De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
en in overeenstemming met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gezien de noodzaak tot vrijstelling van
het verbod op het gebruik van het biocide Rodilon soft block op basis van de
werkzame stof difethialon ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen
(openveld- en afvalstorttoepassingen zijn uitgesloten) in het gebied Twente en
voor het ten behoeve van dit gebruik voorhanden hebben van dit
biocide;
Gelet op artikel 65, eerste, derde en
vierde lid en artikel 22, vierde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden;
Besluit:
Artikel 1
Vrijstelling wordt verleend van:
– het verbod, bedoeld 19, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden, tot het voorhanden of in voorraad hebben, en het gebruiken van het
biocide Rodilon soft block op basis van de werkzame stof difethialon ter
bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen (openveld- en
afvalstorttoepassingen zijn uitgesloten) in het gebied Twente.
Artikel 2
De vrijstelling wordt verleend onder de beperkingen en
voorschriften genoemd in Bijlage I bij dit besluit.
Artikel 3
De vrijstelling wordt verleend aan de in bijlage II genoemde
instanties en bedrijven.
Artikel 4
De vrijstelling wordt verleend voor de duur van 120 dagen.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling verbod Rodilon soft
block 2009/I.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Hoogachtend,
De Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.M. Cramer.
BIJLAGE I
Bijlage bij het besluit Vrijstelling verbod Rodilon soft block 2009/I
12 maart 2009, houdende vrijstelling als bedoeld in artikel 65, eerste lid, van
de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van de verboden van artikel 19 van
de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ten aanzien van het
bestrijdingsmiddel Rodilon soft block op basis van de werkzame stof
difethialon.
Biociden:
– Ter bestrijding van de bruine rat met behulp van, Rodilon soft
block
Werkzame stof: difethialon, gehalte 0.0025%
Algemene voorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel ter bestrijding
van bruine ratten buiten en binnen gebouwen (openveld- en
afvalstorttoepassingen zijn uitgesloten), met dien verstande, dat het middel
moet worden uitgelegd in speciaal hiervoor bestemde lokaasstations (versterkte
kisten). Plaats het lokaas buiten bereik van kinderen en (huis)dieren.
Het middel is uitsluitend bestemd voor beroepsmatig gebruik. En mag
uitsluitend toegepast worden doorplaagdierbestrijders aangeven in Bijlage II
bij dit besluit, die in het bezit zijn van een geldig vakbekwaamheidsdiploma
ongediertebestrijding dat is afgegeven of verlengd door en door de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geregistreerde
instelling.
Toepassingen:
Rodilon soft block wordt aangeleverd in kant en klaar te
gebruiken zakjes. Maak de zakjes niet open, maar plaats deze in de hiervoor
geschikte lokaasstations (kisten). Om het verslepen van zakjes Rodilon soft
block te voorkomen, dienen de zakjes vastgezet te worden.
Voor buitengebruik en gebruik op andere onbeschermde locaties
dienen verstevigde lokaaskisten te worden gebruikt, waarbij de kist en het
lokaas worden vastgelegd. Indien lokaasstations voorzien zijn van rodenticide,
dan moeten deze duidelijk worden gemarkeerd dat deze rodenticide bevatten en
niet verstoord mogen worden.
De lokaasstations uitzetten op plaatsen waar de ratten geregeld
komen: in de nabijheid van holingangen, op looppaden (sporen!) en op plaatsen
waar de dieren voedsel halen of knagen.
Voorafgaande aan de bestrijding dient de gebruiker de
bestrijdingslocaties kenbaar te maken bij de VROM-Inspectie, de heer Willem
Ruiter (willem.ruiter@minvrom.nl)
De hoeveelheid benodigd lokaas hangt af van de te bestrijden
populatie. Als richtlijn geldt dat evenveel Rodilon soft block wordt uitgezet
als dat onvergiftigd lokaas wordt gegeten. Voor de bestrijding van ratten geldt
minimaal 200 gram Rodilon soft block per lokaasstation. Elke 1 à 2 dagen dient
het lokaas ververst of aangevuld te worden daar waar nodig is, tot er in het
geheel geen opname meer is. Indien het lokaas geheel opgegeten is, met een
dubbele hoeveelheid lokaas hervullen.
Wanneer de opname van lokaas is gestopt, de resten van het middel
verzamelen en vernietigen. Dode dieren (de eersten worden na ca. 3 dagen
gevonden) eveneens verzamelen en veilig verwijderen, opdat huisdieren en andere
dieren niet door het opeten van de kadavers worden vergiftigd. Katten tijdens
een bestrijdingsactie extra goed voeren. Verder de nodige maatregelen (laten)
treffen in het belang van rat- en muiswering. Schone en ongeopende zakjes
kunnen worden ingezameld en bewaard voor toekomstig gebruik.
Om de effectiviteit van de bestrijding te volgen dient door de
toepasser een rapportage te worden bijgehouden. In deze rapportage wordt ten
minste het resultaat van de inventarisatie aangegeven van de aanwezige ratten,
de locatie van uitgezette lokaasstations, alsmede een registratie van uitgezet
en opgenomen lokaas gedurende de bestrijdingsactie.
Resistentie management:
Voor de werkzame stof aanwezig in het middel, difethialon, is er
een risico dat ratten resistentie ontwikkelen. Dit middel mag daarom niet
gebruikt worden in gevallen dat resistentie waarschijnlijk is, bijvoorbeeld in
gevallen dat vorige bestrijdingsacties met difethialon bevattende middelen niet
hebben geresulteerd in een duidelijke vermindering van de populatie.
Gedurende deze tijdelijke toelating dient de gebruiker te
onderzoeken in welke mate (hoeveelheid) het gebruik rondom gebouwen leidt tot
besmetting van en mogelijk nadelige effecten bij niet-doelwitvogels en
-zoogdieren.
Voorschriften voor gebruik
1. Toegestaan is uitsluitend het gebruik van het
bestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difethailon als middel ter
bestrijding van bruine ratten, met dien verstande dat in ruimten het middel
moet worden uitgelegd in speciaal hiervoor bestemde aan de bovenzijde
afgesloten lokaasdoosjes en buiten in speciaal hiervoor bestemde lokaasstations
(versterkte kisten), echter op zodanige wijze dat de lokaasdoosjes niet binnen
het bereik van kinderen, vee, huisdieren of vogels kunnen komen.
2. Het middel mag uitsluitend toegepast worden
doorplaagdierbestrijders aangeven in Bijlage II bij dit besluit, die in het
bezit zijn van een geldig vakbekwaamheidsdiploma ongediertebestrijding dat is
afgegeven of verlengd door, en door de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geregistreerde instelling.
3. Het gebruik is uitsluitend toegestaan indien op de verpakking
of op een papieren bijlage bij de verpakking het volgende wordt vermeld:
4.
a. voofgaand aan de bestrijding dient men de
bestrijdinglocaties
kenbaar te maken bij de VROM-Inspectie, de heer Willem
Ruiter, willem.ruiter@minvrom.nl,
b. incidenten met niet-doelwitsoorten (vogels en zoogdieren)
dienen te worden bijgehouden en gemeld aan de VROM Inspectie Noord-West,
023-5150700 (dhr. Willem Ruiter) en aan het College voor Toelating
Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden, 0317-471810.
5. Er dient per bestrijdingslocatie een administratie te worden
bijgehouden waarin minimaal de volgende gegevens vermeld zijn:
– resultaten bedrijfsinspectie
– determinatie en inventarisatie van de aawezige ratten
– advies betreffende bouwkundige, hygiënische of
bedrijfsmatige maatregelen
– bestrijdingsplan
– bestrijdingsactie met bromadiolon lokaas in vaste vorm
– plattegrond met locaties lokaasdepots bromadiolon
– opname bromadiolon lokaas per depot in loop der tijd
– resultaten bromadiolon bestrijdingsactie
– registratie van afgevoerde hoeveelheid dode bruine
ratten.
Bij onvoldoende resultaat ovegaan tot inzet Rodilon soft Block.
De Bromadiolon bestrijdingsactie geldt dan als pre-baiting periode.
– plattegrond met locaties lokaasdepots difethialon
– opname difethialon lokaas per depot in loop der tijd
– resultaten difethialon bestrijdingsactie
– registratie van afgevoerde hoeveelheid dode bruine
ratten
– de geplaatste en opgeruimde lokaasdozen met
rodenticide.
6. Alle geplaatste dozen dienen na afloop van de bestrijdingsactie
te worden verwijderd.
7. Het middel dient gedurende een aantal dagen in voldoende mate
te worden gegeten. Tijdens een bestrijdingsactie dient zo weinig mogelijk
voedsel beschikbaar te zijn. Daarom bijvoorbeeld in stallen ’s avonds
voerbakken sluiten en resten gemorst voer verwijderen.
8. Als er niet meer van opgenomen wordt, de resten lokaas
verzamelen en veilig verwijderen (cf. Wet Milieubeheer, Europese
afvalstoffenlijst).
BIJLAGE II
Bijlage bij het besluit Vrijstelling verbod Rodilon soft block 2009/I
12 maart 2009. Het middel mag uitsluitend worden toegepast door de volgende
plaagdierbestrijders mits zij in het bezit zijn van een geldig
vakbekwaamheidsdiploma ongediertebestrijding dat is afgegeven of verlengd door
en door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
geregistreerde instelling:
– Laurens Vollenbroek VOF
Noordijkerseweg 8
7597 NC Saasveld
– Twente Milieu
Postbus 221
7500 AE Enschede
– Gemeente Dinkelland
Nicolaasplein 5
7591 MA Denekamp
– Gemeente Losser
Raadhuisplein 1
7581 AG Losser
– Gemeente Oldenzaal
Ganzemarkt 1
7571 CD Oldenzaal
– Insektokill Ratmuka Groep
Marssteden 88
7547 TD Enschede
– Jarion Plaagdierbestrijding
Dennekampsewe 4
7636 PZ Agelo
– van Meijl Hengelo
J. Schumpeterstraat 10
7559 SG Hengelo
– Ten Dijk Ongediertebestrijding
Twelloseweg 77 II
7376 BM Terwolde
– Anticimex Benelux BV
Schapenweide 6
4824 AN Breda
– ISS
Fokko Kortlanglaan 137
3845 LC Harderwijk
– Rentokil
Postbus 129
3454 ZJ De Meern
– Protekta Gemert
Postbus 72
5420 AB Gemert
TOELICHTING
Bij brief van 05 februari 2009, kenmerk 2009011103 is om ontheffing
gevraagd van het verbod op het gebruik van het bestrijdingsmiddel Rodilon Soft
block op basis van difethialon ter bestrijding van de bruine rat rondom
gebouwen (openveld- en afvalstorttoepassingen zijn uitgesloten) in het gebied
Twente en voor het ten behoeve van dit gebruik voorhanden hebben van het
bestrijdingsmiddel.
De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden biedt de mogelijkheid in
bijzondere omstandigheden niet-toegelaten biociden tijdelijk te gebruiken dan
wel het gebruik van toegelaten biociden voor niet-toegelaten toepassingen toe
te staan indien onder meer in het belang van de volksgezondheid.
Het onderhavige verzoek heeft betrekking op een niet toegelaten
toepassing van een toegelaten middel, te weten het bestrijden van de bruine rat
buiten gebouwen. De thans toegelaten bestrijdingsmiddelen op basis van
difethialon staan slechts het gebruik toe als middel ter bestrijding van de
zwarte rat in ruimten.
Er is een explosieve groei van het aantal ratten in het gebied
Twente. Op sommige boerderijen gaat het al om enkele duizenden ratten, waar
zich ook kannibalisme onder de ratten voordoet). De in het gebied Twente
voorkomende bruine rat is naar gebleken resistent voor rodenticiden op basis
van bromadiolon (geconstateerd door de VROM-Inspectie).
De resistentie is ook aangetoond in gebieden buiten Twente. De
grensstreek met Duitsland in de provincie Limburg zijn ook resistente ratten
aangetroffen. Deze resistentie problematiek wordt door het ministerie van VROM
nader onderzocht.
Middelen op basis van bromadiolon zijn op dit moment de enig
toegelaten middelen ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen.
Bestrijding van de bruine rat is in het belang van de volksgezondheid nu de
bruine rat onder andere de ziekte van Weil overbrengt op de mens. In dit gebied
blijft bestrijding van de bruine rat nodig. De resistentie van de bruine rat in
deze gebieden tegen bromadiolon heeft tot gevolg dat er behoefte bestaat aan
een ander bestrijdingsmiddel om de bruine rat te kunnen bestrijden.
Het verzoek is ter advisering voorgelegd aan het College voor de
toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het Ctgb heeft
geadviseerd de ontheffing op basis van artikel 65 van de Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het verbod op het gebruik van
difethialom ter bestrijding van de bruine rat in en buiten gebouwen in het
gebied Twente en voor het voorhanden hebben van het bestrijdingsmiddel te
verlenen en daarbij overwogen dat;
1. aangetoond is dat het middel op basis van difethialom een
werkzaam rodenticide is;
2. de gebruiksvoorschriften dienen te worden aangepast;
3. bij gebruik volgens de voorschriften in Bijlage I het risico voor
de volksgezondheid nihil is;
4. er ter bescherming van het milieu aanvullende eisen dienen te
worden gesteld.
Gelet op het bovengenoemde advies van het Ctgb ben ik van mening dat
difethialon op dit moment het bestrijdingsmiddel is dat voldoende effectief is
voor de bestrijding buiten gebouwen van de bruine rat. Deze toepassing van
difethialon is thans niet toegelaten in Nederland. Met het onderhavige besluit
wordt deze toepassing toegelaten.
Hoogachtend,
De Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.M. Cramer.