Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 maart 2009, nr. R&P/RA/2009/2917, tot vaststelling van de vergoedingen van de voorzitter en de leden van het Comité van experts subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie C

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de voorzitter en aan de leden van het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie C wordt, voor zover zij daarvan niet zijn uitgesloten, een vaste vergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat met toepassing van het tweede en derde lid als bedoeld in artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies wordt bepaald.

  • 2. Voor de vaststelling van de vergoeding is een arbeidsduurfactor van 0,49 van toepassing.

  • 3. De toepasselijke salarisschaal is schaal 15 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 maart 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

TOELICHTING

Met dit besluit worden de vergoedingen van de voorzitter en de leden van het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie C vastgesteld. Gelet op de omvang en zwaarte van de te verrichten werkzaamheden, de vereiste specifieke deskundigheid en het kortdurende aanzienlijke tijdsbeslag, zomede het belang van tijdige realisatie van de werkzaamheden, is besloten aan de voorzitter en de leden van het Comité een vaste beloning toe te kennen gebaseerd op BBRA-salarisschaal 15.

In artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies wordt geregeld hoe een vaste vergoeding per maand wordt bepaald uitgaande van een vast te stellen arbeidsduurfactor en een toe te passen salarisschaal. Omdat in dit geval sprake is van een korte tijd waarin de werkzaamheden door de commissie worden uitgevoerd is er van uitgegaan, dat de vaste vergoeding eenmalig wordt verstrekt. Daarom is de arbeidsduurfactor op 0,49 vastgesteld. Omdat de werkzaamheden zich zullen uitstrekken over een langere duur dan één maand, zal het gemiddelde tijdsbeslag lager zijn dan deze factor aangeeft. Er is uitgegaan van een tijdsbeslag van 76 uur voor de werkzaamheden. De werkzaamheden omvatten eveneens inhoudelijke bijdrage van de leden aan eventueel ingesteld bezwaar en/of (hoger) beroep.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven