De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 12, achtste lid,
laatste volzin, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende
activiteiten;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
Vanaf 1 januari 1999 wordt de subsidiëring van
onderwijsondersteunende activiteiten geregeld door de wet subsidiëring
landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet SLOA). Eén van de
gesubsidieerde specifieke taken van SLO is het ontwikkelen van leerplannen op
verzoek van het onderwijsveld (artikel 12, achtste lid, onder a Wet SLOA). In
artikel 12, achtste lid van de Wet SLOA staat vermeld dat de procedure voor
deze taak nader wordt bepaald in een ministeriële regeling. Deze procedure was
voorheen geregeld in de Regeling met betrekking tot de procedure van
subsidiëring voor het ontwikkelen van leerplannen op verzoek van organisaties
en instellingen.
In de Vaststellingsovereenkomst Afronding Evaluatie SLOA, d.d.
22 september 2006, kenmerk VO/OK/2006/34046 is bepaald dat de regeling
veldleerplanontwikkeling zal worden aangepast, waarbij zal worden voorzien in
meer programmatische afstemming met de VO-raad en de PO-raad. Naast deze
formele reden zijn ook de uitvoeringservaringen van de afgelopen jaren met de
regeling veldleerplanontwikkeling aanleiding geweest voor de herziening. Het
tijdpad tussen het indienen van een aanvraag door scholen en instellingen en de
uitvoering werd over het algemeen als te lang ervaren. De procedure werd als
minder inzichtelijk ervaren en leidde tevens tot veel kleine versnipperde
projecten.
Artikelsgewijs
Artikelen 2 en 3
De inhoudelijke aanpassing van de regeling voorziet erin dat in
overleg met de VO-raad en de PO-raad de thema's voor de
veldleerplanontwikkeling vastgesteld worden en dat daarover tevens overleg
plaatsvindt met overige relevante organisaties. Bij de projecten die vervolgens
door SLO worden geformuleerd worden middels een inschrijvingsprocedure, scholen
en andere organisaties betrokken (expeditiezone). Om belangstellenden in de
gelegenheid te stellen zich te informeren en met SLO en anderen van gedachten
te wisselen over de projecten, organiseert SLO informatiebijeenkomsten. Pas
daarna vindt de definitieve besluitvorming over deelname en doorgang van het
project plaats. De mogelijkheid voor scholen en andere organisaties om zich aan
te melden voor de expeditiezone dan wel een aanvraag te doen voor de vrije
zone, wordt minimaal éénmaal per twee jaar opengesteld. Deze tweejaarlijkse
cyclus geeft de mogelijkheid om meerjarige projecten binnen de
veldprogrammering uit te voeren. Overigens behoudt de stichting de mogelijkheid
om jaarlijks de procedure open te stellen. Dit kan ook een gedeeltelijke
openstelling zijn, voor bijvoorbeeld een deel van het budget of bijvoorbeeld
alleen voor de vrije zone.
Artikelen 4
Het beschikbare bedrag voor de uitvoering van de
veldleerplanontwikkeling wordt jaarlijks vermeld in het onderdeel budgettair
kader van de Hoofdlijnenbrief.
Artikelen 5
De stichting maakt minimaal tweejaarlijks, via de website, de
kaders bekend.
Artikelen 6, 7, 8 en 9
Een deel van de subsidie voor de veldleerplanontwikkeling kan
worden bestemd voor innovatieve voorstellen die uit het veld komen en waarvoor
belangstellenden een aanvraag tot ondersteuning kunnen doen bij SLO (vrije
zone). SLO laat zich bij de keuze voor de te honoreren aanvragen bijstaan door
een jurycommissie, die de aanvragen aan de hand van een aantal criteria
beoordeelt. Deze criteria worden genoemd in artikel 8 onder a tot en met f.
Nadat de voorstellen zijn getoetst aan deze criteria bekijkt de jurycommissie
of wordt voldaan aan de factoren genoemd onder f tot en met i. Indien blijkt
dat er bijvoorbeeld sprake is van een zeer onevenwichtige spreiding over de
onderwijssectoren zal dit ertoe leiden dat de jurycommissie opnieuw tot
toetsing van de aanvragen overgaat.
De procedure wordt verplaatst naar het najaar van enig jaar,
zodat de tijd die verstrijkt tussen inschrijving respectievelijk het doen van
een aanvraag en de daadwerkelijke uitvoering slechts een paar maanden bedraagt.
Indien de termijnen die genoemd worden in de artikelen 6 en 7 wegens
vakantieperioden of anderszins op bezwaren stuiten, kan de stichting andere
termijnen hanteren, maar dient deze dan nadrukkelijk bekend te maken via de
website (artikel 5).
Artikel 10
De veldleerplanontwikkeling wordt door SLO tweejaarlijks
geëvalueerd met de VO-raad en de PO-raad. Indien nodig leidt dit tot
bijstelling van de regeling, de procedure respectievelijk criteria.
De Staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M.
van Bijsterveldt-Vliegenthart.