De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
In overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit;
Gezien het verzoek van het Ministerie
van Defensie van 18 februari 2009, kenmerk S2009001126 tot vrijstelling van het
verbod op het gebruik van biociden op basis van de werkzame stof permethrin ten
behoeve van het impregneren van uniformen;
Gelet op artikel 65, eerste en derde
lid en artikel 22, vierde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden;
Besluit:
Artikel 1
In verband met de uitzending van Nederlandse militairen naar het
buitenland, wordt vrijstelling verleend van:
– het verbod, bedoeld in artikel 19, van de Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden, tot het op de markt brengen, het
voorhanden of in voorraad hebben, en het gebruiken van biociden op basis van de
werkzame stof permethrin ten behoeve van het impregneren van uniformen.
Artikel 2
Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, worden de beperkingen en
voorschriften zoals opgenomen in de bijlagen bij dit besluit verbonden.
Artikel 3
De vrijstelling wordt verleend voor de duur van 120 dagen.
Artikel 4
Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling verbod permethrin
2009/I.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
datum van uitgifte van de staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Toegestaan is uitsluitend het gebruik in Nederland als biocide voor
het impregneren van kleding, ter wering en bescherming tegen insecten – in het
bijzonder muggen –, bestemd voor gebruik door militairen en Defensie personeel
in uitzendgebieden, mits daarbij geen lozing van de werkzame stof naar het
oppervlaktewater optreedt. Het impregneren van kunststof klamboes is niet
toegestaan.
1. Het biocide dient voor het impregneren van de jas of de broek
in de juiste mengverhouding van 450 ml water en één unit permethrin, volgens de
gebruiksaanwijzingen voorgeschreven door de fabrikant, te worden gemengd met
uitzondering van de Desert en Jungle uniformen en de Overall FOD (Flying
Objects Damage) vrij zomer of vrij winter.
Bij impregnatie van de Desert en Jungle uniformen dient per
unit permethrin 300 ml water te worden gemengd. Voor het impregneren van de
Overall FOD vrij zomer worden in één behandelzak twee units permethrin gemengd
met 700 ml water. De Overall FOD vrij winter wordt in één behandelzak behandeld
met 2 units permethrin en 900 ml water. Voor het afmeten van water dienen
maatbekers te worden gebruikt.
2. De in de IDA-kit aanwezige behandelzak dient, na het vullen met
water en voor het toevoegen van permethrin, gecontroleerd te worden op lekkage.
Ondeugdelijke zakken dienen onmiddellijk vervangen te worden door deugdelijke
zakken.
3. De volledige behandeltijd dient in acht genomen te worden.
4. Impregneren van uniformen is niet toegestaan in of bij gebouwen
die voor bewoning zijn bestemd.
5. Impregneren mag uitsluitend plaatsvinden in een goed
geventileerde en overdekte locatie boven een vloeistofdichte vloer voorzien van
absorptiematten om mors- en lekverliezen goed op te vangen, onder naleving van
de veiligheidsaanbevelingen. Indien niet aan de eis vloeistofdicht kan worden
voldaan, wordt volstaan met een vloeistofkerende vloer voorzien van een laag
plastic folie van een dusdanige dikte, dat deze bestand is tegen de intensieve
mechanische belasting van het belopen tijdens het impregneerproces. Als blijkt
dat de folie is gescheurd, worden de werkzaamheden met permethrin per direct
beëindigd. Deze kunnen worden hervat nadat de beschadigde folie is vervangen of
op een deugdelijke manier is hersteld. Ook vloeistofkerende vloeren dienen
voorzien te zijn van absorptiematten. Het impregneren van uniformen is alleen
toegestaan in de in bijlage II genoemde locaties.
6. Om uitsleep van permethrin via schoeisel te voorkomen dienen er
absorptiematten bij de uitgang van de impregneerruimte te worden
geplaatst.
7. Materiaal dat met permethrin in aanraking is gekomen
(impregneerzakken, touwtjes, wasknijpers, plastic oversloffen, absorptiematten
e.d.) dient in gesloten vaten te worden opgeslagen en als gevaarlijk afval te
worden afgevoerd.
8. Het biocide dient te worden gebruikt in Nederland, onder de in
Nederland geldende ARBO-regels.
9. De voorgenomen toepassing van het middel dient:
a. in normale situaties uiterlijk vijf werkdagen voor
toepassing bij de regionale VROM-inspectie bekend te zijn. De melding dient
schriftelijk (brief, e-mail of fax) te worden gedaan.
b. in spoedsituaties (minder dan vijf werkdagen) uiterlijk één
werkdag voor toepassing, behalve schriftelijk, ook telefonisch te zijn
gemeld.
TOELICHTING
Bij brief van 18 juni 2009 heeft het Ministerie van Defensie om
vrijstelling gevraagd van het verbod op het gebruik van biociden op basis van
de werkzame stof permethrin als impregneermiddel voor klamboes en uniformen van
de militairen die naar het buitenland worden gezonden. In 2000, 2003, 2005,
2006, 2007 en 2008 heeft het ministerie van Defensie een vergelijkbaar verzoek
gedaan. Dit verzoek is destijds ter advisering voorgelegd aan het College voor
de toelating van bestrijdingsmiddelen (CTGB, voorheen CTB). Gezien de
vergelijkbare omstandigheden wordt gesteld dat dit advies ook geldigheid heeft
voor het onderhavige verzoek. Het CTGB heeft in 2001 en 2003 geadviseerd indien
tot vrijstelling wordt overgegaan, aan de vrijstelling voorwaarden te verbinden
die strekken ter ondervanging van de gesignaleerde risico's. In het kader van
het onderhavige verzoek heeft het CTGB beoordeeld of er aanleiding was om de
advisering bij te stellen op basis van de laatste stand van de wetenschap en de
techniek. Hierbij heeft het CTGB onder meer het volgende overwogen:
a. de werkzaamheid van permethrin bevattende biociden voor het
impregneren van textiel ter bestrijding van insecten is gezien de literatuur en
de in Nederland en het buitenland toegelaten middelen voldoende,
b. de bescherming van personen tegen muggenbeten is nagenoeg
volledig bij het dragen van met permethrin geïmpregneerde kleding in combinatie
met DEET als insectenafwerend middel op de onbedekte huid,
c. de risico’s voor de mens komen voort uit blootstelling tijdens
impregneren en dragen van geïmpregneerde uniformen,
d. het risico voor de mens is tijdens industrieel impregneren klein
en het risico tijdens herimpregneren beheersbaar,
e. het risico voor de drager van de geïmpregneerde uniformen is
verwaarloosbaar,
f. het risico voor in het bijzonder waterorganismen is hoog indien
permethrin direct in het water geraakt.
Aangezien Defensie meerdere jaren achter elkaar een verzoek tot
vrijstelling heeft gedaan, zijn de mogelijkheden onderzocht om te komen tot een
reguliere oplossing. Defensie zal geleidelijk, vanaf december 2008,
fabrieksmatige geïmpregneerde uniformen gaan verstrekken. Om de periode die
gemoeid is met het invoeren van fabrieksmatige geïmpregneerde uniformen te
overbruggen, verzoekt Defensie om een tijdelijke vrijstelling van ten hoogste
honderentwintig dagen.
Sinds de vrijstelling verbod permethrin gepubliceerd in 20051 is het gebruik van de
IDA-kit voorsgeschreven. De risico’s voor de mens en het milieu van de IDA-kit
zijn onderzocht en geconcludeerd kan worden dat er geen belemmeringen zijn voor
het toepassen van dit middel op de aangegeven wijze als impregneermiddel voor
uniformen.
Bij controle door de VROM-Inspectie op naleving op de verleende
vrijstelling, voor het gebruik van permethrin is gebleken dat de behandeling
van klamboes met de IDA-kit zinloos is. Het middel wordt niet door kunststof
klamboes opgenomen. Derhalve wordt er geen vrijstelling afgegeven ten aanzien
van de toepassing van permethrin op kunststof klamboes.
Het impregneren van uniformen (Woodland/zomer, Desert, Jungle,
Veldtenue Kmar en Overalls FOD vrij zomer en vrij winter) is alleen toegestaan
op de in de bijlage II genoemde locaties. De activiteit impregneren dient in de
Wm-vergunning van deze locaties te worden opgenomen.
De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden biedt de tijdelijke
mogelijkheid om in bijzondere omstandigheden niet toegelaten biociden te
gebruiken dan wel het gebruik van toegelaten middelen voor niet toegelaten
toepassingen toe te staan indien onder meer de belangen van de volksgezondheid
zulks dringend vereisen. Uit de eerdergenoemde brief van de Minister van
Defensie blijkt dat de gebieden waar de Nederlandse militairen en Defensie
personeel in het kader van de missie naar worden gezonden bijzonder risicovol
zijn ter zake van het verkrijgen van infectieziekten die door insecten worden
veroorzaakt. Ter preventie van deze ziekten worden de volgende maatregelen
voorgesteld:
a. de toepassing van passende chemoprofylaxe
b. het gebruik van repellents voor onbedekte huidgedeelten
c. het dragen van beschermende kleding
d. het gebruik van geïmpregneerde klamboes en buitenkleding.
Permethrin is op dit moment de enige werkzame stof die voldoende
werkzaam is als insectenafwerend middel bij toepassing als impregneermiddel van
kleding. Deze toepassing van permethrin is thans niet toegelaten in Nederland.
Met de onderhavige vrijstelling wordt deze toepassing tijdelijk toegelaten in
het belang van de gezondheid van Nederlandse militairen en Defensie personeel
die in de bijzondere omstandigheid verkeren in het kader van een buitenlandse
missie te worden uitgezonden.
Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht kan een
belanghebbende bij dit besluit daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit
besluit bekend is gemaakt in de Staatscourant, een bezwaarschrift indienen bij
het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift
dient u te adresseren aan de directeur Duurzaam Produceren van het ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Postbus 30945, 2500
GX Den Haag.
De Minister van
Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
voor deze:
de directeur
Duurzaam Produceren,
C.M. Plug.