Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 maart 2009, nr. VO/OK/7556, houdende regels inzake de procedure subsidie van leerplanontwikkeling in het primair en voortgezet onderwijs (Regeling Veldleerplanontwikkeling in samenwerking met organisaties en instellingen)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 12, achtste lid, laatste volzin, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten;

Besluit:

§ 1. Definitiebepalingen

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. wet:

Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA);

c. stichting:

stichting leerplanontwikkeling (SLO), te Enschede;

d. vakinhoudelijke vereniging:

vakinhoudelijke vereniging van docenten in het voortgezet onderwijs, voor zover deze rechtspersoonlijkheid heeft;

e. onderwijs:

onderwijs, bedoeld in de wet op het primair onderwijs, de wet op de expertisecentra en de wet op het voortgezet onderwijs;

f. belangstellenden:

organisaties of instellingen, zoals omschreven in artikel 12, achtste lid, onder a van de wet, waaronder de vakinhoudelijke vereniging;

g. expeditiezone:

samenwerking tussen de stichting en belangstellenden in projecten die de stichting heeft geformuleerd op basis van thema's, die zijn vastgesteld in overleg met de organisaties genoemd onder sub i en j, waarvoor belangstellenden zich hebben aangemeld;

h. vrije zone:

samenwerking tussen de stichting en belangstellenden in projecten die aangevraagd zijn door de belangstellenden en die beoordeeld zijn aan de hand van criteria door een jurycommissie;

i. PO-raad:

sectororganisatie voor het primair onderwijs;

j. VO-raad:

sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs;

k. Stichting Platforms VMBO (SPV):

bundeling Platforms Beroepsvoorbereidende Programma’s in het vmbo;

l. Platform VVVO:

overkoepelende vereniging van vakinhoudelijke verenigingen in het voortgezet onderwijs;

m. WEC-raad:

vereniging voor het speciaal onderwijs.

§ 2. Algemeen

Artikel 2. Frequentie cyclus

Minimaal éénmaal per twee jaar geeft de stichting belangstellenden als bedoeld in artikel 1 onder f de gelegenheid om zich aan te melden voor de expeditiezone alsmede om een aanvraag in te dienen voor de vrije zone.

Artikel 3. Vaststelling thema's Veldleerplanontwikkeling

  • 1. De stichting stelt in overleg met de VO-raad en de PO-raad de thema’s vast voor de veldleerplanontwikkeling, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de wet. Daartoe worden eveneens gesprekken gevoerd met het Platform VVVO, de WEC-raad en de Stichting Platforms VMBO.

  • 2. De stichting doet vóór 1 juni een vooraankondiging over de vastgestelde thema's op de website van de stichting en de websites van de PO-raad, de VO-raad en het Platform VVVO. Deze thema's kunnen dezelfde zijn als in voorgaande jaren.

Artikel 4. Beschikbaar bedrag

Het beschikbare bedrag dat de minister aan de stichting voor de uitvoering van de veldleerplanontwikkeling beschikbaar stelt op grond van artikel 7, eerste lid, van de wet, wordt jaarlijks door de stichting verdeeld in een bedrag voor de expeditie zone en een bedrag voor de vrije zone. Het accent in de verdeling ligt op de expeditiezone.

Artikel 5. Kader

De stichting maakt vóór 1 september via de website het algemeen kader bekend voor de veldleerplanontwikkeling in de daaropvolgende kalenderjaren. Het algemeen kader bevat:

  • a. de aanmeldprocedure voor de expeditiezone, een beschrijving van de projecten, de criteria en de opbrengsten van de projecten voor het veld;

  • b. de aanvraagprocedure voor de vrije zone; en

  • c. de termijnen die onder a en b in acht genomen worden, voor zover die afwijken van de termijnen als genoemd in de artikelen 6 en 7

§ 3. Procedure

Artikel 6. Procedure Expeditie Zone

In de expeditie zone is sprake van samenwerking tussen de stichting en belangstellenden in projecten die de stichting heeft geformuleerd op basis van de vastgestelde thema’s bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • a. Vóór 1 september maakt de stichting via de website een beschrijving bekend van de hoofdlijnen van de projecten, voorzien van criteria.

  • b. Vóór 15 september maken belangstellenden via een inschrijfformulier kenbaar of zij aan een project willen deelnemen.

  • c. In de periode van 15 september tot 15 oktober organiseert de stichting informatiebijeenkomsten voor belangstellenden en zijn er mogelijkheden voor meer overleg met belangstellenden. Tijdens de bijeenkomsten respectievelijk overleggen zullen de projecten nader worden geconcretiseerd mede op basis van input van de belangstellenden.

  • d. Vóór 1 november vindt definitieve besluitvorming over de projecten plaats.

Artikel 7. Procedure Vrije Zone

In de vrije zone is sprake van samenwerking tussen de stichting en belangstellenden in projecten die aangevraagd zijn door de belangstellenden. Deze aanvragen worden beoordeeld door een jurycommissie en voldoen aan de criteria, bedoeld in artikel 8.

  • a. Vóór 1 september maakt de stichting via de website bekend dat aanvragen kunnen worden ingediend door belangstellenden voor de vrije zone. De stichting geeft aan op welke wijze een dergelijke aanvraag,via een aanvraagformulier moet worden ingediend en maakt de beoordelingscriteria bekend.

  • b. Vóór 1 oktober kunnen belangstellenden een aanvraag indienen.

  • c. De jurycommissie adviseert de stichting over de te honoreren aanvragen. De jurycommissie beoordeelt de aanvragen op basis van criteria als bedoeld in artikel 8.

  • d. Vóór 1 november maakt de stichting haar beslissing bekend. Indien de stichting afwijkt van het advies van de jurycommissie, deelt de stichting dit gemotiveerd aan de jurycommissie mede.

Artikel 8. Criteria voor de Vrije Zone

  • 1. De aanvragen in de vrije zone worden door de jurycommissie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. de aanvraag is innovatief in die zin dat deze onderwijsontwikkeling betreft die vernieuwend en vooruitstrevend is ;

    • b. het onderwerp houdt verband met leerplanontwikkeling;

    • c. de uitkomsten zijn overdraagbaar in die zin dat deze niet te schoolspecifiek zijn en ook beschikbaar voor anderen;

    • d. er is sprake van ten minste twee of meer samenwerkende belangstellenden;

    • e. er is sprake van een actieve betrokkenheid van de belangstellenden onder andere tot uitdrukking komend in hetzij een personele hetzij een financiële inbreng.

  • 2. Daarnaast houdt de jurycommissie rekening met:

    • a. een evenwichtige spreiding over onderwijssectoren;

    • b. een evenwichtige landelijke spreiding;

    • c. de positie van de vakinhoudelijke verenigingen als veldorganisaties;

    • d. het beschikbare budget voor de vrije zone.

Artikel 9. Leden jurycommissie

  • 1. De jurycommissie bestaat uit:

    • a. één lid afkomstig van respectievelijk voorgedragen door de VO-raad;

    • b. één lid afkomstig van respectievelijk voorgedragen door de PO-raad;

    • c. één lid afkomstig van respectievelijk voorgedragen door het Platform VVVO; en

    • d. een onafhankelijke voorzitter

  • 2. De jurycommissie wordt ondersteund door en vanuit de stichting.

Artikel 10. Samenwerkingsafspraken

De stichting legt de afspraken met de belangstellenden schriftelijk vast.

Artikel 11. Evaluatie

Bij de vaststelling van de thema's voor de volgende kalenderjaren bespreekt de stichting met de VO-raad, de PO-raad en het Platform VVVO de gang van zaken met betrekking tot de veldleerplanontwikkeling van de voorgaande kalenderjaren. Daarbij vindt evaluatie van de regeling, de procedure en de criteria plaats, hetgeen tot bijstelling kan leiden.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 11. Intrekking

De Regeling leerplanontwikkeling op verzoek van organisaties en instellingen wordt ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 13. Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als: Regeling Veldleerplanontwikkeling in samenwerking met organisaties en instellingen.

Deze regeling zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant en bekend worden gemaakt op de internetsite van CFI.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

Vanaf 1 januari 1999 wordt de subsidiëring van onderwijsondersteunende activiteiten geregeld door de wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet SLOA). Eén van de gesubsidieerde specifieke taken van SLO is het ontwikkelen van leerplannen op verzoek van het onderwijsveld (artikel 12, achtste lid, onder a Wet SLOA). In artikel 12, achtste lid van de Wet SLOA staat vermeld dat de procedure voor deze taak nader wordt bepaald in een ministeriële regeling. Deze procedure was voorheen geregeld in de Regeling met betrekking tot de procedure van subsidiëring voor het ontwikkelen van leerplannen op verzoek van organisaties en instellingen.

In de Vaststellingsovereenkomst Afronding Evaluatie SLOA, d.d. 22 september 2006, kenmerk VO/OK/2006/34046 is bepaald dat de regeling veldleerplanontwikkeling zal worden aangepast, waarbij zal worden voorzien in meer programmatische afstemming met de VO-raad en de PO-raad. Naast deze formele reden zijn ook de uitvoeringservaringen van de afgelopen jaren met de regeling veldleerplanontwikkeling aanleiding geweest voor de herziening. Het tijdpad tussen het indienen van een aanvraag door scholen en instellingen en de uitvoering werd over het algemeen als te lang ervaren. De procedure werd als minder inzichtelijk ervaren en leidde tevens tot veel kleine versnipperde projecten.

Artikelsgewijs

Artikelen 2 en 3

De inhoudelijke aanpassing van de regeling voorziet erin dat in overleg met de VO-raad en de PO-raad de thema's voor de veldleerplanontwikkeling vastgesteld worden en dat daarover tevens overleg plaatsvindt met overige relevante organisaties. Bij de projecten die vervolgens door SLO worden geformuleerd worden middels een inschrijvingsprocedure, scholen en andere organisaties betrokken (expeditiezone). Om belangstellenden in de gelegenheid te stellen zich te informeren en met SLO en anderen van gedachten te wisselen over de projecten, organiseert SLO informatiebijeenkomsten. Pas daarna vindt de definitieve besluitvorming over deelname en doorgang van het project plaats. De mogelijkheid voor scholen en andere organisaties om zich aan te melden voor de expeditiezone dan wel een aanvraag te doen voor de vrije zone, wordt minimaal éénmaal per twee jaar opengesteld. Deze tweejaarlijkse cyclus geeft de mogelijkheid om meerjarige projecten binnen de veldprogrammering uit te voeren. Overigens behoudt de stichting de mogelijkheid om jaarlijks de procedure open te stellen. Dit kan ook een gedeeltelijke openstelling zijn, voor bijvoorbeeld een deel van het budget of bijvoorbeeld alleen voor de vrije zone.

Artikelen 4

Het beschikbare bedrag voor de uitvoering van de veldleerplanontwikkeling wordt jaarlijks vermeld in het onderdeel budgettair kader van de Hoofdlijnenbrief.

Artikelen 5

De stichting maakt minimaal tweejaarlijks, via de website, de kaders bekend.

Artikelen 6, 7, 8 en 9

Een deel van de subsidie voor de veldleerplanontwikkeling kan worden bestemd voor innovatieve voorstellen die uit het veld komen en waarvoor belangstellenden een aanvraag tot ondersteuning kunnen doen bij SLO (vrije zone). SLO laat zich bij de keuze voor de te honoreren aanvragen bijstaan door een jurycommissie, die de aanvragen aan de hand van een aantal criteria beoordeelt. Deze criteria worden genoemd in artikel 8 onder a tot en met f. Nadat de voorstellen zijn getoetst aan deze criteria bekijkt de jurycommissie of wordt voldaan aan de factoren genoemd onder f tot en met i. Indien blijkt dat er bijvoorbeeld sprake is van een zeer onevenwichtige spreiding over de onderwijssectoren zal dit ertoe leiden dat de jurycommissie opnieuw tot toetsing van de aanvragen overgaat.

De procedure wordt verplaatst naar het najaar van enig jaar, zodat de tijd die verstrijkt tussen inschrijving respectievelijk het doen van een aanvraag en de daadwerkelijke uitvoering slechts een paar maanden bedraagt. Indien de termijnen die genoemd worden in de artikelen 6 en 7 wegens vakantieperioden of anderszins op bezwaren stuiten, kan de stichting andere termijnen hanteren, maar dient deze dan nadrukkelijk bekend te maken via de website (artikel 5).

Artikel 10

De veldleerplanontwikkeling wordt door SLO tweejaarlijks geëvalueerd met de VO-raad en de PO-raad. Indien nodig leidt dit tot bijstelling van de regeling, de procedure respectievelijk criteria.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven