Overdracht opsporingsvergunning E13b, toetreding Dyas B.V.

3 maart 2009

Nr. ET/EM/9044746

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

  • GDF Suez E&P Nederland B.V. (hierna genoemd GDF), Tullow Netherlands B.V. (hierna genoemd Tullow) en Wintershall Noordzee B.V. (hierna genoemd Wintershall) zijn de houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 17-07-2008 met kenmerk ET/EM/8075101 (Stcrt. 2008, nr. 139) verleende opsporingsvergunning voor blokdeel E13b van het continentaal plat.

  • GDF, Tullow en Wintershall hebben bij brief van 26 februari 2009 verzocht om toestemming op grond van artikel 20 en artikel 22 van de Mijnbouwwet voor overdracht van de opsporingsvergunning E13b aan GDF, Tullow, Wintershall en Dyas B.V. (hierna genoemd Dyas).

Overwegingen:

  • Voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning geldt, is geen andere vergunning aan derden verleend.

  • Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouders, GDF, Tullow, Wintershall en Dyas, noch de wijze waarop zij voornemens zijn de opsporingsactiviteiten te verrichten, noch hun efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporings- en winningsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren.

  • De aanvraag wordt als volgt begrepen dat er een overdracht plaats vindt zodanig dat de toekomstige vergunninghouder bestaat uit GDF, Tullow, Wintershall en Dyas.

Gelet op artikel 20 en artikel 22 van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning E13b, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 17-07-2008 met kenmerk ET/EM/8075101, Stcrt. 2008, nr. 139, wordt toestemming verleend tot het doen overgaan van de vergunning zodat GDF Suez E&P Nederland B.V., Tullow Netherlands B.V., Wintershall Noordzee B.V. en Dyas B.V. tezamen houder zullen worden van deze opsporingsvergunning.

Artikel 2

GDF Suez E&P Nederland B.V. is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

Y. Peters,

MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven