Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ | Staatscourant 2009, 6 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ | Staatscourant 2009, 6 | Besluiten van algemene strekking |
In deze regeling wordt verstaan onder:
het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ (NFPK). Het Fonds is een stichting als bedoeld in artikel 9 van de wet op Specifiek Cultuurbeleid.
de Raad van Bestuur van het Fonds, als bedoeld in artikel 5 van de statuten van het Fonds.
een faciliteit bestemd voor de presentatie van podiumkunsten, zijnde een rechtspersoon zonder winstoogmerk, niet zijnde een podiumkunstaanbieder of impresario, die met regelmaat openbaar toegankelijke voorstellingen op het gebied van podiumkunsten programmeert of doet programmeren.
reeks van presentaties op het gebied van de podiumkunsten met artistiek-inhoudelijke samenhang, georganiseerd door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, onder één noemer gepresenteerd en van een beperkte tijdsduur.
popmuzikanten die in een vaste samenstelling popmuziek maken en waarvan minimaal de helft van de leden, plus één, op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland woonachtig is. Onder bands worden ook solo-artiesten en dj’s verstaan.
popmuzikanten die in een vaste samenstelling popmuziek maken en waarvan minder dan de helft van de leden, plus een, op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland woonachtig is. Onder bands worden ook solo-artiesten en dj’s verstaan.
een openbaar toegankelijk optreden van één of meer bands op een podium.
een podium dat: beschikt over een vaste locatie met een zaalcapaciteit van minimaal 750 personen, op jaarbasis ten minste 150 programma’s organiseert waarbij live popmuziek centraal staat, op jaarbasis meer dan 100.000 bezoekers trekt, werkt met betaalde krachten, primair een cultureel doel nastreeft blijkend uit de statuten en gesubsidieerd wordt vanuit het kunst- of cultuurbudget van de betreffende gemeente.
een podium dat: beschikt over een vaste locatie met een zaalcapaciteit van minimaal 200 bezoekers, minimaal één jaar concerten heeft georganiseerd in de zaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een professionele organisatie en administratie voert, beschikt over een verhoogd podium, een adequate stroomvoorziening, een geluid- en lichtinstallatie en kleedkamers, kan aantonen dat het regelmatig Nederlandse bands programmeert waaraan tevens een redelijk bedrag aan gages/uitkoopsommen wordt verstrekt, beschikt over voldoende gemiddeld publieksbereik, een redelijke toegangsprijs hanteert, een brede programmering nastreeft en primair een cultureel doel nastreeft blijkend uit de statuten.
een Kernpodium dat beschikt over een zaalcapaciteit van minimaal 450 bezoekers, meer dan 100 popactiviteiten per jaar organiseert, en minimaal 25 subsidiabele concerten op jaarbasis organiseert waarbij het gemiddeld aantal bezoekers boven het landelijk gemiddelde ligt van de deelnemende B-podia in het voorafgaande jaar.
een Kernpodium dat beschikt over een zaalcapaciteit van minimaal 350 bezoekers, en minimaal 20 subsidiabele concerten op jaarbasis organiseert.
een Kernpodium dat beschikt over een zaalcapaciteit tussen de 200 en 350 bezoekers, en minimaal 10 subsidiabele concerten op jaarbasis organiseert.
een podium dat niet is aangemerkt als Groot Podium of Kernpodium en minimaal vier concerten per jaar organiseert.
een festival met een programmering waarbij optredens van Nederlandse bands een substantieel onderdeel vormen van het totale programma van het festival, optredens van minimaal vier verschillende bands/solo-artiesten/dj’s, een totale begroting tussen de € 25.000,– en € 250.000,– of meer dan 3000 bezoekers dat niet georganiseerd wordt door, of plaatsvindt op een Kernpodium of een Groot Podium en maximaal twee maal per jaar plaatsvindt. Het festival dient zich hoofdzakelijk bezig te houden met de organisatie van het festival waarvoor subsidie wordt aangevraagd en een cultureel doel na te streven blijkend uit de statuten.
een festival met een programmering waarbij optredens van Nederlandse bands een substantieel onderdeel vormen van het totale programma van het festival, optredens van minimaal vier verschillende bands/solo-artiesten/dj’s, met een totale begroting onder de € 25.000,– en minder dan 3000 bezoekers, dat niet georganiseerd wordt door, of plaatsvindt op een Kernpodium of een Groot Podium en maximaal twee maal per jaar plaatsvindt.
een door het Fonds als zodanig benoemde organisatie, meestal een provinciale popkoepel, die subsidieaanvragen namens D-Podia en C-Festivals indient, primair een cultureel doel nastreeft blijkend uit de statuten, de gehele provincie bedient en beschikt over een professionele organisatie en administratie. Per provincie wijst het Fonds één Intermediaire Organisatie aan.
concerten gericht op cultureel diverse publieksgroepen, in het bijzonder publieksgroepen met een niet-westerse achtergrond (bijv. Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse, Chinese en Turkse publieksgroepen).
Het doel van de subsidieregeling is om met subsidies podia en festivals in 2009 en 2010 in staat te stellen:
– een structurele bijdrage te leveren aan de kwalitatieve ontwikkeling van Nederlandse popmuziek/popmuzikanten;
– optredens te stimuleren van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s tegen een redelijke gage;
– bij te dragen aan de ontwikkeling van een stabiel circuit van Nederlandse podia en festivals voor de presentatie van Nederlandse popmuziek;
– de verscheidenheid in de programmering en het publieksbereik van podia en festivals te bevorderen.
1. Het totaal beschikbare bedrag dat het bestuur van het Fonds voor het uitvoeren van deze deelregeling per jaar onder de aanvragers kan verdelen, bedraagt voor de jaren 2009 en 2010 minimaal € 850.000,–, onder voorbehoud van verstrekking van deze middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt als volgt onderverdeeld:
a. voor Grote Podia: jaarlijks € 85.000,–;
b. voor Kernpodia: jaarlijks € 505.000,–;
c. voor D-podia: jaarlijks € 85.000,–;
d. voor B-festivals: jaarlijks € 45.000,–;
e. voor C-festivals: jaarlijks € 45.000.-;
f. voor concerten gericht op cultureel diverse doelgroepen: jaarlijks € 85.000,–.
3. Het bestuur van het Fonds kan overgaan tot het verhogen van de subsidieplafonds als bedoeld in het eerste en het tweede lid.
4. Het bestuur van het Fonds kan bedragen als bedoeld in het tweede lid, die niet zijn benut herverdelen.
5. Besluiten als bedoeld in de leden 3 en 4 worden bekendgemaakt op de website van het Fonds, www.nfpk.nl.
1. Het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder a wordt door het bestuur van het Fonds evenredig verdeeld over de deelnemende Grote Podia die voldoen aan de vereisten vermeld in artikel 8.
2. Het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder b wordt door het bestuur van het Fonds verdeeld op volgorde van ontvangst van de maandelijkse subsidiedeclaraties over de podia die door het bestuur van het Fonds zijn aangemerkt als Kernpodium en voldoen aan de vereisten vermeld in artikel 9.
3. Indien het subsidieplafond als genoemd in artikel 3 lid 2 onder c, d, e en f onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, beslist het bestuur van het Fonds op volgorde van ontvangst van complete aanvragen.
1. Het bestuur van het Fonds verleent projectsubsidies aan podia, Grote Podia, Kernpodia, D-Podia, B-Festivals, C-Festivals en Intermediaire Organisaties.
2. Subsidieaanvragen worden slechts in behandeling genomen indien zij worden ingediend op een daartoe bestemd en volledig ingevuld aanvraagformulier, inclusief alle op het aanvraagformulier vermelde, bijbehorende bijlagen.
3. In afwijking van het vorige lid en artikel 8 lid 2 van het Algemeen reglement kunnen er tussen het Fonds en een Intermediaire Organisatie andere afspraken worden gemaakt over de wijze waarop subsidie wordt aangevraagd.
4. Het Fonds kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.
5. In afwijking van artikel 1, artikel 2 sub b en artikel 7 lid 2, sub d en lid 3 van het Algemeen reglement kunnen rechtspersonen die statutair gezien geen doelstelling van artistiek inhoudelijke aard nastreven en rechtspersonen die niet werkzaam zijn op het gebied van de professionele podiumkunsten wel een aanvraag in het kader van deze regeling indienen.
1. Aanvragen om te worden aangemerkt als (nieuw) Groot Podium voor het jaar 2009 dan wel 2010 als bedoeld in artikel 8, lid 2, dienen uiterlijk 31 oktober 2008 en 31 oktober 2009 bij het Fonds te zijn ingediend.
2. Aanvragen om te worden aangemerkt als (nieuw) Kernpodium voor het jaar 2009 dan wel 2010 als bedoeld in artikel 9 lid 2, dienen uiterlijk 31 augustus 2008 en 31 augustus 2009 bij het Fonds te zijn ingediend.
3. De overige subsidieaanvragen dienen uiterlijk een maand voorafgaand aan de te subsidiëren activiteit bij het Fonds te zijn ingediend.
1. Het bepaalde in artikel 5 lid 2 en artikel 6 geldt niet voor Grote Podia, Kernpodia en Intermediaire Organisaties die voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, reeds subsidie op grond van deze regeling ontvingen en die in aanmerking willen komen voor verlenging van de subsidie.
2. Grote Podia kunnen voor een verlenging van de subsidie voor de duur van een jaar in aanmerking komen op basis van een evaluatie van de behaalde resultaten in het voorafgaande jaar. Deze evaluatie vindt plaats door het Fonds na ontvangst van de subsidieverantwoording als bedoeld in artikel 8, lid 9 en de (volledige) aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 8, lid 5. Uiterlijk binnen dertien weken nadat alle deelnemende Grote Podia een subsidieverantwoording en een aanvraag tot subsidieverlening hebben ingediend, neemt het bestuur van het Fonds de besluiten tot verlenging.
3. Kernpodia en Intermediaire Organisaties kunnen voor een verlenging van de subsidie voor de duur van een jaar in aanmerking komen op basis van een evaluatie van de behaalde resultaten in het lopende kalenderjaar door het Fonds. Deze evaluatie vindt plaats in de maand november. Uiterlijk 31 december van het lopende jaar ontvangen de betreffende organisaties hierover een besluit.
1. Het Fonds verstrekt slechts subsidie aan een podium dat door het bestuur van het Fonds is aangemerkt als Groot Podium, een door het bestuur van het Fonds goedgekeurde aanvraag heeft ingediend als bedoeld in lid 5, heeft aangetoond te voldoen aan de definitie van artikel 1 sub h en een bijdrage levert aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek of Nederlandse popmuzikanten.
2. Een aanvraag om te worden aangemerkt als Groot Podium bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een specificatie van de maximale bezoekerscapaciteit van het pand en de zaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waaruit blijkt hoe de capaciteit is berekend;
c. een overzicht van alle concerten en danceparty’s die in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag zijn georganiseerd. Op dit overzicht dienen alle namen van de bands, de uitbetaalde bedragen aan gage(s)/uitkoopsom(men) per band, de data van de optredens, de entreeprijzen, de bezoekersaantallen en in welke zaal het optreden plaatsvond, te worden vermeld;
d. een kopie van de statuten van de rechtspersoon van het podium;
e. een beschikking waaruit blijkt dat het podium gesubsidieerd wordt vanuit het kunst- of cultuurbudget van de gemeente;
f. een door het bestuur goedgekeurde jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van de aanvraag.
3. Het podium wordt aangemerkt als Groot Podium indien het aantoont te voldoen aan de eisen die daaraan worden gesteld in artikel 8 lid 1 en lid 2.
4. Het bestuur van het Fonds beslist binnen 13 weken op de aanvraag als bedoeld in het tweede lid.
5. Een aanvraag voor subsidieverlening wordt uiterlijk 1 mei 2009 en 1 mei 2010 ingediend en gaat vergezeld van:
a. een activiteitenplan waaruit blijkt welke activiteiten met de subsidie gerealiseerd zullen worden en hoe hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek of Nederlandse popmuzikanten;
b. een sluitende begroting waaruit blijkt waarvoor het subsidiebedrag zal worden ingezet;
c. een resultaatverwachting met betrekking tot het activiteitenplan afgezet tegen (eventuele) resultaten behaald in de voorafgaande periode.
6. Uiterlijk binnen dertien weken nadat alle Grote Podia een subsidieverantwoording en een aanvraag tot subsidieverlening hebben ingediend, neemt het bestuur van het Fonds de besluiten tot subsidieverlening.
7. Voor subsidiëring komen uitsluitend de kosten voor het leveren van een bijdrage aan de kwalitatieve ontwikkeling van Nederlandse popmuziek/popmuzikanten in aanmerking.
8. De subsidie per Groot Podium bedraagt per jaar:
– maximaal een evenredig deel van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 lid 2 aanhef en onder a;
– nooit meer dan het gerealiseerde tekort op het activiteitenplan waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
9. Een Groot Podium dient binnen drie maanden na afloop van het subsidietijdvak een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het Fonds in. Deze aanvraag tot vaststelling bestaat uit:
a. een inhoudelijk verslag waarin beschreven wordt:
I. welke activiteiten met de subsidie zijn gerealiseerd;
II. welke resultaten met de onder I. vermelde activiteiten zijn behaald en hoe hiermee een bijdrage is geleverd aan de ontwikkeling van Nederlandse popmuziek of Nederlandse popmuzikanten;
III. hoe de onder II. vermelde resultaten zich verhouden tot de vooraf beoogde, in het activiteitenplan vermelde resultaten;
IV. of de onder I. vermelde activiteiten een vervolg krijgen;
V. welke aandachtspunten/verbeterpunten geconstateerd worden.
b. een overzicht van de werkelijke kosten en opbrengsten van de onder a.I. vermelde activiteiten. Afwijkingen van 20% of meer ten opzichte van de (herziene) begroting moeten worden toegelicht. Dit overzicht dient ter verantwoording van het subsidiebedrag en biedt inzicht in de besteding hiervan. Op basis van dit overzicht wordt de definitieve hoogte van de subsidie vastgesteld;
c. een overzicht van alle gerealiseerde optredens van Nederlandse bands, soloartiesten en dj’s met de bijbehorende bezoekersaantallen die in het betreffende jaar hebben plaatsgevonden.
10. Het bestuur van het Fonds beslist binnen 13 weken op de aanvraag tot subsidievaststelling.
1. Het Fonds verstrekt slechts subsidie aan een podium dat door het bestuur van het Fonds is aangemerkt als Kernpodium, heeft aangetoond te voldoen aan de definitie van een A-, B- of C-Podium als bedoeld in artikel 1 sub j, k of l en heeft voldaan aan de verantwoordingsverplichting van lid 4.
2. Een aanvraag om te worden aangemerkt als Kernpodium bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een specificatie van de maximale bezoekerscapaciteit van het pand en de zaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waaruit blijkt hoe de capaciteit is berekend;
c. een technische specificatie waarin de afmetingen van het podium worden vermeld en waarin de stroomvoorziening, PA, backline en huislicht wordt omschreven;
d. een overzicht van alle concerten en dance party’s die in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag door de aanvrager zijn georganiseerd en waar één of meerdere Nederlandse bands een optreden gaven. Op dit overzicht dienen alle namen van de bands, de uitbetaalde bedragen aan gage(s)/uitkoopsom(men) per band, de data van de optredens, de entreeprijzen, de bezoekersaantallen en in welke zaal het optreden plaatsvond te worden vermeld;
e. een omschrijving van de huidige, gerealiseerde programmering;
f. een kopie van de statuten van de rechtspersoon van het podium;
g. een door het bestuur goedgekeurde jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van de aanvraag.
3. Het podium wordt aangemerkt als Kernpodium indien het aantoont te voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden in artikel 9 lid 1 en lid 2.
4. Het bestuur van het Fonds beslist binnen 17 weken op de aanvraag als bedoeld in het tweede lid.
5. Teneinde voor subsidie in aanmerking te komen, dient een Kernpodium van elke maand achteraf een verslag in over alle gerealiseerde concerten. Dit verslag dient binnen 2 maanden na afloop van de maand waarin de concerten plaatsvonden in bezit van het Fonds te zijn. Het verslag bestaat uit:
a. een declaratieformulier Nederlands Popmuziek Plan: Kernpodia;
b. de officiële programmagegevens, zoals een programmaboekje, folder, etc. van die maand;
c. tevens dienen Kernpodia van alle concerten die in aanmerking komen voor subsidie te beschikken over:
– kopieën van complete en volledig ingevulde gageverklaringen en facturen van de Nederlandse bands;
– kopieën van complete en volledig ingevulde gageverklaringen of facturen of kwitanties van de buitenlandse bands, indien van toepassing.
Deze bewijsstukken dienen aan te sluiten bij hetgeen het Kernpodium declareert.
6. Subsidiabele kosten zijn:
– (de door het Kernpodium uitbetaalde) brutogages, uitkoopsommen en bemiddelingskosten voor optredens van Nederlandse bands;
– een standaardbedrag van € 400,– per concert
7. Voor subsidiëring komen uitsluitend subsidiabele concerten in aanmerking. Subsidiabel zijn concerten met een entreeprijs van minimaal € 2,50, die vermeld worden in de programmagegevens van het Kernpodium, binnen de volgende bandbreedte:
a. concerten van 1 Nederlandse band waarbij het bedrag dat aan brutogage en/of uitkoopsom aan de Nederlandse band betaald is, minimaal € 450,– bedraagt en de totale subsidiabele kosten niet meer dan € 2.700,– bedragen;
b. concerten van 1 Nederlandse band samen met 1 of meer buitenlandse band(s) waarbij het bedrag dat aan brutogage en/of uitkoopsom aan de Nederlandse band betaald is, minimaal € 225,– bedraagt en de totale subsidiabele kosten niet meer dan € 2.700,– bedragen;
c. concerten van 2 Nederlandse bands, eventueel in combinatie met 1 of meer buitenlandse band(s), waarbij de som van het bedrag dat aan brutogage en/of uitkoopsom aan de Nederlandse bands is uitbetaald, minimaal € 575,– bedraagt en de totale subsidiabele kosten niet meer dan € 2.950,– bedragen;
d. concerten van 3 Nederlandse bands, eventueel in combinatie met 1 of meer buitenlandse band(s), waarbij de som van het bedrag dat aan brutogage en/of uitkoopsom aan de Nederlandse bands is uitbetaald, minimaal € 800,– bedraagt en de totale subsidiabele kosten niet meer dan € 3.200,– bedragen;
e. concerten van 4 Nederlandse bands, eventueel in combinatie met 1 of meer buitenlandse band(s), waarbij de som van het bedrag dat aan brutogage en/of uitkoopsom aan de Nederlandse bands is uitbetaald, minimaal € 1.025,– bedraagt en de totale subsidiabele kosten niet meer dan € 3.450,– bedragen.
f. In afwijking op de onder a t/m e genoemde boven grenzen geldt voor A-Podia dat de totale subsidiabele kosten plus, indien van toepassing, de brutogage(s), uitkoopsom(men) en bemiddelingskosten van de buitenlandse band(s) niet meer mogen bedragen dan de entreeprijs van het concert vermenigvuldigd met de maximale bezoekers capaciteit van het betreffende A-Podium.
8. Subsidiëring van benefietconcerten is niet mogelijk.
9. De subsidie per concert bedraagt:
– ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten;
– nooit meer dan het gerealiseerde tekort;
– maximaal € 900,–.
10. Het bestuur van het Fonds beslist binnen 13 weken op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in het vijfde lid.
1. Het bestuur verstrekt slechts subsidies voor D-Podia aan Intermediaire Organisaties of, indien het Fonds in een provincie geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd,aan D-Podia die een door het bestuur van het Fonds goedgekeurde aanvraag hebben ingediend en hebben aangetoond te voldoen aan de definitie van een D-podium als bedoeld in artikel 1 sub m.
2. Een Intermediare Organisatie die in aanmerking wil komen voor subsidie voor een D-Podium verstrekt een maand voordat het concert plaatsvindt, de volgende informatie aan het Fonds:
a. datum en programma van het concert;
b. naam en plaatsnaam van het D-Podium;
c. de (toegezegde) subsidiebijdrage van de Intermediaire Organisatie zelf (gemeente/provincie) aan de programmering van Nederlandse popmuziek op het D-Podium;
d. een sluitende begroting (alleen van toepassing indien de Intermediaire Organisatie de concerten op D-Podia zelf organiseert).
3. Een aanvraag tot subsidieverlening van D-podia in provincies waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd, bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een kopie van een uittreksel uit het openbaar register van de Kamer van Koophandel.
4. Het bestuur van het Fonds besluit binnen vier weken op een aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in lid 3 van dit artikel gerekend vanaf het moment dat de aanvraag compleet is ingediend.
5. Voor subsidiëring komen uitsluitend popconcerten van Nederlandse bands die plaatsvinden op D-Podia waarbij een bedrag aan gage wordt uitbetaald aan de Nederlandse bands en waarbij live optredens van Nederlandse bands een substantieel onderdeel van de programmering vormen, in aanmerking.
6. In het geval subsidie wordt verstrekt aan een Intermediaire Organisatie voor concerten op D-Podia die door derden worden georganiseerd zijn de volgende bedragen subsidiabel:
a. het door de Intermediaire Organisatie (gemeente/provincie) zelf verstrekte subsidiebedrag voor de programmering van Nederlandse popmuziek op het D-Podium.
7. In het geval subsidie wordt verstrekt voor concerten die door de Intermediaire Organisatie zelf zijn georganiseerde op één of meerdere D-Podia zijn de volgende kosten subsidiabel:
a. brutogages en uitkoopsommen van de Nederlandse bands;
b. kosten voor techniek (backline, PA, licht enz.);
c. publiciteitskosten;
d. overige kosten die direct met het programma te maken hebben (bijvoorbeeld kosten voor juryleden, catering, decor, prijzen);
e. overheadkosten tot maximaal 10% van de onder a t/m d vermelde kosten.
Loonkosten en andere kosten voor personeel of stagiaires zijn niet subsidiabel
8. In geval subsidie wordt verstrekt aan een D-Podium in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd, zijn de volgende kosten subsidiabel:
a. brutogages, uitkoopsommen en bemiddelingskosten van de Nederlandse bands/solo-artiesten/dj’s;
b. publiciteitskosten;
c. kosten voor juryleden, presentatie, catering, prijzen en decor;
d. een standaardbedrag van € 400,– per concert voor overige kosten.
9. Subsidiëring van benefiet concerten is niet mogelijk.
10. De subsidie aan een Intermediaire Organisatie bedraagt nooit meer dan:
– € 900,– per D-podium per aanvraag;
– € 3.000,– per aanvraag;
– € 2.000,– per D-Podium per jaar;
– € 7.500,– per provincie per jaar;
– de eigen subsidiebijdrage verstrekt door de Intermediaire Organisatie (gemeente/provincie) aan de programmering van Nederlandse popmuziek op D-Podia,
– 25% van de subsidiabele kosten van door de Intermediaire Organisatie zelf georganiseerde concerten op één of meerdere D-Podia tot maximaal het gerealiseerde tekort.
11. De subsidie aan D-Podia in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd, bedraagt nooit meer dan:
– € 900,– per D-podium per aanvraag;
– € 3.000,– per aanvraag;
– € 2.000,– per D-Podium per jaar;
– € 7.500,– per provincie per jaar;
– het aangetoonde tekort op de realisatie van het (de) concert(en);
– 50% van de subsidiabele kosten.
12. Intermediaire Organisaties dienen binnen twee maanden na afloop van het concert een verslag bij het Fonds in. Dit verslag bestaat uit:
a. Naam, plaatsnaam, datum en bezoekersaantal van het betrokken concert;
b. namen van de Nederlandse bands die optraden (per concert);
c. de officiële programma gegevens waarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo wordt vermeld als subsidiënt;
d. bewijs van toezegging/uitbetaling van het te matchen subsidiebedrag óf, indien de Intermediaire Organisatie het concert/de concerten zelf organiseerde, een door de penningmeester van het bestuur van de Intermediaire Organisatie goedgekeurd en ondertekend definitief exploitatieoverzicht;
e. In afwijking van bovenstaande kunnen eventueel tussen het Fonds en Intermediaire Organisatie andere afspraken gemaakt worden met betrekking tot de data waarop de gegevens worden aangeleverd.
13. D-Podia in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd dienen binnen twee maanden na afloop van het concert een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het Fonds in. Deze aanvraag tot vaststelling bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend afrekenformulier voor D-Podia in provincies zonder Intermediare Organisatie;
b. betalingsbewijzen van alle subsidiabele kosten (kopie gageverklaring, factuur, bon of kwitantie);
c. publiciteitsmateriaal zoals flyer, programmaboekje, poster, advertentie etc. waarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo wordt vermeld als subsidiënt.
14. Het bestuur van het Fonds stelt de subsidie voor Intermediaire Organisaties vast op basis van de door de Intermediaire Organisatie verstrekte verslagen als bedoeld in lid 12. Het besluit wordt uiterlijk 1 maart 2010 en 1 maart 2011 genomen.
15. Het bestuur van het Fonds beslist binnen vier weken op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in lid 13, mits de subsidieontvanger tijdig heeft voldaan aan alle voorwaarden en verplichtingen.
1. Het bestuur verstrekt slechts subsidies aan B-festivals, die een door het bestuur van het Fonds goedgekeurde aanvraag hebben ingediend en hebben aangetoond te voldoen aan de definitie van een B-Festival als bedoeld in artikel 1 sub n.
2. Een aanvraag tot subsidieverlening van een B-festival bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een sluitende begroting;
c. een kopie van de statuten van de rechtspersoon van het festival;
d. een overzicht van het programma.
3. Het bestuur van het Fonds besluit binnen vier weken op een aanvraag als bedoeld in het vorige lid gerekend vanaf het moment dat de aanvraag compleet is ingediend.
4. Subsidiabele kosten zijn de door het B-Festival uitbetaalde bedragen aan brutogages/uitkoopsommen voor optredens van Nederlandse bands die plaatsvinden op het B-Festival mits dit bedrag niet minder dan € 225,– en niet meer dan € 2.500,– per band bedraagt.
5. De subsidie per B-Festival bedraagt nooit meer dan:
– 50% van de subsidiabele kosten;
– het gerealiseerde tekort op de totale exploitatie van de editie van het festival waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
– € 2.500,– per jaar.
6. B-Festivals dienen binnen twee maanden na afloop van het festival een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het Fonds in. Deze aanvraag tot vaststelling bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend afrekenformulier voor B-Festivals;
b. een door het bestuur goedgekeurd, definitief exploitatieoverzicht van het festival. Dit exploitatieoverzicht dient ondertekend te zijn door minstens twee bestuursleden en de opzet moet aansluiten bij de ingediende (herziene) begroting. Afwijkingen van 20% of meer ten opzichte van de (herziene) begroting moeten worden toegelicht;
c. kopieën van alle gageverklaringen en/of facturen van de optredens van de Nederlandse bands/solo-artiesten/dj’s die in aanmerking komen voor subsidie;
d. het officiële festivalprogramma en alle overige publiciteitsuitingen met daarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo vermeld als subsidiënt;
e. kopieën van kranten/tijdschriftartikelen en/of een overzicht van alle media-aandacht die het festival heeft gekregen.
7. Het bestuur van het Fonds besluit binnen vier weken op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in lid 7, mits de subsidieontvanger tijdig heeft voldaan aan alle voorwaarden en verplichtingen.
1. Het bestuur verstrekt slechts subsidie voor C-Festivals aan Intermediaire Organisaties of indien het Fonds in een provincie geen Intermediaire Organisatie heeft benoemt, aan C-Festivals die een door het bestuur van het Fonds goedgekeurde aanvraag hebben ingediend en hebben aangetoond te voldoen aan de definitie van een C-Festival als bedoeld in artikel 1 sub o.
2. Een Intermediaire Organisatie die in aanmerking wil komen voor subsidie voor een C-Festival verstrekt een maand voordat het festival plaatsvindt, de volgende informatie aan het Fonds:
a. datum en programma van het C-Festival;
b. naam en plaatsnaam van het C-Festival;
c. de (toegezegde) subsidiebijdrage van de Intermediaire Organisatie zelf (gemeente/provincie) aan het C-Festival;
d. een sluitende begroting (alleen van toepassing indien de Intermediaire Organisatie het C-Festival zelf organiseert).
3. Een aanvraag tot subsidieverlening van een C-festival in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een sluitende begroting;
c. een overzicht van het programma;
d. een kopie van een uittreksel uit het openbaar register van de Kamer van Koophandel.
4. Het bestuur van het Fonds besluit binnen vier weken op een aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in lid 3 van dit artikel gerekend vanaf het moment dat de aanvraag compleet is ingediend.
5. Voor subsidiëring komen uitsluitend kosten gemaakt voor optredens van Nederlandse bands die plaatsvinden op C-Festivals in aanmerking.
6. In het geval subsidie wordt verstrekt aan een Intermediaire Organisatie voor een C-Festival dat door een derde wordt georganiseerd zijn de volgende bedragen subsidiabel:
a. Het door de Intermediaire Organisatie (gemeente/provincie)zelf verstrekte subsidiebedrag aan het C-Festival.
7. In het geval subsidie wordt verstrekt aan de Intermediaire Organisatie voor een C-Festival dat door de Intermediaire Organisatie zelf wordt georganiseerd zijn de volgende kosten subsidiabel:
a. brutogages en uitkoopsommen van de Nederlandse bands/solo-artiesten/dj’s;
b. kosten voor techniek (backline, PA, licht enz.);
c. publiciteitskosten;
d. overige kosten die direct met het festival te maken hebben (podiumdelen, tent enz.);
e. overheadkosten tot maximaal 10% van de onder a t/m d vermelde kosten.
Loonkosten en andere kosten voor personeel of stagiaires zijn niet subsidiabel
8. In het geval subsidie wordt verstrekt aan een C-Festival in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd zijn de volgende kosten subsidiabel:
a. De door het C-Festival uitbetaalde bedragen aan brutogages/uitkoopsommen voor optredens van Nederlandse bands die plaatsvinden op het C-Festival mits dit bedrag niet meer dan € 2.500,– per band bedraagt.
9. Subsidiëring van benefietfestivals en festivals met een ideologische doelstelling is niet mogelijk.
10. Het subsidiebedrag aan een Intermediaire Organisatie bedraagt nooit meer dan:
– € 1.300,– per C-Festival;
– € 5.000,– per provincie per jaar;
– de eigen subsidiebijdrage verstrekt door de Intermediaire Organisatie (gemeente/provincie) aan het C-Festival,
– 25% van de subsidiabele kosten van een door de Intermediaire Organisatie zelf georganiseerd C-Festival tot maximaal het gerealiseerde tekort.
11. Het subsidiebedrag aan C-Festivals in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemt bedraagt nooit meer dan:
– € 1.300,– per C-Festival;
– € 5.000,– per provincie per jaar;
– het gerealiseerde tekort op de totale exploitatie van de editie van het festival waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
– 50% van de subsidiabele kosten.
12. Intermediaire Organisaties dienen binnen twee maanden na afloop van het festival een verslag bij het Fonds in. Dit verslag bestaat uit:
a. Naam, plaatsnaam, datum en bezoekersaantal van het C-Festival;
b. namen van de Nederlandse bands die optraden;
c. de officiële programma gegevens waarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo wordt vermeld als subsidiënt;
d. bewijs van toezegging/uitbetaling van het te matchen subsidiebedrag óf, indien de Intermediaire Organisatie het C-Festival zelf organiseerde, een door de penningmeester van het bestuur van de Intermediaire Organisatie goedgekeurd en ondertekend definitief exploitatieoverzicht van het C-Festival;
e. In afwijking van bovenstaande kunnen eventueel tussen het Fonds en Intermediaire Organisatie andere afspraken gemaakt worden met betrekking tot de data waarop de gegevens worden aangeleverd.
13. C-Festivals in een provincie waar het Fonds geen Intermediaire Organisatie heeft benoemd, dienen binnen twee maanden na afloop van het festival een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het Fonds in. Deze aanvraag tot vaststelling bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend afrekenformulier;
b. een door het bestuur goedgekeurd, definitief exploitatieoverzicht van het festival. Dit exploitatieoverzicht dient ondertekend te zijn door minstens één bestuurslid;
c. kopieën van alle gageverklaringen en/of facturen van de optredens van de Nederlandse bands/solo-artiesten/dj’s die in aanmerking komen voor subsidie;
d. het officiële festivalprogramma en alle overige publiciteitsuitingen met daarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo vermeld als subsidiënt;
14. Het bestuur van het Fonds stelt de subsidie voor Intermediaire Organisaties vast op basis van de door de Intermediaire Organisatie verstrekte verslagen als bedoeld in lid 12. Het besluit wordt uiterlijk 1 maart 2010 dan wel 1 maart 2011 genomen.
15. Het bestuur van het Fonds beslist binnen vier weken op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in lid 13 mits de subsidieontvanger tijdig heeft voldaan aan alle voorwaarden en verplichtingen.
1. Het bestuur verstrekt slechts subsidies voor concerten gericht op cultureel diverse doelgroepen aan podia, die een door het bestuur van het Fonds goedgekeurde aanvraag hebben ingediend, hebben aangetoond te voldoen aan de definitie van artikel 1 sub c en minimaal 10 popconcerten op jaarbasis realiseren.
2. Een aanvraag tot subsidieverlening van een podium voor een concert gericht op een cultureel diverse doelgroep bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een activiteitenplan waaruit blijkt op welke cultureel diverse doelgroep het concert is gericht en hoe men deze doelgroep gaat bereiken;
3. Voor subsidiëring komen uitsluitend concerten waarbij een bedrag aan gage/uitkoopsom wordt uitbetaald aan de bands in aanmerking.
4. Alleen een aanvraag tot subsidieverlening van een podium dat met betrekking tot het concert een realistisch en onderbouwd plan indient voor het bereiken van cultureel diverse publieksgroepen kan worden gehonoreerd. Daarbij strekt (structurele) samenwerking met vertegenwoordigers uit de betreffende doelgroep tot aanbeveling.
5. Subsidiabele kosten zijn:
– brutogages, uitkoopsommen en bemiddelingskosten;
– extra publiciteitskosten (kosten voor de reguliere publiciteit zoals vermelding in het maandelijkse programmaboekje, poster, etc. komen niet in aanmerking voor subsidie);
– hotelkosten die betrekking hebben op de bands;
– transportkosten die betrekking hebben op de bands;
– een standaardbedrag van € 1.000,– per concert voor overige kosten.
6. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien voor de concerten niet reeds op andere grond een subsidie op basis van onderhavige regeling is verkregen.
7. Het subsidiebedrag voor een concert gericht op cultureel diverse doelgroepen bedraagt nooit meer dan:
– € 2.000,– per aanvraag;
– € 12.000,– per podium per jaar;
– het aangetoonde tekort op de realisatie van het concert;
– 50% van de subsidiabele kosten.
8. Podia dienen binnen twee maanden na afloop van een concert gericht op cultureel diverse doelgroepen een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het Fonds in. Deze aanvraag tot vaststelling bestaat uit:
a. een volledig ingevuld en ondertekend afrekenformulier voor concerten gericht op cultureel diverse doelgroepen;
b. betalingsbewijzen van de brutogages/uitkoopsommen (bijvoorbeeld kopie gageverklaring of factuur);
c. kopieën van facturen voor de overige subsidiabele kosten: bemiddeling, extra publiciteit, hotel en transport;
d. publiciteitsmateriaal zoals flyer, programmaboekje, poster, advertentie etc. waarin het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ met naam en logo wordt vermeld als subsidiënt.
9. Het bestuur van het Fonds beslist binnen vier weken op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in lid 8, mits de subsidieontvanger tijdig heeft voldaan aan alle voorwaarden en verplichtingen.
1. De subsidieaanvrager is verplicht gedurende het gehele subsidietijdvak te (blijven) voldoen aan de definitie van podium, Grote Podium, A-Podium, B-Podium, C-Podium, D-Podium, B-Festival, C-Festival of Intermediaire Organisatie.
2. Als substantiële wijzigingen als bedoeld in artikel 13 lid 2 van het Algemeen reglement worden in ieder geval aangemerkt:
a. wijziging van de voor subsidie in aanmerking komende onderdelen van de programmering van het project;
b. wijziging van de personele invulling van belangrijke functies binnen het project en/of de bedrijfsvoering;
c. wijziging van de periode waarin het project plaatsvindt.
3. In afwijking van artikel 7 lid 2 onder f van het Algemeen reglement geldt dat kosten voor activiteiten die op het moment van indienen van de aanvraag zijn gerealiseerd, wel voor subsidie in aanmerking komen.
4. Het podium of festival is verplicht het logo of de naam van het Fonds te plaatsen op alle publiciteitsuitingen die op het project betrekking hebben. Het logo van het Fonds is te verkrijgen via de website: www.nfpk.nl.
5. Op verzoek van het Fonds worden ten behoeve van monitoring jaarlijks tot 4 gratis toegangskaarten ter beschikking gesteld voor het project. De ontvangen toegangskaarten worden door het Fonds uitsluitend ter beschikking gesteld aan medewerkers of adviseurs van het Fonds.
6. Grote podia, Kernpodia en Intermediaire Organisaties dienen binnen zes maanden na sluiting van het boekjaar een jaarrekening aan het Fonds te overleggen met daarin vermeld het door het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ verstrekte subsidiebedrag vanuit het Nederlands Popmuziek Plan.
1. Met uitzondering van Kernpodia kunnen aanvragers als bedoeld in artikel 5 lid 1 een voorschot van maximaal 80% van de verleende subsidie aanvragen.
2. Om in aanmerking te kunnen komen voor een voorschotverlening, dient de aanvrager de volgende gegevens in:
a. een schriftelijke bevestiging waarin de aanvrager verklaart het project, zoals beschreven in de aanvraag, te gaan realiseren;
b. een geactualiseerde begroting. Afwijkingen van 10% of meer ten opzichte van de oorspronkelijke begroting dienen te worden toegelicht. De herziene begroting is goedgekeurd en voorzien van de handtekening van een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de organisatie;
c. een opgave van het (post-) bankrekeningnummer waarop de bevoorschotting plaats dient te vinden.
In afwijking op hetgeen vermeld wordt in artikel 9, 10, 11, 12 en 13 geldt voor concerten en festivals die plaatsvinden in de maand december dat het verslag achteraf of de aanvraag tot vaststelling in de maand januari van het daarop volgende jaar door het Fonds dient te zijn ontvangen.
1. Van toepassing op deze regeling is het Algemeen reglement van het Fonds waarin algemene bepalingen omtrent de subsidieverstrekking zijn omschreven, zoals aanvraagprocedure, vereisten, voorwaarden en verplichtingen.
2. Deze regeling is een deelreglement als bedoeld in artikel 4 van het Algemeen reglement.
3. Eveneens van toepassing op deze regeling is het Huishoudelijk reglement waarin de interne organisatie van het Fonds wordt geregeld.
4. De reglementen als bedoeld in het eerste en derde lid van dit artikel zijn op verzoek verkrijgbaar bij het secretariaat van het Fonds.
Deze regeling treedt in werking drie dagen na publicatie in de Staatscourant, is van toepassing op activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en werkt terug tot en met 1 augustus 2008.
1. Aanvragen voor de jaren 2009–2010 die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en waarop bij inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist worden geacht op basis van deze regeling te zijn ingediend.
2. Op bestaande subsidierelaties die tot stand zijn gekomen op basis van de Regeling Nederlands Popmuziek Plan 2006–2008 is, na intrekking van die regeling, deze regeling van toepassing.
In de definitie van een Kernpodium wordt gesproken over het beschikken over een voldoende gemiddeld publieksbereik en het hanteren van een redelijke toegangsprijs. Het Fonds vergelijkt de gegevens van de aanvrager met de gemiddelde resultaten behaald door de deelnemende Kernpodia in dezelfde periode. De resultaten van de aanvrager mogen hierbij niet teveel ten negatieve afwijken van het gemiddelde. De informatie over de resultaten van Kernpodia in een bepaalde periode kunt u bij het Fonds opvragen.
In de definitie van een B- en C-Festival wordt gesproken over een programmering waarbij optredens van Nederlandse bands een substantieel onderdeel vormen van het totale programma. Dit betekend dat het aantal optredens van Nederlandse bands ten opzichte van het totaal aantal optredens dat op het festival plaatsvindt en het bedrag dat voor de optredens van de Nederlandse bands is begroot ten opzichte van het totale programmabudget meer dan 20% moet zijn.
De opdracht van het Fonds is het in stand houden en versterken van de kwaliteit, diversiteit en maatschappelijke betekenis van de podiumkunsten in Nederland. En de aansluiting bij de internationale kunstpraktijk bevorderen.
Reeds in 1982 vond een eerste uiteenzetting plaats van ideeën om te komen tot een subsidieregeling voor het organiseren van popconcerten. Gekozen werd voor een systeem van subsidies, bestemd voor popmuzikanten, maar uitgekeerd aan zorgvuldig geselecteerde poppodia: het zogenaamde Nederlands Popmuziek Plan. Nadat het (toenmalige) departement van WVC instemde met een experiment gedurende de periode oktober 1984 tot maart 1985 volgden de ontwikkelingen elkaar snel op. Media 1988 stemde de Raad voor de Kunst in met een uitbouw tot 50 kernpodia. Het Nederlands Popmuziek Plan is in de loop der jaren uitgebreid met onderdelen voor Grote en D-Podia, B- en C-Festivals en concerten gericht op cultureel diverse doelgroepen. Sinds 1 november 2007 is de uitvoering van het Nederlands Popmuziek Plan in handen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+.
Doel van deze regeling is optredens te stimuleren van Nederlandse bands/solo-artiesten en dj’s tegen een redelijke gage en bij te dragen aan ontwikkeling van een stabiel circuit van Nederlandse poppodia en festivals. Alsmede het bevorderen van de verscheidenheid aan de programmering van podia en festivals. Het Fonds beoogt zo een structurele bijdrage te leveren aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek op een gezonde economische basis en derhalve een divers, kwalitatief hoogwaardig en goed over het land gespreid aanbod mogelijk te maken.
Deze doelen worden gerealiseerd door het verstrekken van aanvullende subsidies als er financiële tekorten zijn bij optredens van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s. De subsidie is bestemd voor de popmuzikanten, maar wordt indirect uitgekeerd via de podia en festivals. De programmeurs van de podia en festivals bepalen zelf welke bands en/of dj’s ze op hun podium willen laten optreden. Het podium ontvangt subsidie als de gemaakte kosten voor het concert achteraf hoger blijken te zijn dan de entreeopbrengsten. In dat geval bedraagt de subsidie een deel van het tekort tot een vastgesteld maximum. Op deze manier wordt het financiële risico voor de podia kleiner en kunnen zij vaker een minder bekende band boeken. Jaarlijks vinden ongeveer 2000 concertavonden op Kernpodia, Grote Podia en D-Podia in heel Nederland plaats met een subsidiebijdrage vanuit het Nederlands Popmuziek Plan. Ook vele kleine en middelgrote festivals kunnen jaarlijks plaatsvinden dankzij een subsidiebijdrage vanuit het Nederlands Popmuziek Plan. Het Fonds heeft met deze regeling de regeling Nederlands Popmuziek Plan willen voortzetten in 2009–2010.
Het Fonds gebruikt de periode 2009–2010 als een tweejarige transitiefase om de subsidieregelingen optimaal af te stemmen op de nieuwe rol van het Fonds en de veranderde werkpraktijk.
Het moment van indienen wordt bepaald aan de hand van het moment dat het daartoe bestemde, volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier door het Fonds is ontvangen met alle bijbehorende bijlagen.
De algemene regels waaraan een aanvraag moet voldoen, zijn neergelegd in het Algemeen reglement Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+. Naast deze algemene regels zijn in onderhavige deelregeling nog een aantal aanvullende procedurele bepalingen opgenomen in artikel 5 tot en met 7.
In het eerste lid van artikel 5 is toegelicht welke organisaties een aanvraag kunnen indienen voor projectsubsidies. Uitgangspunt van de regeling is, dat deze de hoofdlijnen van het subsidieproces vastlegt met voldoende ruimte voor nadere invulling of bijstelling door het Fonds. Nadere bepalingen kunnen in de beschikking worden neergelegd. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan aard en exacte omvang van subsidiabele kosten en overige aan de subsidiëring te verbinden verplichtingen en voorwaarden.
In dit artikel is neergelegd binnen welke termijn aanvragers een aanvraag moeten indienen om aangemerkt te worden als Groot Podium of Kernpodium (lid 1 en lid 2) en de overige aanvragers een aanvraag tot subsidieverlening moeten indienen. Wanneer een aanvraag te laat – dus na de in dit artikel genoemde termijnen – wordt ingediend, besluit het bestuur in beginsel tot afwijzing van de aanvraag.
Dit artikel voorziet in andere termijnen voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 1 van het Algemeen reglement is bepaald. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement is bepaald. Van belang is tevens dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald.
Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen, kan dit leiden tot vaststelling van een lager subsidiebedrag, of van vaststelling van het subsidiebedrag op nihil.
Bij de selectie van Kernpodia wordt gekeken naar de geografische spreiding en de (landelijke) uitstraling. Afhankelijk van de zaalcapaciteit van het podium vindt een onderscheid in categorie A, B of C plaats. Per categorie geldt een minimum aantal te organiseren subsidiabele concerten. Om in aanmerking te komen voor subsidie dienen Kernpodia na afloop van elke maand verslag uit te brengen aan het Fonds over alle gerealiseerde concerten. Kernpodia kunnen maandelijks achteraf bedragen declareren die zijn uitbetaald aan Nederlandse bands, al dan niet in combinatie met buitenlandse bands. De Nederlandse bands mogen niet structureel deel uitmaken van de programmering. Dit betekent dat dezelfde band niet meer dan twee keer binnen een jaar mag optreden en er tussen twee subsidiabele optredens minimaal 3 maanden tijd dient te zitten. Ook voor dj’s kan subsidie worden verkregen, mits aan de voorwaarden wordt voldaan en het optreden op het podium plaatsvindt; zogenaamde ‘huis-dj’s’ zijn niet subsidiabel. Declaratieformulieren kunnen digitaal via www.nfpk.nl aangeleverd worden.
Het Fonds zal Kernpodia steekproefsgewijs verzoeken bewijsstukken op te sturen. Indien deze gegevens niet, niet compleet, niet volledig ingevuld of niet tijdig verstrekt worden, kan het bestuur van het Fonds besluiten geen subsidie te verstrekken voor de betreffende concerten en dance party’s dan wel besluiten tot uitsluiting van deelname aan het Nederlands Popmuziek Plan. Ook in het geval de bewijsstukken niet overeenkomen met hetgeen digitaal gedeclareerd is, kan het bestuur van het Fonds besluiten geen subsidie te verstrekken.
De subsidie per concert zal nooit hoger zijn dan het gerealiseerde tekort. Het tekort wordt als volgt berekend: de totale subsidiabele kosten plus, indien van toepassing, de brutogage(s), uitkoopsom(men) en bemiddelingskosten van de buitenlandse band(s) minus de totale entree-inkomsten.
Jaarlijks worden de door de Kernpodia gerealiseerde bezoekersaantallen bij de subsidiabele concerten geplaatst op de website van het Fonds.
Van belang is dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor een aanvraag om te worden aangemerkt als Kernpodium en de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 10 lid 4 en artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald.
Dit artikel voorziet tevens in andere termijnen voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 1 van het Algemeen reglement bepaald is. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement bepaald is.
Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen, kan het bestuur van het Fonds besluiten geen subsidie te verstrekken of besluiten de aanvraag tot subsidievaststelling gedeeltelijk te weigeren, zodat de subsidieaanvrager een lager bedrag ontvangt dan is aangevraagd.
Het Fonds werkt bij het verstrekken van subsidies aan D-Podia (en C-Festivals, zie artikel 12) samen met Intermediaire Organisaties. Intermediaire Organisaties kunnen subsidie bij het Fonds aanvragen om de programmering van Nederlandse popmuziek op D-Podia te ondersteunen of om zelf concerten op D-Podia te organiseren. De systematiek van de subsidieregeling voor D-Podia is matching. Dit houdt in dat de Intermediaire Organisatie haar financiële bijdrage aan de programmering van D-Podia op aanvraag kan verdubbelen (matchen) met een gelijke bijdrage van het Fonds. Dit kan gaan om het matchen van bijdrages van Intermediaire Organisaties aan ‘losse’ concerten op D-Podia, tot het matchen van het gehele budget van een subsidieregeling (mede) ter ondersteuning van D-Podia, die door een Intermediaire Organisatie zelf wordt uitgevoerd. Heeft de Intermediaire Organisatie geen budget (meer) voor financiële ondersteuning, dan komen gemeentelijke of provinciale gelden ter ondersteuning van de programmering van D-Podia in aanmerking voor matching met een bijdrage van het Fonds.
Is in een bepaalde provincie geen intermediaire organisatie door het Fonds aangewezen, dan kunnen D-Podia zelf voor concerten van Nederlandse bands een aanvraag tot subsidieverlening indienen bij het Fonds.
Van belang is dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor een aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 10 lid 4 en artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald. In afwijking van het Algemeen reglement neemt de beslistermijn pas een aanvang nadat de aanvraag in behandeling wordt genomen. Dat wil zeggen vanaf het moment dat de aanvraag compleet met inachtneming van alle indieningsvereisten van deze regeling is ingediend. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement bepaald is. Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen kan dit leiden tot vaststelling van een lager subsidiebedrag, of van vaststelling van het subsidiebedrag op nihil.
Niet in aanmerking voor subsidie vanuit deze regeling komen A-Festivals. Dit betreft festivals met een totale begroting boven de € 250.000,–.
Onder een festivals met een ideologische doelstelling wordt bijvoorbeeld een ‘Bevrijdingsfestival’ verstaan.
Van belang is dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor een aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 10 lid 4 en artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald. In afwijking van het Algemeen reglement neemt de beslistermijn pas een aanvang nadat de aanvraag in behandeling wordt genomen. Dat wil zeggen vanaf het moment dat de aanvraag compleet met inachtneming van alle indieningsvereisten van deze regeling is ingediend. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement bepaald is. Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen kan dit leiden tot vaststelling van een lager subsidiebedrag, of van vaststelling van het subsidiebedrag op nihil.
Overeenkomstig de subsidiëringsystematiek voor D-Podia (zie artikel 10) geldt ook voor C-Festivals, dat subsidiëring in beginsel via de Intermediaire Organisatie plaatsvindt op basis van het matchings-principe. Is een dergelijke organisatie er niet, dan kunnen organisatoren van C-Festivals zelfstandig een aanvraag indienen. Voor het overige gelden dezelfde uitgangspunten als reeds vermeld bij de toelichting behorend bij artikel 10.
Van belang is dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor een aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 10 lid 4 en artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald. In afwijking van het Algemeen reglement neemt de beslistermijn pas een aanvang nadat de aanvraag in behandeling wordt genomen. Dat wil zeggen vanaf het moment dat de aanvraag compleet met inachtneming van alle indieningsvereisten van deze regeling is ingediend. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement bepaald is. Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen kan dit leiden tot vaststelling van een lager subsidiebedrag, of van vaststelling van het subsidiebedrag op nihil.
Doelstelling van dit onderdeel van het Nederlands Popmuziek Plan is het stimuleren van concerten gericht op het bereiken van cultureel diverse publieksgroepen en de participatie van deze publieksgroepen in podia die aantoonbaar regelmatig popmuziek programmeren. Onder regelmatig wordt in dit verband het organiseren van minimaal 10 popconcerten op jaarbasis verstaan.
De muziek op de concerten kan erg divers zijn, van traditionele wereldmuziek tot een cross-over van verschillende stijlen van wereld- en popmuziek. Bij voorkeur Nederlandse, maar ook buitenlandse bands, solo-artiesten en dj’s komen voor subsidie in aanmerking.
Van belang is dat dit artikel voorziet in een andere beslistermijn voor een aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling dan in artikel 10 lid 4 en artikel 18 lid 11 van het Algemeen reglement is bepaald. In afwijking van het Algemeen reglement neemt de beslistermijn pas een aanvang nadat de aanvraag in behandeling wordt genomen. Dat wil zeggen vanaf het moment dat de aanvraag compleet met inachtneming van alle indieningsvereisten van deze regeling is ingediend. Ook dienen er andere gegevens te worden overlegd bij de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 2 van het Algemeen reglement bepaald is. Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet tijdig, en inclusief de in dit artikel genoemde bijlagen door het Fonds is ontvangen kan dit leiden tot vaststelling van een lager subsidiebedrag, of van vaststelling van het subsidiebedrag op nihil.
Bij wijzigingen als vermeld onder lid 2 sub c kan de oorspronkelijke subsidieverlening in stand blijven als het project – weliswaar later – maar nog steeds in hetzelfde kalanderjaar plaatsvindt.
In tegenstelling tot de overige aanvragers is het voor Kernpodia niet mogelijk een voorschotverzoek in te dienen. Kernpodia dienen maandelijks subsidiedeclaraties in bij het Fonds. Na controle van deze declaraties door het Fonds vindt uitbetaling plaats.
Dit artikel voorziet in andere termijnen voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling dan in artikel 18 lid 1 van het Algemeen reglement en artikel 9, 10, 11, 12 en 13 bepaald is.
Op grond van dit artikel worden bestaande subsidierelaties met ingang van 1 januari 2009 afgehandeld op basis van de nieuwe deelregeling. Indien de toepassing van de nieuwe regeling – ten opzichte van de oude regeling – leidt tot een ongunstiger of onredelijke uitkomst, zal het bestuur van het Fonds daarmee met het oog op de rechtszekerheid rekening houden in de besluitvorming.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-451.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.