Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2008 van de bedragen, bedoeld in artikel 6 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties

18 december 2008

Nr. FM/2008/3306 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 6 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder wet: Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties wordt vastgesteld op:

    • a. € 17.312 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet welke mede strekt tot het verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang;

    • b. € 7.598 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet, anders dan bedoeld onder a;

    • c. € 9.714 voor de behandeling van een verzoek tot opname van een vermelding als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de wet in een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet;

    • d. € 2.597 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet, voor zover het betreft de inbreng van een vergunninghoudende accountantsorganisatie in een andere rechtspersoon zonder wijziging in de organisatiestructuur, werkwijze en activiteiten van de accountantsorganisatie.

  • 2. De bedragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b, worden verlaagd met € 100 indien de aanvraag op elektronische wijze geschiedt.

  • 3. Het bedrag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties wordt vastgesteld op € 673 voor een betrouwbaarheidstoets.

Artikel 3

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, wordt vastgesteld op € 852.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, wordt vastgesteld op € 673 voor een betrouwbaarheidstoets.

Artikel 4

De Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. richtlijn:

richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157).

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. De Autoriteit Financiële Markten brengt eenmalig een bedrag in rekening aan een aanvrager ter vergoeding van de kosten van:

    • a. de verwerking van de ontvangst van een aanvraag tot inschrijving in het register, bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de wet of artikel VI, tweede lid, van de Wet van 12 juni 2008, houdende wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, ter implementatie van richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157); en

    • b. de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag als bedoeld in onderdeel a van een auditorganisatie van een derde land die onder toezicht staat in een derde land ten aanzien waarvan de Commissie van de Europese Gemeenschappen een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 46, tweede lid, tweede volzin, van de richtlijn inhoudende dat het stelsel van toezicht en handhaving van het desbetreffende derde land gelijkwaardig is; of

    • c. de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag als bedoeld in onderdeel a van een auditorganisatie van een derde land die niet onder toezicht staat in een derde land ten aanzien waarvan de Commissie van de Europese Gemeenschappen een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 46, tweede lid, tweede volzin, van de richtlijn inhoudende dat het stelsel van toezicht en handhaving van het desbetreffende derde land gelijkwaardig is; of

    • d. de inhoudelijke beoordeling van een overige aanvraag als bedoeld in onderdeel a.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan worden vermeerderd met een bedrag ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de betrouwbaarheid van een beleidsbepaler of medebeleidsbepaler.

C

In artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 2’ vervangen door: als bedoeld in de artikelen 2 en 2a.

Artikel 5

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

  • 2. De Regeling van de Minister van Financiën van 21 december 2007 voor 2008 tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 6 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties (Stcrt. 2008, 3) wordt ingetrokken.

  • 3. Artikel 4 werkt terug tot en met 28 juni 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.

TOELICHTING

Artikel 2

In deze regeling zijn de bedragen voor de kosten van de eenmalige toezichthandelingen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties voor het jaar 2008 opnieuw vastgesteld. De regeling van 21 december 2007 waarin de bedragen voor de kosten van de eenmalige toezichthandelingen ingevolge de Wta waren vastgesteld, is ingetrokken. De bij deze regeling vastgestelde tarieven zijn gebaseerd op een voorstel van de Autoriteit Financiële Markten (de AFM), dat is opgesteld naar aanleiding van twee uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Op 18 juni 2008 heeft het CBb twee uitspraken1 ten aanzien van vier effecteninstellingen (thans: beleggingsondernemingen, hierna ook: appellanten) gedaan over de doorberekening van toezichtkosten in 2005 onder de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (de Wte 1995). Deze uitspraken hebben aanleiding gegeven te bezien in hoerverre de medio 2008 vastgestelde tarieven voor het doorlopend toezicht ingevolge de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) aanpassing behoeven. Hiertoe is een inventarisatie uitgevoerd door het Ministerie van Financiën en de AFM en De Nederlandsche Bank (DNB). Hiermee is tevens tegemoet gekomen aan het verzoek van enkele representatieve (branche)organisaties om voormelde uitspraken bij de tariefvaststelling doorlopend toezicht over 2008 te betrekken. De tarieven voor het doorlopend toezicht ingevolge de Wta zijn begin november 2008 opnieuw vastgesteld. Inmiddels is gebleken dat ook de begin 2008 vastgestelde tarieven voor het eenmalig toezicht ingevolge de Wta aanpassing behoeven. In deze regeling worden deze aangepaste tarieven vastgesteld. De in deze regeling vastgestelde tarieven zijn met 3,82% gedaald ten opzichte van de begin 2008 ingevolge de Wta vastgestelde tarieven.

Kosten ter voorbereiding van wet- en regelgeving AFM

Het CBb heeft geoordeeld dat de kosten van de AFM (en DNB) die rechtstreeks verband hielden met de voorbereiding van wet- en regelgeving (in nationaal en internationaal verband) niet voor doorberekening aan de appellanten in aanmerking kwamen aangezien deze onvoldoende verband hielden met de aan de toezichthouders ingevolge de Wte 1995 overgedragen taken en bevoegdheden. Dit heeft geleid tot een inventarisatie door het ministerie van Financiën en de AFM van de toezichthouderkosten onder de Wta bij voorbereiding van wet- en regelgeving die voor rekening van de Staat dienen te komen enerzijds en de kosten gemaakt door de AFM ter voorbereiding op wet- en regelgeving die niet voor rekening van de Staat dienen te komen anderzijds.

Kosten andere activiteiten dan voorbereiding van wet- en regelgeving AFM

Ook is onderzocht of er nog andere activiteiten van de AFM zijn die vanaf 2008 evenmin voor doorberekening aan marktpartijen in aanmerking komen. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat de kosten die de AFM maakt voor de website www.geldwaardering.nl en de subsidiëring van de leerstoel financieel toezicht aan de Universiteit van Tilburg vanaf 2008 niet aan de markt zullen worden doorberekend. De kosten die de AFM maakt voor consumentenvoorlichting die niet direct herleidbaar is tot een wettelijke taak worden eveneens vanaf 2008 niet langer aan de markt doorberekend. Naar aanleiding van de CBb-uitspraken worden de rentekosten van de AFM verband houdend met geactiveerde kosten van voorbereiding van toezicht vanaf 2008 niet langer over alle heffingscategorieën verdeeld, maar specifiek aan de heffingscategorieën toegerekend waarop deze betrekking hebben.

Verlaging tarieven

De tarieven eenmalige verrichtingen zijn gebaseerd op het verwachte aantal directe uren dat gemiddeld bezien nodig is voor de betreffende toezichthandeling. Het verwachte aantal uren is vermenigvuldigd met het uurtarief dat de AFM standaard hanteert. In dit uurtarief zit een opslag ter dekking van indirecte kosten van de AFM. Uit voormelde inventarisatie door het ministerie en de AFM volgt dat een deel van deze indirecte kosten niet langer voor doorberekening aan marktpartijen in aanmerking komen. Als gevolg hiervan daalt het uurtarief met 3,82% en zijn de tarieven eveneens met 3,82% verlaagd.

Artikel 3

De kosten voor de verwerking en ontvangst zijn voor alle aanvragen hetzelfde. Dit is het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor de kosten, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a. Voor de inhoudelijke beoordeling kan het tijdsbeslag voor de AFM aanzienlijk variëren. Voor auditorganisaties van derde landen waarvan de Europese Commissie heeft bepaald dat zij een gelijkwaardig stelsel van toezicht en handhaving hebben (artikel 2a, eerste lid, onderdeel b), zal de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag tot registratie in het algemeen minder intensief zijn. In dat geval wordt immers vertrouwen gesteld in het stelsel van toezicht en handhaving van het betreffende derde land. In welke mate wordt vertrouwd op dit stelsel zal nader worden uitgewerkt in de ministeriële regeling en de overeenkomst, bedoeld in artikel 12d, derde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties. De inhoudelijke beoordelingen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdelen c en d, zullen meer tijd in beslag nemen en daardoor ook tot hogere kosten leiden.

De kosten voor de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen tot registratie van auditorganisaties van derde landen zullen op een nader tijdstip worden vastgesteld.

Bij de vaststelling van de bedragen voor afzonderlijke toezichthandelingen is kostendekking het uitgangspunt. De tarieven zijn berekend aan de hand van de raming van de per handeling te besteden tijd, vermenigvuldigd met het relevante uurtarief voor 2008. Ook in deze tarieven zijn de gevolgen van de uitspraken van het CBb verwerkt.

Artikel 4

Ingevolge dit artikel is de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties op enkele punten gewijzigd.

Onderdeel b

Ingevolge dit onderdeel is een artikel toegevoegd; artikel 2a. In artikel 2a wordt een opsomming gegeven van door de AFM in rekening te brengen kostencomponenten voor eenmalige toezichthandelingen betreffende de registratie van auditorganisaties van derde landen. Voor de vergoeding van de kosten van de werkzaamheden kan per afzonderlijke toezichthandeling een eenmalig bedrag in rekening worden gebracht bij auditorganisaties van derde landen ten behoeve waarvan de toezichthandeling wordt verricht. Per soort afzonderlijke toezichthandeling wordt de hoogte van dit bedrag jaarlijks door de minister, op voorstel van de AFM, vastgesteld. De vaststelling is geregeld in artikel 6. Bij de vaststelling is kostendekking het uitgangspunt. Het eerste lid heeft betrekking op de zogeheten toelatingskosten. Het gaat dan om kosten voor de behandeling van aanvragen tot registratie.

Op grond van het tweede lid wordt het bedrag ter vergoeding van de toelatingskosten verhoogd met de kosten van een toetsing door de AFM van de betrouwbaarheid van een of meer beleidsbepalers of medebeleidsbepalers.

De overige wijzigingen zijn van technische aard.

Artikel 4, derde lid

Artikel 12c, eerste lid, van de wet en artikel VI, tweede lid, van de Wet tot wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, ter implementatie van richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157) zijn op 28 juni 2008 in werking getreden. Vanaf die datum konden auditorganisaties van derde landen aanvragen tot registratie bij de AFM indienen. Om die reden werkt deze regeling ook terug tot die datum. De AFM heeft de auditorganisaties van derde landen overigens tevoren – via haar website en in uitnodigingen tot inschrijving – geïnformeerd dat aan de aanvraag tot inschrijving kosten zijn verbonden en dat deze kosten maximaal € 8.900 zullen bedragen.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.


XNoot
1

Uitspraken van het CBb van 18 juni 2008 met kenmerk AWB 07/183 en AWB 07/184.

Naar boven