Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 maart 2009, nr. BJZ2009015534, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, houdende wijziging van de Subsidieregeling Wet op het Waddenfonds

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 9 van de Wet op het Waddenfonds;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Wet op het Waddenfonds wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Indien een project gedeeltelijk uit anderen hoofde wordt gesubsidieerd, wordt het subsidiebedrag op grond van deze regeling zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor dat project niet hoger is dan het maximale subsidiebedrag dat op grond van de Europese regels voor staatssteun voor dat project kan worden verstrekt.

B

In artikel 1.7, eerste en tweede lid, wordt ‘binnen zes maanden’ vervangen door: binnen acht maanden.

C

Het opschrift ‘Paragraaf 7. Algemene bepalingen lagere overheden’ vervalt.

D

Artikel 1.19 komt te luiden:

Artikel 1.19. Voorschotverstrekking lagere overheden en privaatrechtlijke rechtspersonen

Indien de subsidieaanvrager een lagere overheid of een privaatrechtelijk rechtspersoon is, waarbij gebruik gemaakt wordt van schatkistbankieren als bedoeld in de Regeling verlening voorschotten 2007, geldt in afwijking van de artikelen 1.14 en 1.15 met betrekking tot voorschotverstrekking het volgende:

  • a. in het geval van een lagere overheid kan de Minister een uit te keren jaartermijn tot maximaal 100% bevoorschotten zo spoedig mogelijk in aansluiting op de subsidieverlening en vervolgens aan het begin van een jaar;

  • b. in het geval van een privaatrechtelijke rechtspersoon kan de Minister een uit te keren jaartermijn tot maximaal 80% bevoorschotten zo spoedig mogelijk in aansluiting op de subsidieverlening en vervolgens aan het begin van een jaar;

  • c. indien een bevoorschotting als bedoeld onder a en b wordt toegepast, wordt het voorschot in rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aangehouden.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 maart 2009

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

TOELICHTING

Onderhavige regeling wijzigt de Subsidieregeling Wet op het Waddenfonds. Het betreft enkele technische wijzigingen.

De subsidieregeling is gebaseerd op de Wet op het Waddenfonds en geeft hieraan een nadere invulling. In de regeling komen met name de eisen waaraan een subsidieaanvraag moet voldoen, alsmede de procedure om te komen tot de uiteindelijke verlening van subsidie aan projecten aan de orde.

In artikel 1.2, tweede lid, was abusievelijk opgenomen dat het totaal van alle subsidies voor een project niet hoger mag zijn dan het maximale subsidiebedrag dat op grond van deze regeling wordt verstrekt. Hier moet staan dat het niet is toegestaan om verschillende subsidies voor hetzelfde project te combineren om op die manier uit te komen boven de maximale subsidiepercentages en/of -bedragen die op grond van de diverse staatssteunbepalingen uit het Europese recht gelden.

In artikel 1.7, eerste lid, van de regeling wordt de beslissingstermijn voor een aanvraag verruimd van zes naar acht maanden. Tijdens de eerste en tweede tender is in de praktijk gebleken dat de beslissingstermijn van zes maanden niet kan worden gehaald. Gebleken is dat acht maanden een realistische termijn is waarbinnen een beschikking tot subsidieverlening kan worden gegeven.

In artikel 1.19 wordt een nadere invulling van het bevoorschottingsregiem gegeven, dat in lijn is met de Regeling verlening voorschotten 2007 van de Minister van Financiën. Dit regiem wordt toegepast met betrekking tot lagere overheden en privaatrechtelijke rechtspersonen. De regeling geeft een kader voor het verlenen van voorschotten door het Rijk. Het gaat bij voorschotverlening in deze regeling om (afspraken over) vooruitbetalingen op door het Rijk nog aan te gane of aangegane financiële verplichtingen die voortvloeien uit publiekrechtelijke (subsidie) beschikkingen. Door de Minister van Financiën wordt om doelmatigheidsredenen voor schatkistbankieren een grensbedrag van ca. € 2 mln. gehanteerd per jaar.

Dit betekent dat schatkistbankieren uit doelmatigheidsoverwegingen wordt toegepast, indien één van de uit te betalen jaartermijnen € 2 mln. of meer bedraagt. Bij schatkistbankieren wordt het voorschot juridisch aan de subsidie-ontvanger overgedragen, maar het bedrag wordt feitelijk in de schatkist aangehouden. Schatkistbankieren is zowel voor het Rijk als voor de subsidieontvanger doelmatig, zeker wanneer het om een substantieel bedrag gaat. Hiervoor wordt een rekening-courantovereenkomst tussen het Ministerie van Financiën en de subsidieontvanger gesloten. De rekening-courant levert de subsidie-ontvanger rente op. Voor nadere informatie over het instrument schatkistbankieren met subsidievoorschotten wordt verwezen naar de toelichting bij de Regeling verlening voorschotten 2007.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Naar boven