Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 13 maart 2009, nummer 2009/7, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B6/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2.2 Tijdelijk verblijf

Het tijdelijke karakter van het verblijf brengt met zich mee dat de vreemdeling die een verblijfsvergunning heeft voor studiedoeleinden, bij tussentijdse beëindiging van de studie of als de studie niet tijdig is afgerond Nederland dient te verlaten. De vreemdeling ondertekent dan ook een verklaring dat hij ermee bekend is dat hem uitsluitend voor studiedoeleinden verblijf in Nederland wordt toegestaan.

Voor vreemdelingen die hier te lande verblijf voor studiedoeleinden (dat wil zeggen: studie inclusief voorbereidend jaar) beogen, geldt een maximale verblijfsduur. De maximale verblijfsduur is afhankelijk van de studielast van de studie/opleiding die wordt gevolgd en bedraagt twee jaar meer dan die studielast. Indien de studie/opleiding niet binnen de maximale verblijfsduur is afgerond, kan worden geconcludeerd dat sprake is van onvoldoende studievoortgang. In dat geval kan de verblijfsvergunning niet worden verlengd en kan de vreemdeling evenmin in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning voor het volgen van een andere studie/opleiding.

Indien tussentijds van studie/opleiding wordt gewisseld (van een studie/opleiding met een studielast van meer dan vier jaar in een andere studie/opleiding, of andersom), wordt de tijd die reeds is gestudeerd afgetrokken van de maximale looptijd van de nieuwe studie/opleiding.

Voorbeeld:

  • Een vreemdeling die geen voorbereidend jaar heeft gevolgd, gaat geneeskunde studeren. Na twee jaar breekt hij deze studie af en gaat rechten studeren. Hem rest dan nog een maximaal verblijf voor studiedoeleinden van vier jaar.

Als de vreemdeling binnen de maximale verblijfsduur de studie/opleiding heeft afgerond en een nieuwe studie/opleiding wil beginnen, is de maximale verblijfsduur niet van toepassing. In dat geval kan immers niet worden gesteld dat sprake is van onvoldoende studievoortgang. Wanneer in deze situatie aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning voor studie wordt voldaan, kan de verblijfsvergunning worden verleend en vangt de berekening van de maximale verblijfsduur opnieuw aan.

Voorbeeld:

  • Een vreemdeling behaalt binnen de maximale verblijfsduur zijn studie rechten. Hij wil nu een ‘master of business administration’ gaan volgen maar daarvoor resteert binnen de lopende maximale verblijfsduur onvoldoende tijd. Aangezien de studie rechten binnen de maximale verblijfsduur is afgerond, kan de verblijfsvergunning worden verleend.

Indien een verblijfsvergunning is verleend onder een beperking verband houdend met de voorbereiding op studie, wordt de maximale verblijfsduur met één jaar verlengd.

Voorbeelden:

  • Aan een vreemdeling die geneeskunde wil studeren, kan maximaal negen jaar verblijf voor studiedoeleinden worden toegestaan. De studielast van die studie is immers zes jaar, plus twee jaar, plus eventueel een voorbereidend jaar.

  • Ingeval van een studie rechten is dit zeven jaar (studielast is vier jaar, plus twee jaar, plus eventueel een voorbereidend jaar).

Indien sprake is van een bachelor/masterstructuur wordt de studielast voor de bacheloropleiding en de masteropleiding bij elkaar opgeteld. De maximale verblijfsduur bedraagt twee jaar meer dan die studielast. Het is niet noodzakelijk datde master aan dezelfde instelling wordt gevolgd als de bachelor. Als de vreemdeling een schakeljaar volgt tussen HBO bachelor en universitaire master wordt de maximale verblijfsduur met één jaar verlengd.

Voorbeeld:

  • Een vreemdeling gaat een HBO ‘bachelor of business administration’ volgen met een studielast van vier jaar. Na deze opleiding te hebben afgerond wordt een universitaire master van één jaar gevolgd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een schakeljaar. Het maximale verblijf bedraagt in dit geval negen jaar, namelijk vier jaar voor de bachelor, één schakeljaar en één jaar voor de master, plus twee jaar extra. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een voorbereidend jaar is dit tien jaar.

In het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) kan informatie worden verkregen over de studielast van studies/opleidingen (zie de internetsite van de IB-Groep). Ingeval van verandering van opleiding of onderwijsinstelling is voorts het gestelde onder B6/8 van toepassing.

B

Paragraaf B6/6 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6. Beperkingen, arbeidsmarktaantekeningen en voorschriften

Beperking en arbeidsmarktaantekening bij studie hoger onderwijs of voortgezet en beroepsonderwijs

De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking: ‘Studie aan (naam onderwijsinstelling) te (plaatsnaam)’; de arbeidsmarktaantekening luidt: ‘arbeid niet toegestaan met uitzondering van arbeid van bijkomende aard; TWV vereist’.

Beperking en arbeidsmarktaantekening bij het voorbereidend jaar

De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking ‘Aanvullend(e) examen(s) met het oog op studie aan (naam onderwijsinstelling) te (plaatsnaam)’; de arbeidsmarktaantekening luidt: ‘arbeid niet toegestaan met uitzondering van arbeid van bijkomende aard; TWV vereist’.

Voorschriften

Aan de afgifte van de verblijfsvergunning wordt het voorschrift verbonden van het sluiten van een voldoende ziektekostenverzekering, met inbegrip van de kosten die zijn verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

In daarvoor in aanmerking komende gevallen wordt aan de verblijfsvergunning het voorschrift verbonden dat een hier te lande wonende, solvabele derde zich ten behoeve van de vreemdeling garant dient te stellen door ondertekening van een verklaring (zie bijlage 6c VV).

C

Paragraaf B6/8 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8. Verandering van opleiding of onderwijsinstelling

Voor verandering van onderwijsinstelling moet een wijziging worden gevraagd van de beperking waaronder de verblijfsvergunning is verleend. In dat geval geldt onverkort dat de totale termijn op grond waarvan verblijf in Nederland voor studiedoeleinden is toegestaan, de maximale verblijfsduur niet mag overschrijden. De maximale verblijfsduur mag evenmin worden overschreden indien bij dezelfde onderwijsinstelling van opleiding wordt veranderd terwijl de eerdere opleiding nog niet is afgerond. In dat geval hoeft echter geen wijziging van de beperking te worden gevraagd.

Aangezien het volgen van een studie/opleiding primair is gericht op voltooiing ervan, is een verklaring van de onderwijsinstelling nodig waaruit blijkt dat voltooiing van de studie/opleiding binnen het resterende deel van de maximale termijn in beginsel mogelijk is. De vreemdeling legt deze verklaring over bij de aanvraag om wijziging van de verblijfsvergunning. Wanneer van opleiding wordt veranderd binnen de onderwijsinstelling legt de vreemdeling deze verklaring over bij de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning. Ingeval slechts een wijziging van onderwijsinstelling wordt beoogd, wordt aangenomen dat de studie/opleiding op hetzelfde niveau wordt voortgezet. De genoemde verklaring hoeft in dat geval dan ook niet te worden overgelegd.

Studenten aan wie een verblijfsvergunning voor het volgen van een voorbereidend jaar is verleend, komen bij wisseling van de studie niet opnieuw in aanmerking voor een verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met de voorbereiding op studie.

D

Paragraaf B6/10 Vreemdelingencirculaire 2000 vervalt.

E

Paragraaf B1/7.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

7.1 Afwijzingsgronden verblijfsvergunning EG-langdurig ingezetene

Gelet op artikel 21 Vw kan de aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 Vw, slechts worden afgewezen op de in artikel 21, eerste lid, Vw genoemde gronden, dan wel krachtens de op grond van artikel 21, tweede lid, Vw te stellen regels. Deze gronden worden behandeld in B1/7.1.1 tot en met B1/7.1.11.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 maart 2009

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze,

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

TOELICHTING

Artikelsgewijs

A

Met deze wijziging is artikel 12 tweede lid, onder b, richtlijn 2004/114/EG in het beleid geïmplementeerd. Dit artikel voorziet erin dat de verblijfsvergunning kan worden ingetrokken of niet kan worden verlengd indien de houder volgens de nationale wetgeving of de bestuurlijke gebruiken onvoldoende voortgang boekt bij de studie. De wijziging heeft tot gevolg dat een vreemdeling die een studie/opleiding binnen de maximale verblijfstermijn heeft afgerond in staat wordt gesteld een nieuwe studie/opleiding te gaan volgen zonder daarvoor opnieuw in het land van herkomst een mvv te hoeven aanvragen.

B

In overeenstemming met de wijziging in B6/8.6 komt bij de beschrijving van de beperking de naam van de opleiding te vervallen.

C

Als gevolg van de wijziging van 1 augustus 2008 van artikel 3.18a Voorschrift Vreemdelingen kan de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder beperking studie hoger onderwijs of aanvullende examens uitsluitend worden verleend aan de vreemdeling die onderwijs gaat volgen aan een onderwijsinstelling die een convenant heeft afgesloten met de IND. Omdat de onderwijsinstelling nu altijd garant staat voor de vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor studie hoger onderwijs wordt verleend, is het veranderen van opleiding bij dezelfde instelling niet langer een zodanige wijziging dat daarvoor op grond van artikel 3:100 Vreemdelingenbesluit een aanvraag wijziging beperking moet worden ingediend. Deze wijziging past in de ontwikkelingen in het kader van het modern migratiebeleid waarin de onderwijsinstelling een grotere verantwoordelijkheid krijgt.

D

Het in B6/10 Vreemdelingencirculaire neergelegde overgangsrecht is uitgewerkt en om die reden verwijderd.

E

Met deze wijziging is een verschrijving gecorrigeerd.

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze,

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven