Deelregeling Kleinschalige podia van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009–2010

22 december 2008

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+,

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifieke cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Fonds:

Het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+. Het Fonds is een stichting als bedoeld in artikel 9 van de Wet op het Specifiek Cultuurbeleid.

b. Bestuur van het Fonds:

de Raad van Bestuur van het Fonds, als bedoeld in artikel 5 van de statuten van het Fonds.

c. podium:
  • een faciliteit bestemd voor de presentatie van podiumkunsten, of

  • een organisatie/vereniging zonder winstoogmerk, niet zijnde een podiumkunstaanbieder of impresario, die met regelmaat openbaar toegankelijke voorstellingen op het gebied van podiumkunsten programmeert of doet programmeren.

d. een muziekpodium:

een podium dat op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 subsidie heeft ontvangen voor het realiseren van kleinschalig en risicovol aanbod in de muziek.

Artikel 2. Doel

Het bestuur van het Fonds kan voor de periode 2009–2010 op aanvraag van een muziekpodium een projectsubsidie verlenen voor de duur van 2 jaar voor het voorzetten van de reguliere programmering van kleinschalig muziekaanbod en risicovolle programmering.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. Aanvragen voor subsidie worden alleen in behandeling genomen, indien zij worden ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd en volledig ingevuld aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is verzonden aan de aanvragers.

  • 2. Aanvragen dienden voor 10 oktober 2008 te worden ingediend.

  • 3. Aanvragen die na deze indieningstermijn bij het fonds binnenkomen, worden afgewezen.

  • 4. Het Fonds kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.

  • 5. De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het bestuur van het Fonds redelijkerwijs tot een besluit kan komen.

Artikel 4. Aanvrager

Een aanvraag kan slechts worden gedaan door muziekpodia die in de periode 2008 subsidie ontvingen op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008.

Artikel 5. Subsidievereisten

  • 1. Een podium voor kamermuziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste vier concerten per jaar te organiseren.

  • 2. Een podium voor jazz en geïmproviseerde muziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste zes concerten per jaar te organiseren.

  • 3. Een podium voor hedendaagse muziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste zes concerten per jaar te organiseren.

  • 4. Het podium, dat subsidie ontving op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008, dient in de jaren 2009–2010 een in omvang met 2008 vergelijkbaar minimum aantal concerten/voorstellingen te programmeren.

Artikel 6. Beslissing op de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Het bestuur van het Fonds beslist uiterlijk binnen 13 weken, gerekend vanaf de uiterste indieningsdatum, op de aanvragen.

  • 2. Het bestuur van het Fonds besluit tot subsidieverlening voor twee jaren, indien de aanvrager heeft aangetoond dat;

    • is voldaan aan hetgeen is bepaald in artikel 3, 4 en 5;

    • uit de verwachtte programmering voor 2009 de kwaliteit en kwantiteit van de voorstellingen/concerten voldoende blijkt.

  • 3. Het bestuur van het Fonds kan de aanvraag (gedeeltelijk) weigeren.

  • 4. Het subsidiebedrag voor de jaren 2009–2010 is gelijk aan het subsidiebedrag dat het desbetreffende muziekpodium van het Fonds ontving in 2008.

  • 5. Het vorige lid geldt niet voor muziekpodia in Noord-Holland. Muziekpodia in Noord-Holland, met uitzondering van de podia in Amsterdam, die subsidie ontvingen op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008, ontvangen in de jaren 2009–2010 de helft van deze subsidie.

Artikel 7. Subsidieverplichtingen

  • 1. Vóór 1 maart 2010 dient het podium een verslag in over 2009 en de programmering voor 2010. Het verslag bevat een overzicht van de gerealiseerde voorstellingen/concerten volgens een door het Fonds opgesteld model. Dit model is te verkrijgen via het Fonds of te raadplegen op www.nfpk.nl. Het verslag is goedgekeurd door een daartoe bevoegde functionaris. Indien voldaan is aan de vereisten keurt het bestuur van het Fonds het verslag goed.

  • 2. De voorstellingen/concerten zijn openbaar toegankelijk en er wordt entree geheven;

  • 3. Het muziekpodium is verplicht mee te werken aan onderzoeken ten behoeve van een gegevensverzameling over de branche, indien het fonds daarom verzoekt.

  • 4. Het muziekpodium is verplicht het logo of de naam van het Fonds te plaatsen op alle publiciteitsuitingen die op de gesubsidieerde voorstellingen/concerten betrekking hebben. Het logo van het Fonds is te verkrijgen via de website: www.nfpk.nl

Artikel 8. Voorschotten

  • 1. De muziekpodia die een besluit tot subsidieverlening hebben ontvangen voor 2009–2010, waarvan de verantwoording over 2008 is ingediend en de subsidie voor 2008 door het Fonds is vastgesteld, ontvangen een voorschot van 90% van de verleende subsidie voor 2009.

  • 2. De muziekpodia die in 2009 hebben voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen ontvangen – na goedkeuring van het jaarverslag als bedoeld in artikel 7 lid 1 – de resterende 10% van de verleende subsidie voor 2009.

  • 3. De muziekpodia die gedurende de looptijd van de regeling hebben voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen ontvangen – na goedkeuring van het jaarverslag als bedoeld in artikel 7 lid 1 – een voorschot van 90% van de verleende subsidie voor 2010.

Artikel 9. Vaststelling van de subsidie

  • 1. Vóór 1 maart 2011 dient het podium een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. De aanvraag bevat een overzicht van de gerealiseerde voorstellingen/concerten volgens een door het Fonds opgesteld model. Dit model is te verkrijgen via het Fonds of te raadplegen op www.nfpk.nl.

  • 2. Uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag stelt het bestuur van het Fonds de subsidie vast.

  • 3. Het bestuur van het Fonds kan de subsidie proportioneel lager vaststellen, indien de door het muziekpodium gerealiseerde voorstellingen/concerten kwalitatief of kwantitatief onvoldoende zijn.

  • 4. Binnen drie weken na het besluit tot subsidievaststelling wordt de subsidie onder verrekening van eventueel reeds betaalde voorschotten per bank/giro uitbetaald.

Artikel 10. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, is van toepassing op activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en werkt terug tot en met 1 oktober 2008.

  • 2. Op bestaande subsidierelaties die tot stand zijn gekomen op basis van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 is, na intrekking van die regeling, deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kleinschalige Podia van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ 2009–2010.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+.

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 wordt voor muziekpodia in grotendeels ongewijzigde vorm door het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ voortgezet.

De Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 is voortgevloeid uit een samenwerking tussen het Fonds Podiumprogrammering en marketing, haar rechtsopvolger het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ en de provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Flevoland. De Regeling richtte zich op theater- en muziekpodia. De theaterpodia werden door de provincies gesubsidieerd en de muziekpodia werden door het Fonds gesubsidieerd. In de periode 2009–2010 is de samenwerking tussen het Fonds en de provincies echter vervallen. Het Fonds zet via deze Deelregeling de subsidiering aan muziekpodia voort.

Podia die een subsidie ontvingen op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2006-2008 hebben bericht ontvangen over de mogelijkheid subsidie aan te vragen op grond van de Regeling Kleinschalige Podia 2009–2010. In die brief zijn de muziekpodia tevens gewezen op de wijze van indienen van een subsidieaanvraag.

In de periode 2009–2010 worden bestaande subsidieverhoudingen gerespecteerd en zullen de jaarlijkse verleende subsidies minimaal gelijk zijn aan die van 2008.

Voor Noord-Hollandse muziekpodia geldt dat de subsidie gelijk zal zijn aan minimaal 50% van de subsidie in 2008. De reden hiervoor is dat de provincie Noord-Holland (als enige provincie) óók muziek subsidieerde. Provincie en het Fonds droegen 50/50 bij aan de Noord-Hollandse Muziekpodia. Het aandeel van de provincie aan de Regeling komt te vervallen, het aandeel van het Fonds blijft gehandhaafd. De provincie Noord-Holland maakt in het najaar van 2008 bekend hoe het provinciale budget vanaf 2009 zal worden ingezet.

Artikelsgewijs

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Artikel 1 sub d geeft een omschrijving van het begrip muziekpodium. Een muziekpodium is een podium dat gericht is op het aanbieden van kleinschalige muziekvoorstellingen/concerten met een risicovolle programmering.

Een aantal podia in Nederland beschikt over meerdere zalen met uiteenlopende bezoekerscapaciteit. Dit geldt met name voor schouwburgen, middelgrote theaters en concertgebouwen waarin meerdere zalen beschikbaar zijn voor uiteenlopende presentaties. Indien het muziekpodium de beschikking heeft over een kleine zaal met een beperkt aantal (zit)plaatsen kan het kleinschalige concerten/voorstellingen aanbieden. De invulling van het begrip ‘kleinschalig aanbod’ is mede gebaseerd op: T. IJdens en R. Oosterhuis, Speelruimte voor kleinschalige podiumkunsten van het Erasmus Centrum voor Kunst- en Cultuurwetenschappen.

Risicovolle programmering verwijst zowel naar het financiële risico als naar het inhoudelijke risico dat men loopt. Zo hebben bijvoorbeeld de programmatische keuzen invloed op de klanttevredenheid, het publieksbereik en de ontvangst in de media.

Artikel 2 – Doel

De regeling is een (beperkte) voortzetting van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008. Muziekpodia die in 2006–2008 subsidie ontvingen, kunnen op grond van de nieuwe regeling subsidie aanvragen voor de periode 2009–2010. Op deze wijze wordt de continuïteit van de reguliere programmering op kleine podia gewaarborgd in de periode 2009–2010.

Reguliere programmering heeft betrekking op programma’s die een podium al gedurende een aantal jaren in vergelijkbare omvang en karakteristiek aan het publiek presenteert. Dat betekent dat reguliere programmering kan verschillen van podium tot podium en van plaats tot plaats.

Artikel 3 – Aanvraag

In de begroting bij de subsidieaanvraag dienen muziekpodia uit te gaan van het budget dat in het voorgaande begrotingsjaar 2008 voor de totale programmering werd ingezet.

De rechtszekerheid van de muziekpodia is gewaarborgd, doordat het Fonds de subsidieaanvragers ruim vóór de uiterlijke indieningstermijn van 10 oktober op de hoogte heeft gesteld van de mogelijkheid een subsidieaanvraag voor de periode 2009–2010 in te dienen.

Artikel 7 – Subsidieverplichtingen

Artikel 15 van het Algemeen reglement inzake de jaarlijkse verantwoordingsverplichting voor rechtspersonen is niet van toepassing.

Alleen concerten/voorstellingen waarvoor entree wordt geheven, komen voor de Regeling in aanmerking.

Gratis toegankelijke concerten en voorstellingen vallen derhalve buiten het bereik van deze regeling.

Artikel 9 – Vaststelling van de subsidie

De subsidie wordt overeenkomstig de subsidieverlening vastgesteld, indien het muziekpodium de vereiste programmering heeft gerealiseerd (kwalitatief en kwantitatief). Bij onderprestatie wordt de subsidie proportioneel lager vastgesteld.

Bijvoorbeeld: Een jazzpodium moet minstens 6 optredens realiseren. Stel aan het podium is € 1.200 subsidie verleend. Wanneer het podium 8 optredens heeft gerealiseerd, waarvan er 3 kwalitatief onder de maat zijn, dan ontvangt het podium (8–3) : 6 × 1.200 = € 6.00,–.

Artikel 18 van het Algemeen reglement inzake de subsidievaststelling van rechtspersonen is niet van toepassing.

Artikel 10 – Inwerkingtreding en overgangsrecht

Op grond van dit artikel worden bestaande subsidierelaties met ingang van 1 januari 2009 afgehandeld op basis van de nieuwe deelregeling. Indien de toepassing van de nieuwe regeling – ten opzichte van de oude regeling – leidt tot een ongunstiger of onredelijke uitkomst, zal het bestuur van het Fonds daarmee met het oog op de rechtszekerheid rekening houden in de besluitvorming.

Naar boven