Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 februari 2009, nr. DCB/CZW/WVOB 2009-000080494, tot wijziging van de Verplaatsingskostenregeling 1989 in verband met enkele wijzigingen in de tegemoetkoming voor woon-werkverkeer

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Gelet op artikel 12bb van het Verplaatsingskostenbesluit 1989;

Besluit:

ARTIKEL I

De Verplaatsingskostenregeling 1989 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 11, vierde lid, wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 5. De betrokkene die met openbaar vervoer reist en de afstand van de woning of het pension naar het vertrekpunt van het openbaar vervoer of de afstand van het punt van aankomst van het openbaar vervoer naar de plaats van tewerkstelling per fiets aflegt, ontvangt op zijn verzoek een vergoeding voor daadwerkelijk en aantoonbaar gemaakte kosten voor het stallen van zijn fiets van ten hoogste € 10 per maand per stallingabonnement, voor zover de geldigheid van het abonnement ten minste één maand is. In afwijking van het eerste lid komt bij de toepassing van artikel 12 van het besluit het ander (aansluitend) openbaar vervoer dan de trein niet voor vergoeding of verstrekking van een vervoerbewijs in aanmerking, indien de betrokkene voor beide zijden van het traject kiest voor de vergoeding van stallingkosten van de fiets. De keuze voor vergoeding van stallingkosten van de fiets of voor (aansluitend) openbaar vervoer kan slechts worden gewijzigd bij wijziging van de reisroute of bij een tariefwijziging van het openbaar vervoer.

B

In artikel 11, vijfde lid, wordt ‘€ 10 per maand’ vervangen door: € 10,28 per maand.

C

Artikel 11, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdeel A, terugwerkt tot en met 1 juli 2008 en artikel I, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

TOELICHTING

Met de Samenwerkende Centrales voor Overheidspersoneel is overeenstemming bereikt over een vanaf 1 juli 2008 in te voeren aanpassing van de bestaande voorziening voor het woon-werkverkeer. Met de centrales is daarbij afgesproken om bijzondere aandacht te besteden aan een tegemoetkoming voor de ambtenaren, die voor het woon-werkverkeer gebruik (willen) maken van de fiets.1 Met het oog daarop worden zowel het Verplaatsingskostenbesluit 1989 als de Verplaatsingskostenregeling 1989 aangepast. Vooruitlopend op die aanpassing is ervoor gekozen de afspraken inzake de introductie van een vergoeding van stallingkosten voor de fiets en het vervallen van de vergoeding voor het op eigen gelegenheid naar een NS-station reizen afzonderlijk te realiseren in de Verplaatsingskostenregeling 1989.

Voor het traject van de woning naar het vertrekpunt van het openbaar vervoer en voor het traject van het punt van aankomst van dat vervoer naar de plaats van tewerkstelling wordt geen tegemoetkoming meer verstrekt als dat traject niet met het openbaar vervoer wordt afgelegd. In plaats daarvan wordt er met ingang van 1 juli 2008 in artikel 11 een vergoeding geïntroduceerd voor daadwerkelijk gemaakte en aantoonbare stallingkosten bij gebruik van de fiets aan één of aan beide kanten van het openbaar vervoertraject. Het maximumbedrag van die vergoeding zal jaarlijks worden aangepast op basis van de consumentenprijsindex van het CBS. Op 1 januari 2009 is deze indexering 2,8%. Om zowel voor een vergoeding van een stallingabonnement bij het vertrekpunt als het punt van aankomst van het openbaar vervoer in aanmerking te komen dient betrokkene af te zien van de (vergoeding voor de) zones voor het aansluitende openbaar vervoer aan beide kanten van het openbaar vervoertraject. Betrokkene kan zijn keuze voor (vergoeding van) de zones of stallingkosten tussentijds slechts wijzigen bij wijziging van de reisroute of op het moment van een tariefwijziging van het openbaar vervoer.

Met de Inspecteur der belastingen is afgesproken, dat eventuele belastingheffing (bij een korte afstand naar de opstapplaats van het openbaar vervoer kan de vergoeding van stallingkosten tot een kleine overschrijding van het belastingvrije bedrag van € 0,19 per kilometer leiden) via eindheffing zal plaatsvinden.

De in artikel 11, vierde lid, van de Verplaatsingskostenregeling 1989 opgenomen tegemoetkoming van € 91 per jaar voor de ambtenaar die geen gebruik maakt van openbaar vervoer om naar het NS-station te reizen, maar op eigen gelegenheid naar het station reist, vervalt met ingang van de eerste dag van de maand volgende op de maand, waarin onderhavige wijziging in de Staatscourant is gepubliceerd. Gedurende de periode van 1 juli 2008 tot die datum kan sprake zijn van zowel deze vergoeding als de hiervoor genoemde vergoeding van stallingkosten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.


XNoot
1

Circulaire van 21 april 2008, kenmerk 2008-0000181427, te vinden op www.minbzk.nl/onderwerpen/overheidspersoneel/arbeidsvoorwaarden/arbeidsvoorwaarden/circulaires.

Naar boven