Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 19 maart 2009, nr. AI/A/2009/6777, houdende de inrichting van de directie AI Arbeidsomstandigheden alsmede de toedeling van taken en vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de directeur ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie AI Arbeidsomstandigheden 2009)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel k, en 15, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. de directie AI Arbeidsomstandigheden:

de directie Arbeidsinspectie Arbeidsomstandigheden van het ministerie;

b. de directeur:

de directeur van de directie AI Arbeidsomstandigheden.

§ 2. De organisatie en taken van de afdelingen

Artikel 2

De directie AI Arbeidsomstandigheden bestaat uit de volgende afdelingen:

  • a. de Inspectie-afdeling Zuid;

  • b. de Inspectie-afdeling Noord;

  • c. de afdeling Strategie;

  • d. de afdeling Expertisecentrum;

  • e. de afdeling Algemene Taken.

Artikel 3

De directeur wordt bijgestaan door twee managers inspectie, een manager strategie, het hoofd van de afdeling Expertisecentrum en het hoofd van de afdeling Algemene Taken, welke rechtstreeks onder hem ressorteren.

Artikel 4

  • 1. De Inspectie-afdeling Zuid staat onder leiding van een manager inspectie.

  • 2. De manager inspectie is verantwoordelijk voor:

    • a. het conform de planning uitvoeren van de strategieën, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

    • b. het uitvoeren van onderzoek naar aanleiding van klachten, bedoeld in artikel 6, derde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009 en gemelde arbeidsongevallen, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

    • c. het afhandelen van aanvragen van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen;

    • d. de intake en administratieve verwerking van ongevalsmeldingen;

    • e. de behandeling van inkomende- en uitgaande post;

    • f. de zorg voor telefonische bereikbaarheid van de Arbeidsinspectie en receptietaken.

  • 3. De manager inspectie wordt bijgestaan door onder hem ressorterende teamleiders.

Artikel 5

  • 1. De Inspectie-afdeling Noord staat onder leiding van een manager inspectie.

  • 2. De manager inspectie is verantwoordelijk voor:

    • a. het conform de planning uitvoeren van de strategieën, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

    • b. het uitvoeren van onderzoek naar aanleiding van klachten, bedoeld in artikel 6, derde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009 en gemelde arbeidsongevallen, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

    • c. het afhandelen van aanvragen van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen;

    • d. de administratieve ondersteuning van de teamleiders van de inspectieteams en de inspecteurs;

    • e. de administratieve verwerking van inspectieresultaten.

  • 3. De manager inspectie wordt bijgestaan door onder hem ressorterende teamleiders.

Artikel 6

  • 1. De afdeling Strategie staat onder leiding van een manager strategie.

  • 2. De manager strategie is verantwoordelijk voor:

    • a. de ontwikkeling van de meerjarenstrategie van de directie AI Arbeidsomstandigheden;

    • b. de totstandkoming en uitvoering van de sectoraanpak en de verantwoording over de resultaten, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel e;

    • c. de totstandkoming van projectplannen en het opstellen van projectverslagen;

    • d. de analyse van binnen de directie AI Arbeidsomstandigheden aanwezige en externe beschikbare data ten behoeve van een doelmatige prioritering van activiteiten van de Arbeidsinspectie;

    • e. de ondersteuning van door de Arbeidsinspectie te entameren inspectieprojecten ten behoeve van de gevolgde methode en de kwantitatieve analyse van de resultaten van die projecten;

    • f. het onderhouden van samenwerkingsverbanden met andere inspectiediensten, toezichthouders en vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers.

  • 3. De manager strategie wordt bijgestaan door onder hem ressorterende teamleiders.

Artikel 7

  • 1. De afdeling Expertisecentrum staat onder leiding van een hoofd.

  • 2. Het hoofd van de afdeling Expertisecentrum is verantwoordelijk voor:

    • a. het formuleren van het handhavingsbeleid en het ontwikkelen en onderhouden van de instrumenten ten behoeve van een uniforme handhaving van wet- en regelgeving, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009;

    • b. de deskundige ondersteuning van de directeur AI Arbeidsomstandigheden, de manager strategie en de managers inspectie bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden;

    • c. het adviseren over de handhavende taken van de directie AI Arbeidsomstandigheden.

  • 3. Het hoofd van de afdeling Expertisecentrum wordt bijgestaan door onder hem ressorterende teamleiders.

Artikel 8

  • 1. De afdeling Algemene Taken staat onder leiding van een hoofd.

  • 2. het hoofd van de afdeling Algemene Taken is veantwoordelijk voor:

    • a. het ondersteunen van de directeur bij de uitoefening van zijn taak;

    • b. de voorbereiding en uitvoering van intern directiebeleid;

    • c. de ondersteuning van communicatieactiviteiten.

§ 3. Bevoegdheden

Artikel 9

De functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, alsmede de onder hen resorterende teamleiders zijn bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van hun organisatieonderdeel.

Artikel 10

  • 1. Aan de managers inspectie, de manager strategie en het hoofd van de afdeling Expertisecentrum wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op personeelsaangelegenheden ten behoeve van medewerkers van de eigen organisatorische eenheid, met uitzondering van het vaststellen van beoordelingen en bijzondere beloningen van rechtstreeks onder hen resorterende teamleiders.

  • 2. Aan het hoofd van de afdeling Algemene Taken en de teamleiders, bedoeld in de artikelen 4, derde lid, 5, derde lid, 6, derde lid, en 7, derde lid, wordt mandaat en machtiging verleend ten behoeve van medewerkers van de eigen organisatorische eenheid met betrekking tot:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

    • c. verlof van medewerkers;

    • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

  • 3. De functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, zijn gevolmachtigd tot het aangaan van de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van het eigen organisatieonderdeel:

    • a. het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot de levering van goederen en diensten op basis van een door de directie Facilitaire Zaken afgesloten raamovereenkomst;

    • b. het afsluiten van koop-, huur- en leaseovereenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,– per overeenkomst;

    • c. het aangaan van overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers welke voortvloeien uit het vastgestelde opleidingsplan voor de directie AI Arbeidsomstandigheden.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 11

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door de rechtstreeks onder hem ressorterende functionaris die is aangewezen als plaatsvervangend directeur.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van de managers inspectie, de manager strategie en de hoofden van de afdeling Expertisecentrum en afdeling Algemene Taken worden hun taken en bevoegdheden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

Artikel 12

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie AI Arbeidsomstandigheden 2009.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 maart 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Arbo van de Arbeidsinspectie

M.A. Zuurbier.

Naar boven