Besluit van 6 februari 2009, no. 09.000293, tot goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Leusden van 9 oktober 2008, nummer 2008/9254, tot onteigening krachtens artikel 77 van Titel IV van de onteigeningswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 december 2008, nr. BJZ2008116315, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken.

Gelezen de brief van het college van burgemeester en wethouders van Leusden van 16 oktober 2008, kenmerk 2008/12057. .

Gelet op Titel IV van de onteigeningswet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

De Raad van State gehoord (advies van 7 januari 2009, no. W08.08.00543/IV).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 februari 2009, nr. BJZ2009008389, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken.

Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Leusden van 9 oktober 2008, nummer 2008/9254, tot onteigening krachtens artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1°, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie C, nos. 107 en 108, onderscheidenlijk de grondplannummers 1.1 en 1.2.

Overwegingen

Het raadsbesluit ter onteigening

Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen gronden zijn begrepen in het door de raad van de gemeente Leusden op 15 juni 2006 vastgestelde en door Gedeputeerde Staten van Utrecht op 16 januari 2007 goedgekeurde bestemmingsplan ‘De Schammer 2006’, verder te noemen: het bestemmingsplan. De goedkeuring van het bestemmingsplan is onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 21 mei 2008, no. 200701992/1. Voor zover bij laatsbedoelde uitspraak aan onderdelen van het bestemmingsplan alsnog de goedkeuring is onthouden, hebben deze geen betrekking op de in de onteigening begrepen gronden.

Noodzaak en urgentie

De in de onteigening begrepen gronden zijn in het bestemmingsplan aangewezen voor de bestemmingen ‘Natuurgebied’ en ‘Extensieve dagrecreatie en natuurgebied’, alsmede voor de dubbelbestemmingen ‘Tijdelijke waterberging’ en ‘Ecologische verbindingszone’.

De gronden gelegen binnen het bestemmingsplan zijn thans met name in gebruik voor het agrarisch bedrijf. Daarnaast is sprake van gespreide bewoning, bedrijvigheid en enkele recreatieve functies. Het bestemmingsplan voorziet primair in de ontwikkeling van een ongeveer 40 hectare groot recreatie- en natuurgebied en van sportvoorzieningen. Deze laatste functie is noodzakelijk voor de herhuisvesting van de plaatselijke hockeyclub. Voor zover de bestaande bestemmingen niet nodig zijn voor de ontwikkeling van de in het bestemmingsplan nieuw vastgelegde functies, voorziet het bestemmingsplan in het conserveren van die bestaande bestemmingen (agrarisch bedrijf, wonen en bedrijvigheid).

Met de uitvoering van het bestemmingsplan wordt voorzien in een drietal behoeften. In de eerste plaats wordt ruimte geschapen voor recreatie-, natuur- en sportvoorzieningen die vooral ten dienste zullen staan van de ongeveer 30.000 toekomstige bewoners van de Amersfoortse VINEX-wijk Vathorst.

In de tweede plaats voorziet het bestemmingsplan in de mogelijkheid van extra waterberging die in toenemende mate noodzakelijk wordt in het stroomgebied van de Barneveldse Beek, het Valleikanaal en de rivier de Eem. Tenslotte wordt door de aanleg van drie ecologische verbindingszones een extra schakel verwezenlijkt in het bestaande netwerk van zones en natuurgebieden rond Amersfoort en Leusden. Een en ander is onder meer vastgelegd in het streekplan en in het Waterbeheersplan 2004–2007 van het waterschap Vallei en Eem. Bij de uitvoering van het bestemmingsplan werkt de gemeente Leusden nauw samen met de gemeente Amersfoort, de provincie Utrecht en het waterschap Vallei en Eem.

Het is de bedoeling van de samenwerkende partijen om het bestemmingsplan te verwezenlijken in de periode 2007–2010.

De nieuw te ontwikkelen en de te conserveren bestemmingen zijn vervat in globale eindbestemmingen die niet behoeven te worden uitgewerkt.

In de door de gemeente voorgestane wijze van planuitvoering is behalve door de bestemmingsplanvoorschriften en de kaart ook inzicht verschaft door middel van de beschrijving in hoofdlijnen en het inrichtingsplan ‘De Schammer’ van het waterschap Vallei en Eem. Uit een en ander blijkt van een duidelijk beeld van de beoogde inrichting van het gebied.

Blijkens het voor wat de onderhavige percelen herhaalde raadsbesluit tot onteigening, wenst de gemeente de daarin bedoelde gronden in eigendom te verkrijgen daar deze bezwaarlijk kunnen worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan.

Bedenkingen

Het raadsbesluit tot onteigening heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet met ingang van 16 oktober 2008 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen op het gemeentehuis van Leusden.

De algemene kennisgeving van de terinzagelegging heeft op 15 oktober 2008 plaatsgevonden in de lokaal verschijnende ‘Leusder Krant’. Voorafgaand aan de terinzagelegging hebben belanghebbenden overeenkomstig artikel 3:13 Awb een persoonlijke kennisgeving daarvan ontvangen. Tegen het raadsbesluit tot onteigening zijn bij Ons binnen bovenbedoelde termijn geen schriftelijke bedenkingen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Leusden worden geacht, dat de gemeente de eigendom van het in het raadsbesluit tot onteigening aangewezen percelen verkrijgt. Er bestaan ook voor het overige geen gronden om aan het raadsbesluit de goedkeuring te onthouden.

Beslissing

Wij hebben goedgevonden en verstaan:

het besluit van de raad van de gemeente Leusden van 9 oktober 2008, nummer 2008/9254, goed te keuren.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met het raadsbesluit in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 6 februari 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Raadsbesluit

gelezen het voorstel van het college d.d. 26 augustus 2008, nummer 2008/9254;

dat de raad bij besluit van 15 juni 2006 het bestemmingsplan ‘De Schammer 2006’ heeft vastgesteld, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht bij besluit van 16 januari 2007;

dat de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, op 21 mei 2008 onder uitspraaknummer 200701992/1 uitspraak heeft gedaan en dat het bestemmingsplan met uitzondering van een drietal onderdelen in stand is gebleven;

dat de bij dit besluit te onteigenen percelen zijn gelegen in het goedgekeurde gedeelte;

dat op 11 juni 2008 in de Staatscourant en de Leusder krant bekend gemaakt is dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden;

dat het bestemmingsplan op een gebied globaal begrenst door de Driftakkerweg (een parallelweg van de A28), de noordoever van de Barneveldse Beek, de Hessenweg, de Horsterweg en het Valleikanaal de globale bestemmingen natuurgebied, extensieve dagrecreatie en natuurgebied, wegen, water, tijdelijke waterberging en ecologische verbindingszone legt;

dat de toelichting, voorschriften, waaronder een algemene beschrijving in hoofdlijnen en de plankaart van het bestemmingsplan en het inrichtsplan ‘De Schammer’ inzicht bieden in de door de gemeente voorgestane vorm van uitvoering;

dat uitvoering van het bestemmingsplan in het belang is van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Leusden en op zo kort mogelijke termijn geboden is, zoals blijkt uit de van het onteigeningsplan deeluitmakende zakelijke beschrijving;

dat ter realisering van het bestemmingsplan de vrije en onbelaste eigendom verkregen dient te worden van (gedeelten van) de onroerende zaken kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie C, nummers 98, 99, 100, 101, 107, 108, 1478, 1511, 1512, 1513, 1531, 1663, 1998, 2000, 2058, 2158, 2175, 2176, 2211, 2212, 2214 en 2219;

dat bij het besluit van de Kroon van 24 augustus 2007, no. 07.002614 tot gedeeltelijke goedkeuring van het raadsbesluit goedkeuring is onthouden aan de onteigening van de percelen kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie C, nos. 107 en 108;

dat ten behoeve van de realisatie van het bestemmingsplan ‘De Schammer 2006’ ook dient te kunnen worden beschikt over deze percelen, hoofdzakelijk nodig voor de bestemmingen natuurgebied, extensieve dagrecreatie en natuurgebied;

dat de gemeente de percelen kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie C, nos. 107 en 108, benodigd voor de uitvoering, nog niet in eigendom heeft en met de eigenaar onderhandelingen heeft gevoerd en voert teneinde te trachten tot minnelijke overeenstemming te komen omtrent de eigendomsverwerving ten behoeve van de gemeente Leusden;

dat bedoelde minnelijke overeenstemming met de eigenaren tot dusverre niet is bereikt;

dat onteigening derhalve noodzakelijk is geworden;

gelet op de bepalingen van de Onteigeningswet, in het bijzonder artikel 77, lid 1, sub 1;

besluit:

  • 1. ervan kennis te nemen dat er geen zienswijzen tegen het ontwerp raadsvoorstel en -besluit tot onteigening met bijbehorend onteigeningsplan ‘Recreatie- en natuurgebied De Schammer II’ zijn ingediend;

  • 2. te onteigenen ten name van de gemeente Leusden, ter uitvoering van het bestemmingsplan ‘De Schammer 2006’ en ter verkrijging van de eigendom, vrij van alle lasten en rechten, de onroerende zaken kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie C, nummers 107 en 108, een en ander overeenkomstig de bij dit besluit behorende grondplantekening en lijst van te onteigenen percelen, vermeldende het grondplannummer, de te onteigenen grootte, de grootte en de kadastrale nummers van de te onteigenen onroerende zaken, alsmede de namen van de eigenaren volgens de kadastrale registratie en

  • 3. te bepalen dat:

    • a. indien en voor zover de in dit besluit bedoelde onroerende zaken niet c.q niet tijdig door de gemeente bij wege van minnelijke verwerving vrij van alle lasten en rechten in eigendom zijn verkregen, in rechte de (vervroegde) onteigening wordt gevorderd en dat alsdan terzake namens de gemeente een rechtsgeding wordt gevoerd in eerste aanleg en – zonodig – in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als – zonodig – verwerende, het instellen van bijzondere rechtsmiddelen en procesgangen ter uitvoering van dit besluit daaronder begrepen, waaronder in het bijzonder het indien nodig ten name van de gemeente in rechte verzoeken om benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet en

    • b. dat gedurende de gehele onteigeningsprocedure vanwege de gemeente getracht zal blijven worden de in dit besluit bedoelde onroerende zaken minnelijk te verwerven.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 9 oktober 2008

T. Rolle,

griffier.

J. Broekhuis,

voorzitter van de Raad.

Grondplan nummer

Te onteigenen grootte

Van de onroerende zaak, kadastraal bekend Gemeente STOUTENBURG

Omschrijving kadastraal object

Ter grootte van

Sectie en nummer

Gerechtigde

ha

a

ca

ha

a

ca

1.1

1

86

60

Terrein (Grasland)

1

86

60

C 107

van Ginkel, Gijsbertus

         

Hogeweg 251

         

3816 BT Amersfoort

         

Aantekening recht: Koop of voorovereenkomst tot koop

         

zie Wet voorkeursrecht gemeenten

1.2

1

51

25

Terrein (Grasland)

1

51

25

C108

van Ginkel, Gijsbertus

         

Hogeweg 251

         

3816 BT Amersfoort

         

Aantekening recht: Koop of voorovereenkomst tot koop

         

zie Wet voorkeursrecht gemeenten

Naar boven