Inleiding
Het onderwerp van deze circulaire is de harmonisering van de
stagevergoedingen.
Met instemming van de ICOP (Interdepartementale Commissie
Organisatie & Personeel) is besloten dat de departementen twee vaste
bedragen gaan hanteren voor de stagevergoedingen voor de wo-, hbo- en
mbo-studenten (met daarnaast een vergoeding van onkosten volgens de geldende
regels).
Deze afspraak is gemaakt om tot een uniforme, veelal hogere
stagevergoeding te komen en conform de rijksbrede strategie op het gebied van
arbeidsmarktcommunicatie en recruitment als één werkgever naar buiten toe op te
treden.
Huidige stagevergoedingen
De departementen hanteren momenteel verschillende
stagevergoedingen die gemiddeld lager zijn dan de vergoedingen die de
marktsector hanteert, waardoor het imago van de sector Rijk als werkgever voor
stagiaires minder positief is. Om die reden is een verkenning uitgevoerd met
betrekking tot een uniforme hoogte van de stagevergoedingen.
Uit de inventarisatie blijkt dat de meeste departementen een
stagevergoeding hanteren van € 13,61 per dag of circa € 300,00 bruto per maand
(op basis van een 36-urige werkweek).
Het bedrag van de huidige vergoedingen is bij de meeste
departementen sinds begin jaren 90 niet gewijzigd.
Tevens blijkt dat de marktsector vergoedingen hanteert die ruim
boven het gemiddelde van de departementale vergoedingen liggen, van gemiddeld
zo’n € 500,00–€ 600,00 per maand voor wo- en hbo-studenten en lager voor
mbo-studenten.
Harmonisering stagevergoedingen
Gezien de uitkomst van de inventarisatie worden de
stagevergoedingen als volgt vastgesteld:
1. Voor wo- en hbo-studenten wordt een vaste stagevergoeding
gehanteerd van € 550,00 bruto per maand.
2. Voor stages op mbo-niveau wordt een vaste stagevergoeding
gehanteerd van € 400,00 bruto per maand.
De stagevergoeding is gebaseerd op vijf dagen per week. Bij
minder dan vijf dagen per week wordt de stagevergoeding naar rato
vastgesteld.
De stagevergoeding geldt voor alle stages van één maand of
langer. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten
stages, zoals de meeloopstage, de onderzoeksstage en de afstudeerstage.
Indien er sprake is van een kortere stage waarbij kennismaken met
de organisatie centraal staat, de zogenoemde snuffelstages, kan volstaan worden
met een vergoeding in de vorm van een symbolisch gebaar, bijvoorbeeld een
boekenbon.
Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat deze afspraak geen
betrekking heeft ophet aanstellen van stagiaires als ‘werknemerstudent’, zoals
dit bijvoorbeeld het geval is bij mbo/lbo en hbo/bll stages.
Vergoeding overige kosten
Voor zover stagiair geen gebruik kan maken van een
OV-studentenkaart voor het reizen tussen de woning en de stageplek worden de
reiskosten vergoed overeenkomstig de reguliere vergoeding voor woon-werkverkeer
voor ambtenaren op grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989.
In incidentele situaties komt het voor dat de stagiair te maken
krijgt met pensionkosten. Als de situatie daartoe aanleiding geeft dan kan een
vergoeding voor de pensionkosten worden verstrekt. Het ligt in de rede daarvoor
aan te sluiten op de reguliere vergoeding voor pensionkosten voor ambtenaren op
grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989.
Inwerkingtreding
Het beleid met betrekking tot de geharmoniseerde
stagevergoedingen geldt met ingang van 1 maart 2009. De nieuwe vergoedingen
gelden vanaf die datum voor alle nieuwe stagiaires en – tenzij de harmonisatie
een verlaging van de vergoeding zou inhouden – voor de reeds aanwezige
stagiaires.
Indexering
De stagevergoedingen zullen met ingang van 2010 gekoppeld worden
aan de algemene salarisverhogingen in de sector Rijk. Daarbij zal het
gewijzigde maandbedrag rekenkundig wordt afgerond op hele euro's.
Ik verzoek u uitvoering te geven aan deze circulaire.