Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 februari 2009, nr. DGM/K&L2009016588, houdende wijziging van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen (wijziging percentage emissie van deeltjes zware voertuigen)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.10 van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen¹ wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door: € 0,00.

2. In het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, wordt ‘€ 2.250,–’ vervangen door: € 0,00.

3. In het tweede lid, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘€ 2.650,–’ vervangen door: € 0,00.

ARTIKEL II

• 1. Indien de melding van de inbouw van de voorziening bij de Dienst Wegverkeer heeft plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van deze regeling, wordt de aanvraag afgehandeld met inachtneming van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen, zoals die gold voor de inwerkingtreding van deze regeling.

• 2. Indien bij een subsidieaanvraag voor de inbouw van een deeltjesverminderingssysteem van klasse B als bedoeld in bijlage II bij de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen een document wordt bijgevoegd waaruit blijkt, dat een filter voor het betreffende voertuig besteld was vóór 23 februari 2009 en de inbouw van het filter vóór 1 juni 2009 bij de Dienst Wegverkeer is gemeld, wordt de aanvraag afgehandeld met inachtneming van die subsidieregeling, zoals die gold voor de inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 februari 2009

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

TOELICHTING

Uit een nog niet gepubliceerd onderzoek van TNO in opdracht van mijn ministerie is gebleken dat een aantal halfopen retrofit roetfilters, die voldoen aan de typegoedkeuringseisen voor halfopen roetfilters op zware voertuigen, onder praktijkomstandigheden aanmerkelijk minder effectief is dan op basis van de typegoedkeuring mocht worden verwacht. Volgens de typegoedkeuringseis dient de emissiereductie onder typekeuringsomstandigheden ten minste 50% te bedragen. Afhankelijk van de praktische rijomstandigheden varieert blijkens het TNO-onderzoek de emissiereductie in de praktijk tussen 0 en 45%, waarbij vooral in lokaal verkeer de emissiereductie gering is. De eis van 50% wordt slechts gehaald onder omstandigheden en voorwaarden die zich in de praktijk nauwelijks voordoen.

Inmiddels heeft mijn ministerie opdracht gegeven tot een vervolgonderzoek om de effectiviteit van halfopen filters op zware voertuigen voor andere combinaties van motoren en halfopen filters onder praktijkomstandigheden te onderzoeken.

Niettemin is nu al de reden tot twijfel over de effectiviteit van andere halfopen retrofit filters zo groot dat het ondoelmatig is de subsidiëring van halfopen filters voort te zetten zolang de reeds bekende onderzoeksresultaten niet door aanvullend onderzoek nadrukkelijk wordten tegengesproken. De filters zijn namelijk geconstrueerd volgens eenzelfde principe, en de verschillen zitten mogelijk alleen in de dimensionering en de toegepaste katalysator.

In verband hiermee wordt de subsidiëring van halfopen retrofit filters voor zware voertuigen stopgezet.

De subsidiëring van retrofit filters voor zware voertuigen zal daarmee worden beperkt tot gesloten filters. De resultaten van het vervolgonderzoek worden naar verwachting medio mei 2009 bekend en met de sector besproken. Op dat moment zal worden beslist of deze subsidiëring weer zal worden gestart, al dan niet onder aangepaste typekeuringsvoorwaarden.

In de onderhavige regeling zijn twee overgangsbepalingen opgenomen, waardoor nog subsidie kan worden verleend volgens de subsidieregeling, zoals die gold voor de inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling, voor filters die reeds zijn ingebouwd en bij de RDW zijn gemeld maar waarvoor nog geen subsidieaanvraag is ingediend en voor filters waarvan de inbouw reeds was gepland voordat of kort nadat in overleg met de sector tot de onderhavige wijziging van de subsidieregeling was besloten;

in dit laatste geval dient een document te worden overgelegd waaruit blijkt dat vóór 23 februari 2009 het filter is besteld of bijvoorbeeld opdracht is gegeven voor de inbouw van het filter in het betreffende voertuig, en moet de inbouw bij de RDW zijn gemeld vóór 1 juni 2009.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

---

1 Stcrt. 2006, 124; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 december 2008 (Stcrt. 247).