Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft voor de volgende 7 gebieden de besluiten voor aanwijzing als Natura 2000-gebied vastgesteld:

  • Waddenzee (1)

  • Duinen en Lage Land Texel (2)

  • Duinen Vlieland (3)

  • Duinen Terschelling (4)

  • Duinen Ameland (5)

  • Duinen Schiermonnikoog (6)

  • Noordzeekustzone (7)

Deze besluiten zijn genomen op grond van artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998. Deze wet vormt de Nederlandse uitwerking van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Aan deze besluiten is in 2007 de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voorafgegaan. Tijdens deze procedure hebben de ontwerpbesluiten ter inzage gelegen en heeft iedereen de mogelijkheid gehad om een zienswijze in te dienen. Voor de genoemde 7 gebieden hebben circa 400 personen en instanties hiervan gebruikgemaakt.

De besluiten die nu zijn vastgesteld, zijn gebaseerd op de ontwerpbesluiten en de zienswijzen die daarop zijn binnengekomen.

De aanwijzingsbesluiten voor de overige Natura 2000-gebieden worden op een ander moment vastgesteld. Op deze overige gebieden is nu (nog) geen beroep mogelijk.

De besluiten

Waddenzee (1)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. De Waddenzee is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1110 Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken

H1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten

H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten

H1320 Schorren met slijkgrasvegetatie (Spartinion maritimae)

H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)

H2110 Embryonale wandelende duinen

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2190 Vochtige duinvalleien

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1014 Nauwe korfslak

H1095 Zeeprik

H1103 Fint

H1099 Rivierprik

H1364 Grijze zeehond

H1365 Gewone zeehond

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Waddenzee als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste lid van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 8 november 1991 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Lepelaar, Kleine zwaan, Brandgans, Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Slechtvalk, Kluut, Strandplevier, Goudplevier, Rosse grutto, Grote stern, Visdief, Noordse stern, Dwergstern, Zwarte stern, Velduil.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Fuut, Aalscholver, Toendrarietgans, Grauwe gans, Rotgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde eend, Pijlstaart, Slobeend, Topper, Eider, Brilduiker, Middelste zaagbek, Grote zaagbek, Scholekster, Bontbekplevier, Zilverplevier, Kievit, Kanoet, Drieteenstrandloper, Krombekstrandloper, Bonte strandloper, Grutto, Wulp, Zwarte ruiter, Tureluur, Groenpootruiter, Steenloper, Kleine mantelmeeuw.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Waddenzee’.

Duinen en Lage Land Texel (2)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. Duinen en Lage Land Texel is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten

H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten

H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)

H2110 Embryonale wandelende duinen

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2140 * Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum

H2150 * Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea)

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2170 Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)

H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied

H2190 Vochtige duinvalleien

H7210 * Kalkhoudende moerassen met Cladium mariscus en soorten van het Caricion davallianae

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1340 * Noordse woelmuis

H1903 Groenknolorchis

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Duinen Texel als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Roerdomp, Lepelaar, Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Kluut, Dwergstern, Velduil.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Eider, Bontbekplevier, Kleine mantelmeeuw, Roodborsttapuit, Tapuit.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Duinen en Lage Land Texel’.

Duinen Vlieland (3)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. Duinen Vlieland is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten

H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2140 * Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum

H2150 * Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea)

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2170 Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)

H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied

H2190 Vochtige duinvalleien

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1903 Groenknolorchis

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Duinen Vlieland als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Lepelaar, Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Porseleinhoen, Kluut.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Aalscholver, Pijlstaart, Slobeend, Eider, Tureluur, Kleine mantelmeeuw, Tapuit.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Duinen Vlieland’.

Duinen Terschelling (4)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. Duinen Terschelling is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten

H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)

H2110 Embryonale wandelende duinen

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2140 * Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum

H2150 * Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea)

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2170 Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)

H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied

H2190 Vochtige duinvalleien

H6230 * Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa)

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1831 Drijvende waterweegbree

H1903 Groenknolorchis

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Duinen Terschelling als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Strandplevier, Dwergstern, Velduil.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Dodaars, Bontbekplevier, Paapje, Tapuit, Rietzanger.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Duinen Terschelling’.

Duinen Ameland (5)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. Duinen Ameland is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2140 * Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum

H2150 * Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea)

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2170 Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)

H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied

H2190 Vochtige duinvalleien

H6230 * Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa)

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1903 Groenknolorchis

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Duinen Ameland als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Roerdomp, Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Porseleinhoen, Velduil, Grauwe klauwier.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Eider, Tapuit, Rietzanger.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Duinen Ameland’.

Duinen Schiermonnikoog (6)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. Duinen Schiermonnikoog is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (‘witte duinen’)

H2130 * Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (‘grijze duinen’)

H2140 * Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum

H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides

H2170 Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)

H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied

H2190 Vochtige duinvalleien

H6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Molinion caeruleae)

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1903 Groenknolorchis

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Duinen Schiermonnikoog als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Roerdomp, Bruine kiekendief, Blauwe kiekendief, Velduil.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Eider, Paapje, Tapuit.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Duinen Schiermonnikoog’.

Noordzeekustzone (7)

Dit gebied is als een speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. De Noordzeekustzone is van belang vanwege het voorkomen van de volgende op bijlage I van de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitattypen (prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1110 Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken

H1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten

H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten

H1330 Atlantische schorren (Glauco Puccinellietalia maritimae)

H2110 Embryonale wandelende duinen

H2190 Vochtige duinvalleien

Bovendien is het gebied van belang voor de volgende op bijlage II van de Habitatrichtlijn genoemde soorten (prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) aangeduid):

H1095 Zeeprik

H1099 Rivierprik

H1103 Fint

H1351 Bruinvis

H1364 Grijze zeehond

H1365 Gewone zeehond

Verder is het besluit tot aanwijzing van het gebied Noordzeekustzone als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4 van richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) van 7 april 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is het gebied nu voor de volgende soorten van Bijlage I van de Vogelrichtlijn aangewezen: Roodkeelduiker, Parelduiker, Kluut, Strandplevier, Rosse grotto, Dwergmeeuw, Dwergstern.

Verder is het gebied aangewezen voor de volgende niet in Bijlage I genoemde trekvogelsoorten: Aalscholver, Bergeend, Topper, Eider, Zwarte zee-eend, Scholekster, Bontbekplevier, Zilverplevier, Kanoet, Drieteenstrandloper, Bonte strandloper, Wulp, Steenloper.

Daarnaast is er ten opzichte van het ontwerp een aantal kleinere grenswijzigingen toegepast. De beide speciale beschermingszones vormen gezamenlijk het Natura 2000-gebied onder de naam ‘Noordzeekustzone’.

In al deze besluiten zijn voor de habitattypen, habitatsoorten en vogelsoorten, waarvoor het betreffende gebied is aangewezen instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd.

Deze instandhoudingsdoelstellingen vormen het uitgangspunt voor de nog vast te stellen beheerplannen en zijn de natuurwaarden waaraan bij vergunningverlening wordt getoetst.

Hoe kunt u beroep instellen?

Belanghebbenden die hun zienswijze als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht naar voren hebben gebracht of redelijkerwijs niet verweten kan worden dit niet gedaan te hebben, kunnen gedurende zes weken beroep instellen.

De beroepstermijn vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop de besluiten ter inzage zijn gelegd en loopt van 27 februari 2009 tot en met 9 april 2009. Om in beroep te gaan moet u een beroepschrift sturen naar:

Raad van State

Afdeling bestuursrechtspraak

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

Het ondertekende beroepschrift dient ten minste te bevatten:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

  • een opgave van redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Voor de meest recente informatie over de hoogte van het griffierecht verwijzen wij u naar de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl. Over de wijze waarop en binnen welke termijn u dit dient te betalen, krijgt u na indiening van het beroep bericht van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Waar kunt u de aanwijzingsbesluiten inzien?

De besluiten liggen ter inzage van 26 februari 2009 tot en met 8 april 2009. U kunt de aanwijzingsbesluiten voor deze 7 Natura 2000-gebieden en de verschillende achtergronddocumenten tijdens de reguliere openingstijden inzien op de volgende locaties:

  • Gemeentehuizen van de volgende gemeenten: Ameland, Anna Paulowna, De Marne, Delfzijl, Den Helder, Dongeradeel, Eemsmond, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt, Reiderland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland, Wieringen, Winsum, Wûnseradiel, Zijpe.

  • Vestigingen van de Directie Regionale Zaken van het ministerie van LNV: Noord te Groningen (Cascadeplein 6), Oost te Deventer (Verzetslaan 30), Zuid te Eindhoven (Keizersgracht 5) en West te Utrecht (Herman Gorterstraat 55).

  • Waterschappen: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (Edam), Waterschap Noorderzijlvest (Groningen), Waterschap Hunze en Aa’s (Veendam), Wetterskip Fryslân (Leeuwarden), Waterschap Blija Buitendijks (Blija).

  • Provinciehuizen van de provincies Groningen (Groningen), Fryslân (Leeuwarden) en Noord-Holland (Haarlem).

Nadere informatie

Meer informatie over Natura 2000 en gerelateerde onderwerpen vindt u op de website www.minlnv.nl/natura2000.

Hier kunt u ook de documenten die ter inzage liggen downloaden.

Voor vragen over Natura 2000 of het opvragen van (achtergrond)documenten kunt u op werkdagen van 8.30 uur tot 16.30 uur contact opnemen met het LNV-loket: 0800-223 3322 (gratis).

Naar boven