Besluit van 21 januari 2009, no. 09.000107 tot goedkeuring van het besluit van de stadsdeelraad Amsterdam-Noord van 23 april 2008, tot onteigening krachtens artikel 77 van Titel IV van de onteigeningswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 december 2008, no. BJZ2008117074, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken.

Gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord van 24 april 2008, kenmerk 2008004669.

Gelet op Titel IV van de onteigeningswet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

De Raad van State gehoord (advies van 7 januari 2009, no. W08.080542/IV).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 januari 2009, no. BJZ 2009003406, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken.

Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de stadsdeelraad van Amsterdam-Noord van 23 april 2008, tot onteigening krachtens artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1°, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie AM, nos. 191, 556, 781, 297, 295, 369, 289 (294 A1 tot en met 294 A29), 370, 371, en 290, grondplannummers 1 tot en met 10.

Overwegingen

Het raadsbesluit tot onteigening

Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen percelen zijn begrepen in het door de stadsdeelraad van Amsterdam-Noord op 14 februari 2007 vastgestelde, en door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 2 oktober 2007 goedgekeurde bestemmingsplan ‘Banne-Centrumgebied’ (verder te noemen: het bestemmingsplan). Het bestemmingsplan is op 28 november 2007 onherroepelijk geworden.

Noodzaak en urgentie

De in de onteigening begrepen gronden zijn bestemd voor ‘Verkeer en Verblijfsruimte (V)’, ‘Wonen 2 (W2)’, ‘Gemengde Doeleinden – Wonen en Detailhandel (G1)’, en ‘Gemengde Doeleinden – Wonen en Maatschappelijke Doeleinden (G2)’.

Op 5 november 2003 heeft het stadsdeelraad het Plan van Aanpak De Banne vastgesteld. De gemeenteraad heeft in het voorjaar van 2004 ingestemd met dit plan. Hierin is opgenomen dat in het gebied De Banne gefaseerd stedelijke vernieuwing zal worden uitgevoerd. De door het stadsdeel op 12 juli 2006 vastgestelde Stedenbouwkundig Plan voor De Banne voorziet in de bouw van woningen in de sociale sector (30%), dure huur en koopwoningen (70%), een nieuw winkelcentrum met bijbehorende parkeerplaatsen, bedrijfsruimten, een brede school, kinderopvang, een activiteitencentrum en een bibliotheek. De te onteigenen gronden zijn bestemd voor de bouw van de brede school, het nieuw te bouwen winkelcentrum met parkeergelegenheid, de bibliotheek, het activiteitencentrum en woningen. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan zullen een aantal opstallen en het huidige winkelcentrum worden gesloopt en worden vervangen door nieuwbouw. De gemeente beschikt al over de eigendom van enkele percelen, maar betrekt deze percelen in de onteigening om er zeker van te zijn dat die percelen vrij zijn van eventuele verborgen zakelijke en persoonlijke rechten van derden.

Uit de overgelegde stukken is gebleken dat de voor de onteigening te verwerven percelen bezwaarlijk kunnen worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan. Met de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan wordt onteigend, wordt in het vierde kwartaal van 2009 een begin gemaakt. In de wijze van planuitvoering wordt onder meer inzicht verschaft in het bestemmingsplan met bijbehorende toelichting.

Bedenkingen

Het raadsbesluit tot onteigening heeft op grond van artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet, met ingang van 7 mei 2008 voor een ieder gedurende zes weken ter inzage gelegen bij het Stadsdeel Amsterdam-Noord. De algemene kennisgeving van het deelraadsbesluit is gedaan in Het Parool van 6 mei 2008. Per brief van 24 april 2008 heeft de gemeente een afzonderlijke kennisgeving, als bedoeld in artikel 3:13 Awb, aan belanghebbenden gedaan. Binnen de gestelde termijn zijn, tegen het deelraadsbesluit, bij Ons schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door:

  • 1. Mr. G.H. Schoorl bij brief van 17 juni 2008 namens de PC Hooft Groep B.V. te Amsterdam, erfpachtster en exploitante van de percelen, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie AM, no. 297 en 295, grondplannummers 4 en 5. De PC Hooft Groep B.V., (hierna: reclamante onder 1) is eigenares van het uitvaartcentrum De Banne dat is gevestigd op het perceel no. 297, met grondplannummer 4.

  • 2. Mr. R.M. Dessaur bij brief van 5 juni 2008 namens Van de Raa Beheer B.V. te Badhoevedorp, eigenares van de appartementsrechten 294 A12 en 294 A13, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie AM, no. 289, grondplannummer 7. Van de Raa Beheer B.V., (hierna: reclamante onder 2) is eigenares van de slagerij die is gevestigd op het perceel no. 289, met grondplannummer 7.

De reclamanten zijn op grond van artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid gesteld zich te doen horen.

Reclamanten hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Overwegingen naar aanleiding van de bedenkingen

Reclamante onder 1) verwijst allereerst naar haar op 21 december 2007 bij de stadsdeelraad naar voren gebrachte zienswijzen.

Reclamante voert in de eerste plaats aan dat zij geen verklaring heeft voor het enerzijds nodeloos talmen van het stadsdeel met de realisering van het crematorium en het daaraan verbonden uitvaartcentrum, omdat het stadsdeel anderzijds streeft naar de eigendomsoverdracht van het perceel aan het eind van het derde kwartaal van 2009.

Reclamante onder 1) voert in de tweede plaats aan dat het stadsdeel in september 2007 een vervangende locatie voor het uitvaartcentrum heeft aangeboden, maar dat het stadsdeel tot nu toe niet is overgegaan tot het schriftelijk en onherroepelijk aanbieden van de vervangende locatie. Reclamante voert voorts aan dat het stadsdeel enkele aspecten van de door haar ingediende claim voor de schadeloosstelling als onbespreekbaar heeft aangemerkt. Volgens reclamante ontbreekt de noodzaak tot onteigening, omdat het stadsdeel voor de terinzagelegging van de stukken en hangende de onteigeningsprocedure, geen redelijke pogingen heeft ondernomen om hetgeen onteigend moet worden minnelijk te verwerven. Volgens reclamante had het stadsdeel ten tijde van de terinzagelegging van de stukken nog geen concreet en helder bod uitgebracht. Reclamante is van mening dat het hangende de procedure onvoldoende vaststaat dat minnelijke verwerving van de onroerende zaak niet tot de mogelijkheden behoort.

Ten aanzien van de bedenking van reclamante die ziet op de urgentie van de onteigening, verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor onder ‘noodzaak en urgentie’ hebben overwogen. Aan het urgentievereiste is in het algemeen voldaan indien de gemeente binnen vijf jaar na de datum van het koninklijk besluit een begin maakt met de uitvoering van het werk waarvoor onteigend is. Uit de Ons overgelegde stukken is gebleken dat de gemeente in het vierde kwartaal van 2009 een begin wil maken met de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor wordt onteigend. Nu de gemeente heeft aangegeven dat met het werk waarvoor wordt onteigend in het vierde kwartaal van 2009 een begin wordt gemaakt, oordelen Wij dat de gemeente daarmee binnen de gemeenlijk op vijf jaren te stellen urgentietermijn blijft en dat de voorgenomen onteigening, wat dit aspect betreft, in beginsel gerechtvaardigd is.

Gelet op het bovenstaande kan deze bedenking er niet toe leiden, dat aan het deelraadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden.

Met betrekking tot de bedenkingen van reclamante onder 1) die zich richten op de minnelijke verwerving van de in de onteigening begrepen percelen overwegen Wij in het algemeen het volgende. Artikel 17 van de onteigeningswet bepaalt dat de onteigenende partij hetgeen moet worden onteigend bij minnelijke overeenkomst in eigendom tracht te verkrijgen. Alhoewel deze bepaling betrekking heeft op de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure is het verloop van het minnelijk overleg in de daaraan voorafgaande administratieve fase van de onteigeningsprocedure één van de criteria waaraan door Ons wordt getoetst om te beoordelen of de voorgenomen onteigening noodzakelijk is. Omdat onteigening een uiterste middel is om de eigendom te doen overgaan, zijn Wij van oordeel dat pas van dit middel gebruik mag worden gemaakt, als voor het begin van de onteigeningsprocedure door minnelijk overleg niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Aan dit vereiste is naar Ons oordeel in het kader van onteigeningen krachtens Titel IV van de onteigeningswet, in beginsel voldaan indien voor de terinzagelegging van het ontwerp-onteigeningsbesluit en de toezending daarvan aan belanghebbenden is begonnen met onderhandelingen over de minnelijke verwerving en deze onderhandelingen door de gemeente zijn voortgezet. Daarbij zijn Wij van oordeel dat het wenselijk, maar niet strikt noodzakelijk is dat voor het nemen van het raadsbesluit tot onteigening een formeel bod is uitgebracht. Wanneer het op het moment van het nemen van het raadsbesluit echter voldoende aannemelijk is dat het minnelijk overleg desondanks voorlopig niet tot de verwerving door de gemeente van de (vrije) eigendom van de te onteigenen zaak zal leiden, kan een gemeente tot onteigening besluiten om daarmee een tijdige uitvoering van het bestemmingsplan te bevorderen.

Met betrekking tot deze bedenkingen overwegen Wij in het bijzonder als volgt. Uit de Ons overgelegde stukken is gebleken dat de gemeente al sinds 2003 met reclamante onderhandelt over de door het stadsdeel in eigendom te verkrijgen percelen en het verplaatsen van het uitvaartcentrum naar een andere locatie in Amsterdam-Noord. Voorts is uit de stukken gebleken dat het stadsdeel op 6 september 2007 met reclamante had afgesproken dat zij alleen op de appartementsrechten een bod zou uitbrengen, omdat de bedrijfsschade van het te vervangen uitvaartcentrum nog niet bekend was.

Op 27 september 2007 heeft het stadsdeel een bod van € 675.000,00 uitgebracht op het onroerend goed. Op 17 oktober 2007 heeft het stadsdeel een totaal bod van € 840.000,– uitgebracht op het onroerend goed, inclusief de bedrijfsschade. Reclamante onder 1) vond het door het stadsdeel gedane bod niet reëel en heeft op 4 januari 2008 een tegenbod van € 3.320.125,– uitgebracht. Bij bedrijfsstaking zal de schade volgens reclamante € 4.572.106,– bedragen. Het stadsdeel heeft dit bod op 17 april 2008 schriftelijk afgewezen, omdat de hoogte en de samenstelling van het door reclamante gedane tegenbod volgens haar op bepaalde delen exorbitant overkomen. Uit de stukken blijkt voorts dat het stadsdeel reclamante op grond hiervan heeft voorgesteld om een onteigeningsdeskundige te benoemen ter vaststelling van de schade en om de onteigeningsprocedure te versnellen. Reclamante heeft dit voorstel met haar brief van 20 februari 2008 van de hand gewezen. Voorts is uit de stukken gebleken dat het stadsdeel geen definitieve toezegging inzake de huur van het uitvaartcentrum op de andere locatie heeft gedaan, omdat het overleg hierover nog niets concreets had opgeleverd.

Dat de door het stadsdeel uitgebrachte biedingen voor reclamante om haar moverende redenen niet acceptabel waren, doet naar Ons oordeel niet af aan de pogingen van de gemeente tot serieuze minnelijke verwerving. Nu de gemeente voor de terinzagelegging van het ontwerp deelraadsbesluit met de onderhandelingen een aanvang heeft gemaakt en het ten tijde van het nemen van het raadsbesluit voldoende aannemelijk was dat minnelijke verwerving vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort, heeft de deelraad, teneinde op een redelijk tijdstip tot de uitvoering van het bestemmingsplan te kunnen overgaan, in redelijkheid tot onteigening van de desbetreffende percelen kunnen besluiten. Bij het uitblijven van minnelijke overeenstemming zal de schadeloosstelling op grond van artikel 40 van de onteigeningswet plaatsvinden op basis van een volledige vergoeding van alle schade die de eigenares rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van haar zaak lijdt. De hoogte en de wijze van berekening van deze schadeloosstelling staan in het kader van de administratieve procedure niet ter beoordeling, aangezien de bepaling daarvan is voorbehouden aan de onteigeningsrechter in het kader van de gerechtelijke procedure.

Gelet op het bovenstaande kunnen deze bedenkingen er niet toe leiden, dat aan het deelraadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden.

De reclamante onder 2) verwijst naar haar bij de stadsdeelraad op 11 december 2007 naar voren gebrachte zienswijzen.

Reclamante voert in de eerste plaats aan dat er onvoldoende onderhandelingen overeenkomstig artikel 17 van de onteigeningswet hebben plaatsgevonden. De gevoerde onderhandelingen bestonden uitsluitend uit een uitwisseling van standpunten over en weer zonder dat de gemeente pogingen heeft ondernomen om tot een aanvaardbare overeenstemming te komen. Het door de gemeente gedane schriftelijk eindbod van 12 januari 2007 is niet toegelicht of onderbouwd. Volgens de reclamante was het bod van de zijde van de gemeente niet voor enig overleg of aanpassing vatbaar. Volgens reclamante kan het aanbod van de gemeente onder deze omstandigheden dan ook niet als een serieus en redelijk bod worden beschouwd. Reclamante betwist het feit dat haar adviseur tijdens het gesprek van 25 september 2007 zou hebben gezegd dat ze er wel uit zouden komen. Op 26 april 2007 en op 25 september 2007 is er met de gemeente geheel vrijblijvend over bepaalde zaken gesproken.

Reclamante voert in de tweede plaats aan dat de gemeente de noodzaak tot onteigening niet voldoende heeft aangetoond.

Tijdens het horen op 29 juli 2008 voert reclamante aan dat de gemeente geen louter financieel aanbod tot schadeloosstelling heeft gedaan. Het door de gemeente gedane bod is exclusief gekoppeld aan de hervestiging van de slagerij op een nieuwe locatie. Reclamante onder 2) voert ten slotte aan dat de gemeente een door haar gemaakte schadeloosstellingberekening, zonder een nadere onderbouwing, ter zijde heeft geschoven.

Ten aanzien van de bedenkingen van reclamante onder 2) die zich richten op de minnelijke verwerving van de in de onteigening begrepen percelen, verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor bij reclamante onder 1) met betrekking tot het minnelijk overleg in het algemeen hebben overwogen.

Ten aanzien van deze bedenkingen overwegen Wij in het bijzonder als volgt. Uit de beschikbare stukken is gebleken dat de gemeente sinds 2003 met reclamante onder 2) onderhandelt. Op verzoek van reclamante heeft het stadsdeel gescheiden biedingen uitgebracht. Bij brief van 12 januari 2007 heeft het stadsdeel een bod ter waarde van € 217.000,– op de appartementsrechten uitgebracht. Uit de stukken is tevens gebleken dat het stadsdeel reclamante heeft verzocht om voor de bedrijfsverplaatsing offertes te laten maken. Tijdens het gesprek van 25 september 2007 heeft reclamante de offertes ingediend. Het stadsdeel heeft vervolgens een mondeling bod van € 250.000,– voor de appartementsrechten en € 200.000 voor de bedrijfsschade uitgebracht.

Op 19 december 2007 heeft het stadsdeel het bod van 25 september 2007 herhaald. Het stadsdeel heeft in dezelfde brief vervangende bedrijfsruimte in het nieuw te bouwen winkelcentrum aangeboden. Op 2 juni 2008 en op 30 juni 2008 hebben er mondelinge overleggen plaatsgevonden, waarin de biedingen zijn besproken. Reclamante onder 2) heeft de door de gemeente gedane biedingen niet geaccepteerd, omdat zij deze niet serieus vindt.

Dat deze biedingen voor reclamante om haar moverende redenen niet acceptabel waren, doet naar Ons oordeel niet af aan de pogingen van de gemeente tot serieuze minnelijke verwerving. Nu de gemeente voor de terinzagelegging van het ontwerp deelraadsbesluit met de onderhandelingen een aanvang heeft gemaakt en het ten tijde van het nemen van het deelraadsbesluit voldoende aannemelijk was dat minnelijke verwerving vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort, heeft de stadsdeelraad, teneinde op een redelijk tijdstip tot de uitvoering van het bestemmingsplan te kunnen overgaan, in redelijkheid tot onteigening van de desbetreffende appartementsrechten kunnen besluiten. Bij het uitblijven van minnelijke overeenstemming zal de schadeloosstelling op grond van artikel 40 van de onteigeningswet plaatsvinden op basis van een volledige vergoeding van alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn zaak lijdt. De hoogte en de wijze van berekening van deze schadeloosstelling staan in het kader van de administratieve procedure niet ter beoordeling, aangezien de vaststelling daarvan is voorbehouden aan de onteigeningsrechter in het kader van de gerechtelijke procedure.

Gelet op het bovenstaande kunnen deze bedenkingen er niet toe leiden, dat aan het deelraadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden.

Ten aanzien van de bedenking van reclamante onder 2) die ziet op de noodzaak van de onteigening, verwijzen Wij naar hetgeen Wij bij het minnelijk overleg in het algemeen en onder ‘noodzaak en urgentie’ hebben overwogen.

Bovenstaande bedenking van reclamante kan er niet toe leiden, dat aan het deelraadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden.

Overige overwegingen

Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Amsterdam worden geacht, dat de gemeente de eigendom van de in het besluit van de stadsdeelraad Amsterdam-Noord betrokken percelen verkrijgt. Er bestaan ook voor het overige geen gronden om aan het raadsbesluit de goedkeuring te onthouden.

Beslissing

Wij hebben goedgevonden en verstaan:

het besluit van de stadsdeelraad Amsterdam-Noord van 23 april 2008, no. 684-A, goed te keuren.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met het raadsbesluit in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Den Haag, 21 januari 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Besluit deelraad

De deelraad van Amsterdam-Noord,

Gezien de voordracht m.b.t. onteigening Banne-Centrumgebied,

Gelet op het bepaalde in de onteigeningswet en de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

  • 1. Adressanten in hun zienswijzen te ontvangen en deze ongegrond te verklaren;

  • 2. Ter onteigening ten name van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Amsterdam-Noord ingevolge artikel 77, lid 1, onder 1e van de Onteigeningswet aan te wijzen de eigendommen, begrepen in het bestemmingsplan Banne-Centrumgebied, op de bij dit besluit behorende grondplankaart met zwarte lijnarcering aangeduid en vermeld in de bij dit besluit behorende lijst (onteigeningsplan Banne-Centrumgebied);

  • 3. Alle noodzakelijke stappen te doen, zowel in eerste aanleg als daarna en zowel als eisende als verwerende partij, om langs gerechtelijke weg de onteigening te verkrijgen van de onder 2 bedoelde eigendommen, nadat en voor zover de benodigde Koninklijke goedkeuring als bedoeld in artikel 80, lid 3 van de Onteigeningswet is verkregen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de deelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord d.d. 23 april 2008.

Deelraad stadsdeel Amsterdam-Noord,

De griffier.

De voorzitter.

Onteigening ten behoeve van de gedeeltelijke uitvoering van het bestemmingsplan Banne Centrumgebied ex artikel 77, eerste lid onder 1e Onteigeningswet
    

Van het perceel, bij het kadaster bekend

Grondplannummer

Te onteigenen grootte

Als

Ter grootte van

Sectie

Nummer

Ten name van

ha.

a.

ca.

 

ha.

a.

ca.

   
    

De Gemeente Amsterdam

1

 

15

88

Bedrijvigheid (kantoor)

 

15

88

AM

191

1/1 De Gemeente Amsterdam

           

2

 

11

58

wonen

 

11

58

AM

556

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

           

3

 

3

3

erf - tuin

 

3

3

AM

781

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

           

4

 

1

10

parkeren

 

1

10

AM

297

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Coöperatie:Protestantse Coöperatieve Begrafenisvereniging P C B UA te Amsterdam

           

5

 

7

37

bedrijvigheid (kantoor)

 

7

37

AM

295

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

         

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

P.C.Hooft groep B.V. te Amsterdam

           

6

  

5

terrein

  

5

AM

369

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Vereniging van eigenaars winkelcentrum ‘In de Banne’ te Amsterdam te Amsterdam

           

7

 

65

99

bijzondere objecten

 

65

99

AM

289

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht:

         

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van Erfpacht:

          

Vereniging van eigenaars winkelcentrum ‘ In de Banne’ te Amsterdam te Amsterdam

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A1

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Plus Vastgoed B.V. te De Bilt

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A2

1/1 Eigendom:

          

Bartelet, Wilhelmus Andreas te Landsmeer

          

g.m. Camp van de, Lamberdina Johanna te Landsmeer

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A3

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

A. Goedhart B.V. te Amsterdam

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A4

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Plus Vastgoed B.V. te De Bilt

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A5

1/1 Eigendom:

          

Kroon van der, Willebrordus Cornelis Maria te Landsmeer

          

g.m. Klijn, Woldine Henrica te Landsmeer

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A6

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Dela Vastgoed B.V. te Eindhoven

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A7

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Dela Vastgoed B.V. te Eindhoven

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A8

1/1 Eigendom:

          

Goedhart, Antoon te Ilpendam

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A9

1/1 Eigendom:

          

Boer, Johannes te Woerden

          

g.m. Oosterom van, Magda te Woerden

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A10

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Notex BV te ‘s-Gravenhage

           

7

   

bijzondere objecten

   

AM

294 A11

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Notex BV te ‘s-Gravenhage

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A12

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Van de Raa Beheer B.V. te Badhoevedorp

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A13

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Van de Raa Beheer B.V. te Badhoevedorp

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A14

1/1 Eigendom:

          

Dorland, Hans Eric te Almere

          

g.m. Beek van, Adriana Theodora te Almere

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A15

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Liu & Cheung Holding B.V. te Amsterdam

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A16

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Koninklijke TNT Post B.V. te ’s-Gravenhage

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A17

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Pfann Beheer B.V. te Zaanstad

           

7

   

wonen (appartement)

    

294 A18

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Beheer en Handelmaatschappij Blokker BV te Ouder-Amstel

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A19

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Drogisterij Blaauw B.V. te Amsterdam

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A20

1/1 Eigendom:

          

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

C.M.I. Mooijer Beheer B.V. te Volendam

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A21

½ Eigendom:

          

Baarsen van, Sebastiaan Petrus te Monnickendam

          

g.m. Knetemann, Mirjam Deborah te Monnickendam

          

Baarsen van, Rudolf Antoon Johan te Monnickendam

          

½ Eigendom:

          

g.m. Blaauw, Denise te Monnickendam

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A22

1/1 Eigendom:

          

Goedhart, Antoon te Ilpendam

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A23

1/1 Eigendom:

          

De Gemeente Amsterdam

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A24

1/1 Eigendom:

          

Blaauw, Johannes Pieter te Monnickendam

          

g.m. Jonk, Francisca Cornelia te Monnickendam

           

7

   

bedrijvigheid (detail handel)

   

AM

294 A25

1/1 Eigendom:

         

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

          

Keurslagerij Buhrs BV te Amsterdam

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A26

1/1 Eigendom:

          

Geerts, Harm te Assendelft

          

g.m. Kampen, Lilo te Assendelft

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A27

1/1 Eigendom:

          

Windhouwer, Johan te Den Ilp

          

g.m. Jong de, Irene te Den Ilp

           

7

   

bedrijvigheid (industrie)

   

AM

294 A28

1/1 Eigendom:

          

Visser, Albertus Jan te Woerdense Verlaat

          

g.m. Kleijne, Clara Maria te Woerdense Verlaat

           

7

   

wonen (appartement)

   

AM

294 A29

1/1 Eigendom:

          

Siteur, Nicolaas Antonius Franciscus te Zaandam

          

g.m. Wuis, Jentje te Zaandam

           

8

  

5

terrein

  

5

AM

370

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Vereniging van eigenaars winkelcentrum ‘ In de Banne’ te Amsterdam te Amsterdam

           

9

  

5

terrein

  

5

AM

371

1/1 Eigendom belast met recht van erfpacht

          

De Gemeente Amsterdam

          

1/1 Recht van erfpacht:

          

Vereniging van eigenaars winkelcentrum ‘ In de Banne’ te Amsterdam te Amsterdam

           

10

 

3

87

wonen

 

3

87

AM

290

1/1 Eigendom:

          

De Gemeente Amsterdam

Naar boven