stcrt-2009-4958-001.png Vestiging voorkeursrecht gemeente Hardenberg

Burgemeester en wethouders van Hardenberg maken op grond van artikel 7 lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat zij ingevolge het bepaalde in artikel 6 van de Wvg op 7 april 2009 hebben besloten enkele percelen die gelegen zijn in het kerngebied van het centrum van Dedemsvaart, gelegen aan de Markt/Mr. Zacharias Tijllaan, aan te wijzen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 van de Wvg van toepassing zijn.

De percelen waarop het voorlopige voorkeursrecht geheel of gedeeltelijk van toepassing is, zijn nader op de bij het besluit van burgemeester en wethouders van 7 april 2009 behorende kadastrale tekening met de daarbij behorende eigenaren en eventuele zakelijk gerechtigden en andere relevante stukken.

Ter inzage

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 7 Wvg ligt het besluit van burgemeester en wethouders met bijbehorende stukken, bevattende de kadastrale kaart en een lijst met daarop de kadastrale aanduidingen van de in de aanwijzing opgenomen percelen, de grootte en eventueel de grootte van het aangewezen perceelsgedeelte, de namen van de eigenaren en eventuele rechthebbenden van de daarop rustende beperkende rechten, met ingang van 9 april 2009 bij de publieksbalie van het gemeentehuis van Hardenberg, Stephanusplein 1 te Hardenberg voor een ieder kosteloos ter inzage.

Gevolgen

Het besluit van burgemeester en wethouders treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant. De publicatie in de Staatscourant vindt op 8 april plaats. Als gevolg daarvan moeten de eigenaren van het in de voorlopige aanwijzing begrepen percelen, wanneer zij deze gronden willen verkopen, deze eerst aan de gemeente Hardenberg te koop aanbieden. De eigenaren en de eventuele zakelijk gerechtigden ontvangen een dezer dagen afzonderlijk bericht van het besluit en de gevolgen hiervan.

Het voorstel van burgemeester en wethouders treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant, derhalve op 9 april 2009.

Raadsvoorstel en zienswijzen

Op straffe van verval van het voorlopig voorkeursrecht dient de gemeenteraad binnen drie maanden een definitief voorkeursrecht te vestigen. Met ingang van 9 april 2009 ligt (tevens) ter inzage het voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad tot aanwijzing van voornoemde percelen op grond van artikel 5 Wvg binnen drie maanden na de dagtekening van het besluit van burgemeester en wethouders tot voorlopige aanwijzing.

In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van het door de raad te nemen besluit tot aanwijzing van gronden worden belanghebbenden, gelet op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in de gelegenheid gesteld om vóór 8 mei 2009 schriftelijk of mondeling hun zienswijzen ten aanzien van het voorgenomen raadsbesluit naar voren te brengen. De zienswijze kan schriftelijk gericht worden aan de gemeente Hardenberg, t.a.v. de heer K.H. Meijer, Postbus 500, 7770 BA HARDENBERG. Indien belanghebbenden hun zienswijze aan de raad mondeling kenbaar wensen te maken dient dit te geschieden via de heer K.H. Meijer, telefoon (0523) 289.

Bezwaar en beroep

Naast het indienen van een zienswijze tegen het raadsvoorstel, kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen het besluit van burgemeester en wethouders tot voorlopige aanwijzing.

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van 6 weken, ingaande de dag nadat dit besluit is bekendgemaakt in de Staatscourant, bij burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg, t.a.v. de heer K.H. Meijer, Postbus 500, 7770 BA HARDENBERG tegen voormeld besluit een bezwaarschrift indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en dient tenminste te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. den omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d. de gronden van het bezwaar.

Als de gemeenteraad een definitief besluit inzake het voorkeursrecht neemt, kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen dat raadsbesluit. Indien belanghebbenden er voor kiezen om nu reeds bezwaar te maken tegen het besluit van burgemeester en wethouders tot voorlopige aanwijzing, dan wordt dat bezwaarschrift, zodra het besluit van de gemeenteraad tot aanwijzing in werking is getreden, op grond van artikel 6, lid 3 Wvg aangemerkt als te zijn gericht tegen het besluit van de raad tot (definitieve) aanwijzing.

Het maken van bezwaar schorst de werking van het besluit niet.

Hardenberg, 8 april 2009

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg.

Naar boven