Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 13 februari 2009, nr. DCO/OO-014/09, houdende mandatering van bevoegdheden tot uitvoering van enkele programma’s op het gebied van het Internationaal Onderwijs

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6.1, 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20061 en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de voorzitter van de Stichting Nuffic (Nederlandse Organisatie voor internationale samenwerking in het Hoger Onderwijs en Onderzoek) wordt mandaat verleend om namens de minister:

    • a. besluiten te nemen inzake subsidieverstrekking op grond van de artikelen 6.1. 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, overeenkomstig het besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 17 november 2008, DCO/OO-293/08, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Beleidsregels en subsidieplafond NFP, NICHE en NPT)2

    • b. te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld onder a.

  • 2. De voorzitter kan van zijn op grond van het eerste lid gemandateerde bevoegdheid, ondermandaat verlenen aan functionarissen van de stichting Nuffic.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De MinistervoorOntwikkelingssamenwerking,

A.G. Koenders.


XNoot
1

Stcrt 2005, 251.

XNoot
2

Stcrt 2008, 230.

Naar boven