikel 7.9, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘een onderzoeksorganisatie bij het project’ vervangen door: een onderzoeksorganisatie bij het innoWATOR-project.

D

In artikel 7.10, eerste lid, wordt ‘innovatieproject’ vervangen door: innoWATOR-project.

E

Na artikel 7.11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.11a

De penvoerder is een ondernemer.

F

Artikel 7.12, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De percentages, genoemd in het eerste lid, onderdelen b en c, worden verhoogd met 10 procentpunten indien subsidie wordt verstrekt aan een middelgrote onderneming en met 20 procentpunten indien subsidie wordt verleend aan een kleine onderneming.

G

Artikel 7.16 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid, onderdelen b en c, wordt ‘het project’ telkens vervangen door: het internationaal innoWATOR-project.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel d, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. hij het internationaal innoWATOR-project kwalitatief als onvoldoende aanmerkt, waarbij de kwaliteit uitsluitend wordt beoordeeld aan de hand van de volgende beoordelingscriteria:

    • 1°. de kwaliteit van het internationaal innoWATOR-samenwerkingsverband, tenminste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de mate van toereikendheid van de capaciteiten van de deelnemers, de mate van kwaliteit van de projectorganisatie en de betrokkenheid van een MKB-ondernemer en van een onderzoeksorganisatie bij het internationale innoWATOR-project;

    • 2°. de bijdrage aan technologische innovatie, tenminste blijkend uit de mate waarin kennis uit een onderzoeksorganisatie wordt aangewend ten behoeve van het internationale innoWATOR-project;

    • 3°. de bijdrage aan het duurzaam Nederlands economisch perspectief, tenminste blijkend uit de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten;

    • 4°. de mate van betrokkenheid van een relevante beoogde eindgebruiker van de te ontwikkelen technologie, al of niet als deelnemer in het samenwerkingsverband.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Aan de in het eerste lid, onderdeel e, vermelde beoordelingscriteria wordt hetzelfde gewicht toegekend.

H

In artikel 7.19, eerste lid, wordt ‘innovatieproject’ vervangen door: internationaal innoWATOR-project.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt gewijzigd als volgt:

A

In de tabel in artikel 1 wordt bij nummer 3.11, Subsidieregeling sterktes in innovatie (InnoWATOR-projecten) in kolom 5 ingevoegd ‘06-04 t/m 03-07’ en in kolom 6 ingevoegd: 5.000.000.

B

In de tabel in artikel 1 wordt bij nummer 3.12, Subsidieregeling sterktes in innovatie (Internationale InnoWATOR-projecten) in kolom 5 ingevoegd ‘11-05 t/m 23-10’ en in kolom 6 ingevoegd: 2.000.000.

C

In de tabel in artikel 1 wordt bij nummer 3.14, Subsidieregeling sterktes in innovatie (Maritieme innovatieprojecten) in kolom 5 ‘01-03 t/m 01-06’ vervangen door: 01-03 t/m 02-06.

D

In de tabel in artikel 1 wordt bij nummer 9, Subsidieregeling programma internationalisering beroepsonderwijs in kolom 5 ‘01-11-2008 t/m 30-04-2009’ vervangen door: 01-11-2008 t/m 06-05-2009.

ARTIKEL III

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.12e komt te luiden:

Artikel 3.12e

  • 1. De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een lening waarbij de aan de ondernemer verstrekte lening niet minder bedraagt dan € 1.500.000.

  • 2. De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een lening waarbij de aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep verstrekte lening tezamen met het nog niet afgeloste deel van de lening die door een financier met toepassing van dit hoofdstuk aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt niet meer bedraagt dan € 50.000.000.

B

Bijlagen 3.1 en 3.2 worden gewijzigd als volgt:

1. In artikel 1, onderdeel n, onder 2°, wordt ‘reservingsquotum’ vervangen door: reserveringsquotum.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, wordt aan artikel 1 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • p. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent, in Nederland is gevestigd en daar een substantieel deel van haar activiteiten uitvoert.

3. Artikel 3, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven van de onderneming van de MKB-ondernemer zijn bevredigend;.

4. In artikel 5, achtste lid, aanhef, wordt ‘artikel 6.1’ vervangen door: artikel 6.2.

5. In artikel 5, achtste lid, onderdeel b, en elfde lid, wordt ‘met inachtneming van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden’ vervangen door: met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.

6. In artikel 5, tiende lid, wordt ‘met inachtneming van de van de eventuele achterstelling en zekerheden die voor de gegarandeerde lening gelden’ vervangen door: met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.

C

In bijlage 3.2, artikel 1, onderdeel g wordt ‘een een kredietinstelling’ vervangen door: een kredietinstelling.

D

Bijlage 3.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, wordt aan artikel 1 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent, in Nederland is gevestigd en daar een substantieel deel van haar activiteiten uitvoert.

2. Artikel 3, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de waarde van de lening die aan de ondernemer wordt verstrekt bedraagt niet minder dan € 1.500.000;.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, wordt aan artikel 3 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. de waarde van de lening die aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met het nog niet afgeloste deel van de lening die door een financier met toepassing van dit hoofdstuk aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt bedraagt niet meer dan € 50.000.000.

4. Artikel 8, derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. na instemming van de Staat plaatsvindt;.

ARTIKEL IV

Op aanvragen om subsidie in de vorm van een garantstelling aan een financier, die vóór de inwerkingtreding van onderdeel A van artikel III zijn ingediend en op subsidies die vóór die datum zijn verstrekt, blijft artikel 3.12e van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen van toepassing, zoals dat onmiddellijk vóór dat tijdstip luidde.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 6 april 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Algemeen

Als onderdeel van het innovatieprogramma watertechnologie zijn de afgelopen drie jaar op grond van de innoWATOR-regeling – recentelijk opgegaan in de Subsidieregeling sterktes in innovatie – tenders uitgevoerd voor R&D-projecten. Met onderhavige regeling tot wijziging van het innoWator hoofdstuk van de Subsidieregeling sterktes in innovatie en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds wordt de uitvoering in 2009 van een tender gericht op R&D-samenwerking tussen voornamelijk Nederlandse ondernemers en van een open regeling gericht op internationale R&D-samenwerking mogelijk gemaakt. Bijgaande regeling brengt daarnaast enkele verbeteringen en verduidelijkingen aan in de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

2. Het Innovatieprogramma watertechnologie

Het innovatieprogramma watertechnologie is opgesteld door de stuurgroep watertechnologie bestaande uit bedrijven en kennisinstellingen uit de watersector. De voormalige Staatssecretaris van Economische Zaken heeft in 2006, na een positief advies van de Strategische Advies Commissie onder leiding van de heer Rinnooij Kan, besloten het innovatieprogramma watertechnologie te ondersteunen met € 45 mln. voor een periode van vijf jaar.

3. InnoWATOR

Het hoofdstuk innoWATOR van de Subsidieregeling sterktes in innovatie geeft uitvoering aan een belangrijk deel van het innovatieprogramma watertechnologie. Het doel van het hoofdstuk innoWATOR is snelle toepassing te realiseren van fundamenteel en wetenschappelijke kennis in nieuwe producten, processen of diensten met een hoge toegevoegde waarde. InnoWATOR stimuleert dit door ondersteuning van industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling en is gericht op samenwerking tussen (MKB-)ondernemers, kennisinstellingen en potentiële eindgebruikers.

De onderhavige regeling beoogt:

  • a) Publicatie van het beschikbare budget à € 5 mln. voor een tender gericht op nationale R&D-samenwerkingsprojecten. Voor die projecten wordt daarnaast het subsidiepercentage voor kleine ondernemers met tien procentpunt verhoogd. Deze wijziging beoogt kleine ondernemers te stimuleren om in deze economisch moeilijke tijden hun innovatieplannen door te zetten.

  • b) Publicatie van het beschikbare budget à € 2 mln. voor internationale R&D-samenwerking. Ook voor deze projecten wordt het subsidiepercentage voor kleine ondernemers met tien procentpunt verhoogd.

  • c) Doorvoering van enkele verduidelijkingen en verbeteringen.

4. Administratieve lasten

Het totaal van de verkrijgingskosten voor (niet-internationale) innoWATOR-projecten waarvoor in 2009 subsidie kan worden verkregen, wordt geraamd op € 219.960,– op een subsidieplafond van € 5.000.000,–. Dit komt neer op een percentage van 4,4%. Er is uitgegaan van 28 ingediende aanvragen, waarvan er 14 kunnen worden gehonoreerd. Deze inschatting is in lijn met de realisatie in vorige jaren. De verkrijgingskosten bedroegen in 2008 ook 4,4%.

Het totaal van de verkrijgingskosten voor internationale innoWATOR-projecten waarvoor in 2009 subsidie kan worden verkregen, wordt geraamd op € 62.640,– op een subsidieplafond van € 2.000.000,–. Dit komt neer op een percentage van 3,1%. Er is uitgegaan van 8 ingediende aanvragen, waarvan er 5 kunnen worden gehonoreerd. De verkrijgingskosten bedroegen in 2008 3,8%. Hieruit volgt dat de genomen maatregelen de administratieve lasten voor de ondernemers merkbaar verlagen.

De innoWATOR-subsidieregeling is onderdeel van de MR sterktes in innovatie en past binnen het Kaderbesluit EZ-subsidies. Belangrijke doelstelling is het verminderen van de administratieve lasten voor ondernemers door eenduidige bepalingen en beperking van het aantal en de zwaarte van de administratieve voorschriften. Deze regeling voert een aantal wijzigingen door die de administratieve druk voor ondernemers vermindert.

Als eerste wordt het subsidiepercentage voor kleine ondernemingen met tien procentpunt verhoogd. Deze verhoging geldt voor zowel het nationale als internationale deel van de innoWATOR-regeling. Daarmee komt de top-up op 20% te staan.

Ten tweede zijn de beoordelingscriteria en het maximale subsidiebedrag voor het internationale deel van de innoWATOR-regeling gelijk gesteld aan het nationale deel, resulterend in meer uniformiteit en dus duidelijkheid voor aanvragers.

Ten derde is het subsidieplafond voor het internationale innoWATOR deel verdubbeld, resulterend in een vergrootte succeskans.

Ten vierde is het internationale innoWATOR deel omgezet van een tenderstructuur naar een open structuur. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een wens van mogelijke aanvragers. De nieuwe structuur biedt de ondernemers meer tijd om een internationaal samenwerkingsverband op te zetten, wat in de oude tenderstructuur vanwege tijdsdruk lastig was en regelmatig leidde tot het niet tijdig kunnen indienen van een aanvraag.

Ten vijfde is de openingstermijn van de nationale innoWATOR-tender vervroegd naar vóór de zomerperiode. Ook hier wordt tegemoet gekomen aan een wens van mogelijke aanvragers die in het verleden sluiting van de tender aan het eind van de zomerperiode als extra belastend ervoeren in verband met de slechte bereikbaarheid van partners tijdens vakanties.

Tenslotte is de innoWATOR-regeling in de Subsidieregeling sterktes in innovatie ingevoegd, welke valt onder het Kaderbesluit EZ-subsidies. Deze regeling, die een aantal verschillende innovatieregelingen van EZ bundelt, creëert een grotere eenheid tussen de verschillende regelingen leidende tot meer duidelijkheid voor ondernemers. Deze grotere eenheid blijkt bijvoorbeeld uit het zoveel mogelijk standaardiseren van bepalingen die in de verschillende regelingen terugkomen. Een ander voorbeeld is dat vanuit de Subsidieregeling sterktes in innovatie ambtshalve voorschotten worden verstrekt. Ondernemers hoeven daarom voorschotten niet meet expliciet aan te vragen. Het Kaderbesluit EZ-subsidies verhoogt tevens het subsidiebedrag waarboven een accountantsverklaring vereist is van 50.000 euro naar 125.000 euro, inhoudende een verlaging van te maken accountantskosten voor een deel van de innoWATOR-deelnemers.

II. Artikelen

Artikel I, onderdelen A, C, D, E, H

Door middel van de onderdelen A, C, D, E en H van deze regeling wordt een aantal verbeteringen en verduidelijkingen doorgevoerd in hoofdstuk 7 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie.

Artikel I, onderdelen B en F

Door middel van de onderdelen B en F van deze regeling wordt gebruik gemaakt van de ruimte die het Kaderbesluit EZ-subsidies biedt ten aanzien van extra subsidiepercentages voor kleine en middelgrote ondernemingen. Tot nu toe werd die ruimte niet maximaal benut. Dat gebeurt nu wel in verband met de economische omstandigheden. Het doel is daarmee investeringen door kleine en middelgrote ondernemingen te blijven stimuleren.

Artikel I, onderdeel G

De afwijzingsgronden zijn door middel van dit onderdeel aangevuld in verband met de recentelijk doorgevoerde wijziging van de verdeling van het subsidieplafond op volgorde van rangschikking van de aanvragen naar een verdeling van het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst. Hiermee worden tevens de afwijzingsgronden van internationale innoWATOR-projecten meer op één lijn gebracht met de afwijzingsgronden van de (nationale) innoWATOR-projecten. De toegevoegde afwijzingsgrond heeft betrekking op de kwaliteit van de aanvraag. Deze kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van vier beoordelingscriteria. Aan alle criteria is een gelijk gewicht toegekend.

Artikel III

Met de onderdelen A tot en met D wordt een aantal verbeteringen en verduidelijkingen aangebracht in de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen (hierna: SGO). Deze betreffen, op onderdeel A na, de modelovereenkomsten vervat in bijlagen 3.1, 3.2 en 3.6 SGO die gebruikt worden bij het afsluiten van overeenkomsten tussen de staat der Nederlanden en een financier.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven